Allereerst mijn beantwoording van Gert-Jan’s vragen:
Gert-Jan betoogt dat de vier geboden die in Hand. 15 genoemd worden de enige wetten van het Oude Testament zijn,
die nog bindend zijn voor christenen. Maar let wel, dat moorden niet genoemd wordt. Zijn wij dan vrij om een moord te plegen? Kennelijk niet! Waarom worden deze punten dan specifiek genoemd? Omdat de vier zaken waar christenen zich hier van moesten onthouden, praktijken waren uit de algemene heidense religie. Bij het offeren aan hun afgoden wurgen vele heidenen dieren in plaats van de kelen door te snijden en het bloed te laten wegvloeien. Daarna aten zij deze offeranden op en bedreven walgelijke seksuele immoraliteit als religieus ritueel. De verboden in Hand. 15 waren een deel van Gods wet. Maar zij werden later ook vermeld bij de ceremoniën en rituelen van het Levitische systeem van eredienst om de Israëlieten ervan te weerhouden deze verkeerde praktijken over te nemen (verg. Lev. 17:7,10;Num. 25:1-3). De apostelen wilden dat begrepen werd, dat ofschoon de ceremoniële en rituele delen van de oudtestamentische wet - inclusief fysieke besnijdenis - niet langer nodig waren, deze vier punten, die ook in het ceremoniële gedeelte van de wet waren gegeven, nog bindend waren. En waarom waren zij nog bindend? Omdat zij een deel waren van Gods oorspronkelijke wet - die nog steeds van kracht was!
In de synagogen kwamen niet alleen Joden, maar ook Hellenen (Hand. 14:1). Er is een directe relatie tussen “een juk van knechtschap” en de besnijdenis (Gal. 5:1-2). Ik ben het met Gert-Jan eens dat wij buiten de genade vallen wanneer wij in de Wet rechtvaardiging zoeken. Dat heb ik vanaf het begin ook ondubbelzinnig duidelijk gezegd. Maar voor hem betekent dit dat de Tien Geboden zijn afgeschaft. Dat is een foutieve conclusie. De heidenen zochten toch ook niet zelfrechtvaardiging door zich te houden aan de vier Thora verboden!
Gert-Jan citeert Rom. 14 als bewijs, dat het niets uitmaakt welke dag wij houden of dat wij helemaal geen dag houden. Maar spreekt dit werkelijk over het houden van de Sabbat? Het gaat over dingen waarvan sommigen niet zeker waren. In vers 2 noemt Paulus sommigen die om verschillende religieuze redenen alleen groenten aten - terwijl de Bijbel op vele plaatsen laat zien, dat het aanvaardbaar is om rein vlees te eten. Sommige nieuwe bekeerlingen dachten, dat het eten van zulk vlees deelname betekende aan afgodenverering (1 Kor. 8:4,7), maar “gingen mee” met andere christenen en deden het toch. Dat is het ergste wat zij konden doen. Want Paulus zegt in Rom. 14 dat “wie twijfelt , wanneer hij eet, is veroordeeld, omdat hij het niet uit geloof doet. En al wat niet uit geloof is, is zonde” (v.23). Waarom onderbrak Paulus dan zijn verhandeling over het wel of niet eten van vlees door het noemen van het respecteren van dagen? Er waren enige zwakke nieuwe bekeerlingen, die dachten dat bepaalde dagen beter waren om te vasten of te eten of om zich te onthouden van bepaald voedsel dan andere dagen. De enige manier waarom hier de Sabbat een factor kan zijn geweest, is dat sommigen dachten, dat het gebruikt kon worden als een vastendag en anderen niet. Hoe dan ook, dat wordt niet beweerd en als Paulus over de Sabbat gesproken had zou hij het ongetwijfeld met naam hebben genoemd - net zoals hij deed in Kol. 2:16. De controverse in Rom. 14 over het respecteren van bepaalde dagen had praktisch NIETS te maken met Gods Sabbat of zijn andere Heilige Dagen! Nee, het wel of niet houden van de dagen, die GOD heilig maakte, was zelfs geen punt dat aan de orde was. Hier ging het allemaal om tradities, door de MENS gemaakt - sommige waren goed om op te volgen, maar niet goed om anderen op te dringen. In Gods ogen maakt het niet uit wanneer wij vasten. (Met uitzondering van de Grote Verzoendag, waarop God ons gebiedt te vasten). Voor Hem is het van belang, dat wij het met een juiste houding doen - en dat wij elkaar niet naar onze persoonlijke denkbeelden oordelen.
De feesttijden van Jahweh en de Tien Geboden staan opgeschreven in het hart van de Thora. De ruggengraat van deze feesten is de sabbat. Waarom ruggengraat? Simpel omdat de zeven bijbelse feesten zijn gerelateerd aan de sabbat (Leviticus 23). Het een kan niet zonder het ander. De feesten en de wekelijkse Sabbat waren niet alleen vroeger van kracht, maar gelden nog steeds, ook voor de gelovigen uit de heidenen die zich bij Gods volk aansluiten. Israël is nooit door de Vader verstoten. “Dat zij verre!” (Rom. 11:1). Een van Gods geheimenissen is dat de takken die er van nature bijhoren worden aangevuld met wilde olijfloten die als enting daartussen zijn gestoken (Rom. 11:17,21). “Dus zijt ge dan geen ’vreemdelingen en bijwoners’ meer, nee, ge zijt medeburgers van de heiligen en huisgenoten van God” (Efez. 2:19). Uiteindelijk is het één boom: Israël! De feesten zijn niet gewone menselijke feesten, maar feesten van Jahweh. Ik zeg het nadrukkelijk omdat velen van mening zijn dat de ‘christelijke’ feestdagen belangrijker zijn. Maar het zijn Zijn feesttijden! Het zijn de feesttijden van Jahweh ten behoeve van Zijn volk (Kol. 2:16). Ten behoeve van het Israël der eeuwen, de aanstaande Bruid van de Messias (Openb. 21:2).
Het christendom heeft zich al heel vroeg losgemaakt van haar joodse wortels, dus van de edele Olijf. Dit proces van het verbreken van de banden met Israël is rampzalig geweest. Het resulteerde in de breed gedragen opvatting dat de Joden allemaal schuldig waren aan ‘Godsmoord‘. Eeuwenlang zijn de Joden gepest, opgejaagd, vervolgd, vermoord, verbannen, als tweederangsburger gezien, of op z’n best gedoogd. Met als dieptepunt de Holocaust. Ik heb op 23 september 2011 een steunbetuiging aan het Nederlands Auschwitz Comité getekend dat een initiatief heeft genomen ter realisering van een namenwand van alle 110.000 Joden zonder graf die vanuit Nederland in concentratiekampen zijn vermoord. De antisemitische religieuze politieke cultuur lijkt dan grotendeels achter ons te liggen, feit is dat zij nog steeds haar stempel drukt op het hedendaags denken. Christenen in vele denominaties en gemeenten hebben de Waarheid van Gods Thora echter niet kunnen wegpoetsen. De Bijbel is een Joods boek. De belangrijkste mens die ooit op aarde heeft geleefd is een Jood. Zijn naam is Jeshua haMashiach. En alle apostelen waren Joden. Zó heeft God het gewild en niet anders. “Wat is dan nog het voorrecht van het Jood zijn… Allereerst wel dat aan hen de uitspraken van God zijn toevertrouwd” (Rom. 3:1,2).
De kerk heeft echter al snel van de Hebreeuwse Thora een ‘christelijke thora’ gemaakt. Een thora van (in heidense filosofie gedrenkte) bisschoppen, een thora van de concilies van Nicea (325) en Chalcedon (452), een thora met een onbijbelse kijk op Jezus, ook een thora waarin de zondag de sabbatdag eeuwenlang heeft verdrongen. Tot in onze tijd. Een lege thora. Zonder ruggengraat. In deze ‘christelijke thora’ is geen plaats voor Gods Sabbatten, geen plaats voor Gods feesttijden Pesach, Ongezuurde Broden, Shavoeot (Wekenfeest), Rosh Hashana (Nieuwjaar), Yom Kippoer (Grote Verzoendag, de belangrijkste Sabbat van het jaar), Bazuinendag (1 Tess. 4:16 wederkomst) en Soekkot (Loofhuttenfeest, Zach. 14:18,19 eindtijd). Helaas heeft de kerk zich gedistantieerd van Israël (de kerk heeft Israël vervangen) en daardoor zich afgesneden van Gods eeuwige wetten en feesttijden. Velen zeggen - sommigen zelfs met enig dedain - dat Gods feesten uit de tijd zijn, dus niet meer nodig. Klaas, Kerst en Pasen (Pasen is niet hetzelfde als Pesach!) daarentegen zijn bijzonder populair. Velen willen de zondag niet loslaten. Terwijl er geen enkel bewijs in het nieuwe testament te vinden is dat de eerste christenen reguliere samenkomsten op zondag kenden.
Citaten uit brieven van vroege kerkvaders spreken wel over de zondag, maar toen hadden vele christelijke gemeenten de sabbat reeds overboord gegooid. Niet allemaal gelukkig. Er was zelfs een paus die de sabbat weer wilde invoeren. Dat is niet gelukt.
Velen zetten hun hakken in het zand en peinzen er niet over terug te keren tot de Thora. De vreugde van het met elkaar wekelijks sabbat vieren tot eer van Jahweh kennen zij niet. Het oude testament en het nieuwe testament leren in heldere taal dat de sabbat de dag is waarop Jezus uit de doden is opgestaan. In plaats van Gods feesttijden koestert de kerk haar eigen menselijke feestdagen. Die raken kennelijk nooit verouderd! Het merendeel staat er niet bij stil dat zij hun leven inrichten volgens menselijke tradities. De jodenhater Haman zei eens tegen koning Achasjverosj: “er is één gemeenschap, verstrooid en afgezonderd tussen de gemeenschappen in alle gewesten van uw koninkrijk: hun voorschriften verschillen van die van elke andere gemeenschap en de voorschriften van de koning voeren ze niet uit” (Esther 3:8).
Weet je Gert-Jan dat al die door God ingestelde en niet herroepen Feesten van Jahweh een enorme profetische betekenis hebben die reikt over alle eeuwen heen tot in het komende Shalom- en Sabbatrijk van de Joodse Messias! De allerbelangrijkste feesten ter wereld vinden een ultieme vervulling wanneer Jeshua de Messias terugkomt. Dat is de diepe bijbelse reden waarom zij nog steeds geldend zijn! De Thora getrouwe mannen en vrouwen blijven na het uitspreken van hun vertrouwen in Jeshua gewoon doorgaan met sabbat vieren. Daar verandert de aardbeving en het scheuren van het voorhangsel in de tempel niets aan. Want de dood van Jezus heeft een heel andere betekenis. Wij zijn “vrijgekocht uit de vloek der Wet” (Gal. 3:13). De Wet is niet afgeschaft, maar wel ontdaan van de macht om te doden. Dát is de kern van 2 Kor. 3. De Geest maakt levend (2 Kor. 3:6). Paulus leert dat de sabbatten nog steeds geldend zijn. Twee keer heb ik deze waarheid beklemtoond. Nu dus de derde keer. In sommige vertalingen worden zijn woorden verkracht. Zie mijn tweede en derde artikel. Er is een vertaling (New European Version) die leest: sabbatten die schaduwen waren van de dingen die komen. Niettegenstaande zegt het Grieks: sabbatten die schaduwen zijn (Gr. estin) van de toekomstige dingen (Statenvertaling Col. 2:16). De sabbat is een vreugdevol beeld van het komende Rijk van God! Het is Gods wil dat het Evangelie van het Koninkrijk wordt gepredikt. Op allerlei manieren. Maar dáárbij mag het niet blijven. Want wedergeboren gelovigen moeten groeien. En dat kan niet zonder de Thora (“hen onderrichtend in het bewaren van al wat ik u heb geboden”, Matteüs 28:20). Centraal staat de gehoorzaamheid van hen die in de voetstappen van de Mensenzoon volgen (Matteüs hoofdstukken 5, 6 en 7; 1 Petrus 2:21). Messias zegt: “Leerlingschap is niet boven de leraar staan” (Lucas 6:40). Jeshua beminde Jahweh’s Wet. Daarin was hij navolger van Mozes, de Profeten en de Psalmschrijvers.
“Nee, in de Wet van de ENE (Jahweh) heeft hij (de oprechte) behagen, diens Wet spelt hij, de dag door en de nácht” (Ps 1:2,5). De reden dat eerst de Israëlieten en later de Judeeërs in ballingschap werden gevoerd was dat zij de God van Abraham, Isaak en Israël hadden verlaten door het dienen van andere goden (overtreding 1ste en 2de gebod) en het ontwijden van Gods sabbatten (overtreding 4de gebod, Ezech. 20:13,21). Lees Gods waarschuwingen in Deuteronomium 28.
De Wet van God is van het grootste belang. Zij is de inhoud van het verbond dat God met Israël sloot te Horeb (Exodus 20). Dat verbond is vernieuwd te Sichem (Jozua 24). Het is vernieuwd te Moab (Deut. 28:29). De Tien Geboden zijn nog steeds van kracht. Jezus heeft Amen gezegd. Kunt ook u Amen zeggen?
“Dan zegt Chilkiahoe, de hogepriester, tot Sjafan de schrijver : een schriftrol van de Wet heb ik gevonden, in het huis van de ENE!” (2 Kon. 22:8). “En het geschiedt met dat de koning hóórt de woorden van de schriftrol van de Wet,-dat hij zijn gewaden scheurt.” (v.11). “want groot moet de gramschap van de ENE zijn die tegen ons ontbrand is, omdat onze vaderen niet hebben gehoord naar de woorden van deze schriftrol om te doen naar al wat over ons geschreven is!” (v.13)
Het belang van de geboden van God in zijn evangelie, zijn brieven en Openbaring heb ik al in twee artikelen genoemd. En ik doe het nu voor de laatste keer. Voordat u de volgende woorden nog een keer leest, bedenk dat het de “Openbaring van Jezus Christus” is, die God hem gegeven heeft (Openb. 1:1).
“En de draak werd razend op de vrouw en ging heen om oorlog te voeren met de overigenvan haar zaad, die de geboden van God bewaren en het getuigenis van Jezus hebben.” (Openb. 12:17)
“En geopend werd de tempel van Godin de hemel, en zichtbaar werdde ark van zijn verbond in zijn tempel (11:19)
[’in de tempel van Jahweh waar de ark Gods was’
(NBG, 1 Sam. 3:3]
en er geschiedden bliksemstralen en stemmen, donderslagen, een aardbeving en zware hagel.”
[Exodus 19:16]
Het zijn de TIEN GEBODEN!
Nawoord :
Ik wil Gert-Jan van Zanten bedanken voor het geboden platform om aan de hand van de Bijbel mijn zienswijze over de sabbat uiteen te zetten. Ik ben het van harte met hem eens dat God de winnaar van het debat moet zijn. Het gaat om Zijn eer! Zolang wij ons open stellen voor Gods Woord en bidden dat Zijn Geest ons zal leiden zullen wij zeker tot nieuwe ontdekkingen en inzichten komen.