In hoofdstuk 6 heeft Paulus het principe van hoererij dieper besproken, en hiervan laten zien dat dit een werk van het vlees is, waarmee gelovigen moeten breken.
Ja, onze lichamen zijn een tempel van de Heilige Geest, en die tempel is heilig.
Gelovigen moeten en kunnen door de kracht van de Heilige Geest de werken van het vlees doden. (Rom. 8: 13)
We hebben dan zover eigenlijk twee delen gehad in het boek van Korinthe, het eerste deel, hoofdstuk 1 tot 4 sprak over het probleem van de verdeeldheid in de gemeente, het tweede deel, hoofdstuk 5 en 6 spreekt over het probleem van hoererij in de gemeente.
In het derde deel, het zevende hoofdstuk, gaat Paulus laten zien wat de werkelijke en enige plaats is die God gegeven heeft aan seksualiteit, tussen één man en één vrouw, in de band van het huwelijk.
Daarna gaat Paulus schrijven over zaken aangaande huwelijk, gemengde huwelijken, waarin de ene een gelovige is en de andere niet en Paulus gaat spreken over scheiding. Ook volgt een woord over de geroepen staat van gelovigen en een woord aan de weduwen en aan de ongetrouwden.
Dus dit gehele hoofdstuk is gewijd aan aspecten aangaande het huwelijk.
1 Korinthe 7: 1- 3
1 Wat nu de punten betreft, waarover gij mij geschreven hebt, het is goed voor een mens niet aan een vrouw verbonden te zijn,
2 maar met het oog op de gevallen van hoererij moet ieder zijn eigen vrouw hebben en iedere vrouw haar eigen man.
3 De man kome jegens de vrouw zijn (echtelijke) verplichtingen na en evenzo de vrouw jegens haar man.
Wat nu de punten betreft, waarover gij mij geschreven hebt.
Ja, als we naar deze woorden kijken zien we in de eerste plaats dat de gemeente een brief had geschreven aan Paulus met vragen.
We zien dat aan de woorden, "Wat nu de punten betreft, waarover gij mij geschreven hebt".
We weten niet helemaal precies wat er geschreven is, maar aan de hand van deze woorden weten we dat deze gemeente Paulus een brief met vragen had gestuurd.
Als we daar verder over nadenken zien we dat in hoofdstuk 8 vers 1, "Wat het offervlees aangaat", hoofdstuk 12: 1 "ten aanzien van de uitingen des geestes", en hoofdstuk 16: 1, "wat nu de inzameling voor de heiligen betreft".
Vanuit die woorden lijkt het erop dat de Korinthiërs in ieder geval vragen gesteld hadden over het huwelijk, over het offervlees en hoe daarmee om te gaan, over uitingen van de geest en over de inzameling voor de heiligen.
Het is goed voor een mens niet aan een vrouw verbonden te zijn.
Het woord verbonden wat hier gebruikt word komt van het Griekse woord "haptomai" en dit woord betekent "zich ergens aan hechten", in relatie tot het huwelijk.
Dus Paulus begint hier om aan te geven dat het goed was voor een man om niet aan een vrouw "gehecht te zijn". Dus, om niet getrouwd te zijn.
Als we dit hoofdstuk verder gaan overdenken zien we dat Paulus hier een aantal keren op terugkomt, het leven zonder een partner, we zien dit in vers 7- 8, 11, 26- 27, 37- 38 en 40.
Nu is het zo dat we ons een belangrijke vraag moeten stellen en dat is, was Paulus tegen het huwelijk.
En het antwoord is nee.
Laten we eens verder kijken. We zien in vers 26: "Ik acht dus om de bestaande nood dit goed, dat het voor een mens goed is, zo te zijn".
Als we deze woorden overdenken lijkt het er sterk op dat ten tijde dat Paulus deze brief stuurde er een nood was.
We weten niet precies waar deze nood uit bestond, maar het is wel belangrijk om dit mee te nemen als we dit mooie hoofdstuk gaan overdenken, er was een nood, en het is vanuit die achtergrond dat Paulus deze brief en nu in het bijzonder dit hoofdstuk schrijft.
En ook lezen we vers 28: "Maar wel staat zulke mensen verdrukking voor het vlees te wachten, die ik u gaarne besparen zou".
Ook in deze woorden zien we dat er op het moment dat Paulus deze brief schreef er iets aan de hand was waardoor het leven moeilijk was.
En vanuit die gedachten spreekt Paulus.
Dus nee, Paulus was niet tegen het huwelijk, maar Paulus geeft een aantal inzichten die in verband staan met "een bestaande nood".
En vanuit die gedachte stelt Paulus dat het in die dagen beter was om alleen te zijn, om niet aan een vrouw verbonden te zijn.
Dus nee, Paulus was niet tegen het huwelijk, we zien dat ook duidelijk in het verdere vervolg van dit hoofdstuk en ook aan andere plaatsen waar Paulus over het huwelijk sprak. (Efeze 5: 22- 33; Koll. 3: 18- 21 en anderen)
Maar met het oog op de gevallen van hoererij moet ieder zijn eigen vrouw hebben en iedere vrouw haar eigen man.
Ja, omwille van gevallen van hoererij, is het belangrijk dat elke man een eigen vrouw heeft en iedere vrouw haar eigen man.
Hier zien we dan gelijk hoe Paulus teruggaat naar de scheppingsorde. Iedere man zijn eigen vrouw en elke vrouw haar eigen man.
En ja, dat is hoe God het huwelijk heeft ingesteld en dat is niet veranderd.
Ja, in het eerste verbond waren er soms mannen die meerdere vrouwen hadden, maar dit was nooit de intentie van God vanaf het begin.
Matteus 19:
3 En er kwamen Farizeeen tot Hem om Hem te verzoeken, en zij zeiden: Is het geoorloofd zijn vrouw weg te zenden om allerlei redenen?
4 Hij antwoordde en zeide: Hebt gij niet gelezen, dat de Schepper hen van den beginne als man en vrouw heeft gemaakt?
5 En Hij zeide: Daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten en zijn vrouw aanhangen en die twee zullen tot een vlees zijn.
6 Zo zijn zij niet meer twee, maar een vlees. Hetgeen dan God samengevoegd heeft, scheide de mens niet.
Hier zien we het beeld van God vanaf het begin, 1) God heeft vanaf het begin man en vrouw gemaakt, 2) een man zal zijn vader en moeder verlaten, 3) zijn vrouw aanhangen, 4) zij zullen één vlees worden, en 5) wat God dan samengevoegd heeft scheide de mens niet.
Dit is hoe God het huwelijk heeft ingesteld.
Twee mensen, man en vrouw, voor het leven aan elkaar verbonden.
Dat is de wil van God.
Als we dat verder overdenken, zien we een belangrijk gegeven in het volgende vers.
De man kome jegens de vrouw zijn (echtelijke) verplichtingen na en evenzo de vrouw jegens haar man.
In deze relatie van man en vrouw, die voor het leven aan elkaar verbonden zijn, is het van belang dat "echtelijke verplichtingen" na worden gekomen.
En ja, als we hier dan verder over na gaan denken maken we een aantal belangrijke observaties.
Als we kijken naar een huwelijk dan is dat in de eerste plaats twee mensen die samengesmolten zijn tot één.
Twee mensen worden een éénheid, en in die éénheid gaan beiden geven datgene wat nodig is om die éénheid verder omhoog te stuwen.
Omhoog stuwen naar een hoogte zoals God het heeft bedoeld.
Ja, als we dit overdenken zien we hoe belangrijk het is om met elkaar te communiceren.
In communicatie wordt er geleerd wat de ander fijn vind, waar de ander van geniet, wat belangrijk is voor de ander, waar de krachten zitten van de ander, waar de zwakten zitten van de ander. Dit is ESSENTIEEL.
En als er dan goede communicatie is, en voor elkaar geleefd, voor elkaar gewerkt en voor elkaar gestreden, dan wordt we wil van God vervuld.
Dan komen er "vervulde levens".
Efeze 5:
22 Vrouwen, weest aan uw man onderdanig als aan de Here,
23 want de man is het hoofd van zijn vrouw, evenals Christus het hoofd is zijner gemeente; Hij is het, die zijn lichaam in stand houdt.
24 Welnu, gelijk de gemeente onderdanig is aan Christus, zo ook de vrouw aan haar man, in alles.
25 Mannen, hebt uw vrouw lief, evenals Christus zijn gemeente heeft liefgehad en Zich voor haar overgegeven heeft,
26 om haar te heiligen, haar reinigende door het waterbad met het woord,
27 en zo zelf de gemeente voor Zich te plaatsen, stralend, zonder vlek of rimpel of iets dergelijks, zo dat zij heilig is en onbesmet.
28 Zo zijn ook de mannen verplicht hun vrouw lief te hebben als hun eigen lichaam. Wie zijn eigen vrouw liefheeft, heeft zichzelf lief;
29 want niemand haat ooit zijn eigen vlees, maar hij voedt het en koestert het zoals Christus de gemeente.
Als we naar deze passage gaan kijken zien we een heel belangrijk onderscheid tussen de primaire taak van de vrouw en de primaire taak van de man.
De vrouw word opgeroepen om onderdanig te zijn en de man wordt opgeroepen om lief te hebben.
Dat is een belangrijk onderscheid en één die we niet moeten onderschatten.
A. In een normaal huwelijk, en dan spreken we niet alleen over Christelijk maar ook buiten het Christelijke, is het belangrijk dat de man en vrouw elkaar aanvullen in alle opzichten. Man en vrouw "geven elkaar" wat belangrijk is om een gezond huwelijk te hebben en te houden.
Het is de bedoeling in een gezond huwelijk dat de man en de vrouw een sterke mate van communicatie hebben, waardoor ze diep in elkaars wereld komen, om zo datgene aan de ander te geven wat nodig is om dat gezonde huwelijk in gezond, in stand te houden en nog veel meer diepgang te geven.
Nu is het natuurlijk zo dat in een huwelijk er meerdere aspecten zijn waarin de twee elkaar aanvullen, dat is geestelijk, emotioneel, psychisch en fysiek. Dat zijn de hoofdgroepen. In die zin, een mens bestaat uit lichaam, ziel en geest, en allen hebben ze voeding nodig.
B. Wat zien we dan?
We zien dat deze aspecten echte tijd en echte aandacht verdienen om dit om een gezonde manier te leiden en te sturen.
Dit vraagt om volwassenheid, eerlijkheid, het effectief klaar willen staan voor de ander en zelf-inzicht. En dat bestaat uit soms "sorry" kunnen zeggen waar dat nodig is.
Maar bovenal vraagt het in de eerste plaats om een stuk communicatie, door middel van communicatie leert de één de ander dieper kennen, zo worden diepe gevoelens duidelijk en kan de ander daar beter, dieper en gezonder op inspelen.
En zo zou er dan een wisselwerking moeten ontstaan waarin beiden elkaar steeds beter en dieper gaan begrijpen, om zo elkaar aan te vullen, en een gezond en volwassen huwelijk te hebben. Om natuurlijk, ten diepste, "samen gevuld of vervuld" te zijn. Dat is het doel.
C. Als deze zaken op een gezonde manier op zijn plaats zijn dan zal er nooit een behoefte ontstaan om met "iemand anders" een contact aan te gaan.
Ja, ik ben ervan overtuigd dat als de man de vrouw beter en dieper leert kennen en haar datgene geeft wat nodig is, dan is zij "vervuld", daarnaast, als de vrouw de man beter en dieper leert kennen en hem geeft wat hij nodig heeft, dan is hij "vervuld". En zo krijg je vervulde levens.
D. Er is een verschil tussen man en vrouw en de primaire behoeften van beide.
Een vrouw verlangt van nature, als primaire zaak, veiligheid.
De man verlangt van nature, als primaire behoefte, respect.
(Nu zal iemand zeggen, dat is niet altijd helemaal zo scherp, en dat is ook soms zo. Alleen de vraag die we dan stellen is waarom is dit niet zo. Dat heeft vaak weer te maken met verwondingen die het leven heeft gegeven, waardoor iemand andere primaire behoeften krijgt)
Maar aan de basis van mannelijkheid ligt een sterke behoefte aan gezond respect en aan de basis van vrouwelijkheid ligt de behoefte om "veilig te voelen".
En dat maakt vele huwelijken lastig. Waarom? Een vrouw denkt, voelt, begrijpt etc. anders dan een man en visa versa. En deze twee werelden kunnen alleen maar gezond bij elkaar komen als er gezonde communicatie is.
En als er dan geen communicatie is, dan worden primaire behoeften niet goed begrepen, die worden dan ook niet genoeg vervuld en dan ontstaat er een behoefte!!
Broeders en zusters, vrienden, ja een huwelijk betekent werken. Maar bovenal samenwerken.
Dat is essentieel. Om zo elkaar te geven wat nodig is.
Vervul elkaars behoeften!!
En ga zo een rijk leven in.
--------------------------------------------------------------------------
In de eerste paar verzen van dit zevende hoofdstuk hebben we een aantal belangrijke zaken gezien. 1) Omwille van hoererij hoort een man zijn eigen vrouw te hebben en elke vrouw haar eigen man, 2) elke man en vrouw behoort de “echtelijke verplichtingen” te behartigen.
Vanuit die gedachte gaan we verder.
1 Korinthe 7: 4- 5
4 De vrouw heeft niet zelf over haar lichaam te beschikken, doch haar man; en eveneens heeft de man niet zelf over zijn lichaam te beschikken, doch zijn vrouw.
5 Onthoudt dat elkander niet, tenzij met onderling goedvinden (en) voor een bepaalde tijd, om u te wijden aan het gebed, maar om daarna weder samen te komen, opdat niet de satan u verzoeke wegens uw gemis aan zelfbeheersing.
De vrouw heeft niet zelf over haar lichaam te beschikken, doch haar man; en eveneens heeft de man niet zelf over zijn lichaam te beschikken, doch zijn vrouw.
Als we dieper na gaan denken over deze woorden zien we iets heel bijzonders.
In het ware huwelijk is de vrouw niet van de man en de man niet van de vrouw.
Nee, zoals het is vanuit het huwelijksverbond, deze twee mensen zijn één geworden.
In het huwelijk is daarom geen sprake van twee, in het ware huwelijk is er sprake van één persoon.
En daarom is er een samenspel tussen de twee die zo diep gaat dat er sprake is van “de vrouw heeft niet over haar lichaam te beschikken, doch haar man, en eveneens heeft de man niet zelf over zijn lichaam te beschikken, doch zijn vrouw”.
Het woord “beschikken” komt van het Griekse woord “excousiosa” en dit woord betekent “gezag of macht hebben”.
Wat zien we dan? Nee, de man heeft geen gezag over zijn eigen lichaam, maar de vrouw, en de vrouw heeft geen gezag over haar eigen lichaam, maar de man.
In dit samenspel behoort niets tot de man zelf of tot de vrouw zelf, nee, er is een éénheid en in die éénheid staat de ene volledig klaar voor de ander.
Zoals we eerder hebben gedeeld, waar twee mensen voor elkaar klaar staan, vanuit eerlijke en serieuze communicatie, daar worden behoeften vervuld en daar ontstaat “totale vervulling”.
En dat is Gods doel met het huwelijk. Totale en complete vervulling. Op alle vlakken.
Als we dan in het bijzonder stilstaan bij de woorden “het lichaam” dan wordt het ook duidelijk dat het hier primair gaat over seksualiteit.
Wat betekent dit? Seksualiteit is een gave van God en in een huwelijk horen twee mensen open te staan voor de ander op het gebied van seksualiteit.
Daarom is communicatie, ook over seksualiteit zo belangrijk in een huwelijk, om zo te weten te komen hoe “de ander behaagd kan worden”.
Betekent die dat de ander altijd alles moet doen wat de ander wil? Nee.
Waarom nee? Dit omdat een huwelijk gebaseerd is op liefde, en ware liefde is geduldig, ware liefde zoekt zichzelf niet en ware liefde kan wachten.
Ware liefde kijkt niet alleen naar zichzelf, maar houdt altijd het belang van de ander in het vizier.
1 Korinthe 13:
4 De liefde is lankmoedig, de liefde is goedertieren, zij is niet afgunstig, de liefde praalt niet, zij is niet opgeblazen,
5 zij kwetst niemands gevoel, zij zoekt zichzelf niet, zij wordt niet verbitterd, zij rekent het kwade niet toe.
6 Zij is niet blijde over ongerechtigheid, maar zij is blijde met de waarheid.
7 Alles bedekt zij, alles gelooft zij, alles hoopt zij, alles verdraagt zij.
Ja, ware liefde laat het belang van de ander sterk meetellen.
En als het dan gaat over seksualiteit, maar ten diepste ook de behoeften op andere vlakken, dan is het van belang dat er goede communicatie is en vanuit die communicatie ontstaat er een samenspel, een samenspel waarin elkaars behoeften volledig en compleet vervuld worden, vanuit oprechte liefde.
Ja, God heeft het heel mooi gemaakt. God heeft het heel goed geschapen.
Alleen, dit vraagt om twee mensen die God serieus nemen en die elkaar serieus nemen.
Ja, God heeft dit echt fantastisch mooi gemaakt.
God heeft dit fantastisch mooi geschapen.
Onthoudt dat elkander niet.
Wat is het enige ware antwoord op al deze dingen? Onthoudt dat elkander niet!
Dit is belangrijk!
Het woord “onthoudt” komt van het Griekse woord “apostreo” en dit woord betekent “bedriegen” of “beroven”.
Ja, als een man de vrouw niet geeft wat haar toekomt, dan beroofd hij haar.
Als de vrouw niet geeft wat de man toekomt, dan beroofd hij hem.
En dat is ten diepste een overtreding van het gebod om niet te stelen, simpel en eenvoudig!
Broeders en zusters, vrienden.
Waarom gaan zoveel huwelijken kapot?
Niet omdat het huwelijk niet goed is, niet omdat God de mens verkeerd of onvolmaakt heeft geschapen.
Huwelijken lopen fout omdat mensen, bewust en soms onbewust elkaar niet geven wat ze bij recht van het huwelijk toekomen.
Zoveel huwelijken worden gebroken omdat er geen genoeg respect en liefde voor elkaar is. En dat brengt onvervulde behoeften met zich mee, en dat drijft mensen uit elkaar en naar een ander toe.
Dit alles is een sterke waarschuwing. Beroof elkaar en leef “onvervulde levens”, of zorg voor elkaars behoeften en verlangens en leef “vervulde levens”.
We gaan een stap verder.
Tenzij met onderling goedvinden (en) voor een bepaalde tijd, om u te wijden aan het gebed, maar om daarna weder samen te komen.
Sommige vertalingen spreken van “gebed” andere vertalingen spreken van “gebed en vastten”. En in de diepere zin van het woord is dit niet het belangrijkste.
Wat het belangrijkste is dat er, ook in een huwelijk, tijden van nood aan kunnen breken.
(Deze woorden laten ook zien dat er een “bestaande nood” was ten tijde dat Paulus deze woorden schreef, vers 26, 28)
En zo geeft Paulus krachtig advies. Als er in een huwelijk een periode is dat er een druk is, dat je elkaar seksueel niet tegemoet kan komen doe dit dan “met onderling goedvinden”.
Hier zien we ook weer hoe belangrijk goede communicatie is en hoe belangrijk het woord “samen” of “samenspel” is in het huwelijk.
En als er dan “met onderling goedvinden” een bepaalde tijd is afgesproken, moet er ook een afspraak zijn om “daarna weder samen te komen”.
Alles draait om goede en eerlijke communicatie. Alles draait om de zorg die man en vrouw elkaar geven.
Opdat niet de satan u verzoeke wegens uw gemis aan zelfbeheersing.
Dit zijn belangrijke woorden!
Wat bedoelen we?
Waarom gaan veel huwelijken mis? In de primaire zin, vanwege onvervulde behoeften!
En dat kan natuurlijk op velerlei vlak zijn, emotioneel, lichamelijk en geestelijk.
Als twee mensen in een huwelijk elkaar geven wat echt nodig is, dan ontstaan er vervulde levens, en dan is er geen noodzaak om “buiten de deur te gaan eten”.
Ja, we moeten begrijpen dat er een tegenstander is. En die tegenstander wil huwelijken breken. Elke keer als er een huwelijk breekt is satan de overwinnaar.
Broeders en zusters, vrienden, horen we dit? Elke keer als er een huwelijk breekt is satan de overwinnaar.
Ja, dieper, als we niet goed naar elkaar luisteren en daarnaar handelen is satan de overwinnaar. Willen we dat?
Ja, satan probeert, ook op het seksuele vlak, huwelijken te breken.
En heel vaak heeft hij al gewonnen.
Mannen en vrouwen, luister naar het advies van God.
Leer met elkaar communiceren op een eerlijke en open wijze, geef elkaar wat nodig is om echt te leven en om te groeien, met elkaar en voor elkaar en dat tot lof en glorie van God. Maar ook tot welzijn van “vervulde levens en vervulde harten”.
Ja, als dat gebeurd krijgt satan geen kans meer om huwelijken te breken.
---------------------------------------------------------------
1 Korinthe 7: 6- 7
6 Dit zeg ik om u tegemoet te komen, niet om u te bevelen.
7 Ik zou wel willen, dat alle mensen waren, zoals ikzelf. Doch iedereen heeft van God zijn bijzondere gave, de een deze, de ander die.
Dit zeg ik om u tegemoet te komen, niet om u te bevelen.
Dit zijn belangrijke woorden, niet alleen om wat deze woorden zeggen, maar ook om de diepere beweegreden van Paulus te zien in wat hij schrijft.
De eerste belangrijke vraag is, waar refereert Paulus naar als hij schrijft, “dit zeg ik”.
Als we dit vanuit de context gaan bekijken is de meest voor de hand liggende verklaring dat hij hier spreekt over het “alleen door het leven” gaan. We zien dit als we dit vers samenvoegen met de volgende verzen, vers 7- 9. (Zie ook vers 26- 28; 32- 33)
Ja, Paulus heeft geschreven dat hij wilde dat er meer mensen waren zoals hem, (vers 7) ongetrouwd en in staat om God nog voller te dienen.
Later zal Paulus, in ditzelfde hoofdstuk, schrijven: "Ik acht dus om de bestaande nood dit goed, dat het voor een mens goed is, zo te zijn". (vers 26)
en, “En ik wilde wel, dat gij zonder zorgen waart. Wie niet getrouwd is, wijdt zijn zorgen aan de zaak des Heren, hoe hij de Here zal behagen. Maar hij, die getrouwd is, wijdt zijn zorgen aan aardse zaken, hoe hij zijn vrouw zal behagen, en hij is verdeeld. (Vers 32, 33)
Ja, hierin zien we de diepste beweegreden voor Paulus in wat hij schrijft, Paulus wilde dat de Christenen zonder zorgen waren, in de eerste plaats om God nog voller te dienen en in de tweede plaats in relatie tot “de bestaande nood”. (vers 26- 28)
Daarnaast, als Paulus schrijft, ”Dit zeg ik om u tegemoet te komen, niet om u te bevelen, stelt hij dit niet als een gebod maar als een tegemoetkoming naar de gelovigen in een moeilijke tijd.
Ik zou wel willen, dat alle mensen waren, zoals ikzelf.
Als we naar het leven van Paulus kijken dan zien we dat hij een ongetrouwde man was.
En Paulus stelt dat hij wel zou willen dat alle mensen zoals hem waren, ongetrouwd.
Maar, Paulus laat hier gelijk op volgen…………..
Doch iedereen heeft van God zijn bijzondere gave, de een deze, de ander die.
Paulus brengt zijn woorden van het vorige vers in de categorie van “een gave”.
En hij realiseert ook dat niet een ieder deze gave, om alleen te blijven, heeft.
En daarom is het belangrijk om deze woorden van Paulus goed te plaatsen, deze woorden zijn een tegemoetkoming, geen gebod.
En we zien dat ook in de woorden van vers 9, “Indien zij zich echter niet kunnen beheersen, laten zij dan trouwen. Want het is beter te trouwen dan van begeerte te branden”.
Als we dan spreken over de gave van “het alleen zijn”, dan zien we dat Jezus daar ook iets over had gezegd.
Matteus 19
9 Doch Ik zeg u: Wie zijn vrouw wegzendt om een andere reden dan hoererij en een andere trouwt, pleegt echtbreuk.
10 De discipelen zeiden tot Hem: Indien voor een man de zaak met zijn vrouw zo staat, is het niet raadzaam te trouwen.
11 Doch Hij zeide tot hen: Niet allen vatten dit woord, alleen zij, aan wie het gegeven is.
12 Er zijn immers gesnedenen, die zo uit de moederschoot geboren zijn, en er zijn gesnedenen, die door de mensen gesneden zijn, en er zijn gesnedenen, die zichzelf gesneden hebben, ter wille van het Koninkrijk der hemelen. Die het vatten kan, die vatte het.
Als we naar de woorden van Jezus kijken dan zien we dat Jezus, nadat Hij met zijn discipelen over het huwelijk heeft gesproken en dat scheiding alleen toegestaan was in het geval van hoererij, dat Zijn discipelen met een krachtige uitspraak kwamen, “indien voor een man de zaak met zijn vrouw zo staat, is het niet raadzaam om te trouwen.”
Jezus beantwoord de woorden van de discipelen dat het moeilijk is om te vatten wat Hij ging zeggen maar, er waren drie soorten van mensen die de gave hadden om alleen te blijven en dat waren, 1) gesnedenen die zo uit de moederschoot geboren zijn, 2) die door de mensen gesneden zijn en 3) degene die zichzelf hebben laten snijden voor het koninkrijk.
Het woord vertaald “gesneden” of “gesnedenen”komt van het Griekse woord “eunouchos” en dit woord staat voor iemand die “ontmand” is.
In de oudheid waren er “ontmanden”, dit waren mannen die zich onthielden van een huwelijk en van seksualiteit en dat waren toezichthouders van vrouwenvertrekken en harems.
En dat zijn degene waar Jezus over spreekt als zijn discipelen stellen dat, “het niet raadzaam is voor een man om te trouwen, als de zaak met zijn vrouw er zo voor staat”.
Dus ja, Jezus spreekt hier over diegene die geen behoefte hadden aan een huwelijk en seksualiteit. En nee, dat waren er niet veel.
De meeste mannen begeren om met een vrouw te zijn in een huwelijk.
En dat zien we dan in de woorden van Paulus, dat niet een ieder de gave had om alleen te zijn, maar daar pleit hij wel voor.
Dit omwille van een bestaande nood en daaraan gekoppeld, een leven om God voller te dienen.
-----------------------------------------------------------------------------
In de vorige twee verzen hebben we gezien dat Paulus een beroep deed op de man om, als het zijn gave was, om alleen te blijven, dit om God voller te kunnen dienen en vanwege “de bestaande nood”.
In vers 8 en 9 gaat Paulus dit verder aan vullen.
1 Korinthe 7: 8- 9
8 Maar tot de ongehuwden en de weduwen zeg ik: Het is goed voor hen, indien zij blijven, zoals ik.
9 Indien zij zich echter niet kunnen beheersen, laten zij dan trouwen. Want het is beter te trouwen dan van begeerte te branden.
Maar tot de ongehuwden en de weduwen zeg ik: Het is goed voor hen, indien zij blijven, zoals ik.
En opnieuw komt Paulus terug op het principe van alleen zijn.
Aan diegene die ongehuwd waren en diegene die weduwen waren had Paulus sterk advies, “het is goed voor hen, indien zij blijven, zoals ik”.
Ja, Paulus wilde dat de gelovigen God voller zouden dienen en zou graag willen dat er meer waren zoals hij, alleen, ongetrouwd en in staat om God ten volle te dienen.
Maar, hij gaat dit verder aanvullen....
Indien zij zich echter niet kunnen beheersen, laten zij dan trouwen.
Ja, als zij de gave van alleen zijn niet hebben, laten zij dan trouwen.
Het woord vertaald “beheersen” komt van het Griekse woord “egkrateuomai” en dit woord betekent “zelfbeheersing hebben” of “matig zijn”. Dit woord was een spraakfiguur voor de atleten, die zich bij de voorbereiding voor de spelen van ongezond voedsel, wijn en sexuele losbandigheid onthielden.
Dus ja, hier zien we twee zaken samenkomen.
In deze eerste 9 verzen zien we hoe Paulus een sterk beroep doet op de gelovigen, die niet in een huwelijk zijn, om dit niet te zoeken, en dit was op basis om 1) God voller te kunnen dienen en 2) vanwege “een bestaande nood”.
Dan zien we dat Paulus nu heel sterk stelt, “als je niet de gave hebt om alleen te zijn, ga dan zeker trouwen”.
Op een andere plaats zei Paulus.
1 Tim. 5:
11 Maar wijs jonge weduwen af, want wanneer de zinnen haar van Christus aftrekken, willen zij huwen,
12 en halen een oordeel over zich, omdat zij haar eerste trouw hebben verzaakt
13 Maar tegelijk wennen zij zich eraan de huizen rond te gaan bij gebrek aan bezigheid, en niet alleen zonder bezigheid, maar ook bezig met praatjes en al te bezig met het spreken over onbehoorlijke dingen.
14 Ik wil daarom, dat de jonge weduwen huwen, kinderen krijgen, haar huis bestieren, en niet door lasterpraat aan de tegenpartij vat op zich geven.
15 Want reeds zijn sommigen afgeweken, de satan achterna.
In deze woorden zien we dan ook duidelijk dat Paulus niet tegen het huwelijk was. (zie ook Efeze 5: 22- 33; 1 Tim. 4: 1- 3)
Maar al zijn woorden hadden te maken met 1) om God voller te dienen, en 2) vanwege een bestaande nood.
Want het is beter te trouwen dan van begeerte te branden.
En zo zien we dan deze woorden, “Want het is beter te trouwen dan van begeerte te branden”.
En dit is zijn belangrijke woorden.
Niet een ieder heeft de gave om alleen te blijven en dan is het advies om te trouwen.
En ja, dit gaat ten diepste terug naar de woorden uit hoofdstuk 6 en de eerste verzen van dit hoofdstuk.
1 Korinthe 7:
1 Wat nu de punten betreft, waarover gij mij geschreven hebt, het is goed voor een mens niet aan een vrouw verbonden te zijn,
2 maar met het oog op de gevallen van hoererij moet ieder zijn eigen vrouw hebben en iedere vrouw haar eigen man.
In hoofdstuk 6 heeft Paulus duidelijk aangegeven dat “hoererij” zonde is en dat wie deze zonde bedrijven het koninkrijk van God niet zullen beërven.
En ja, als iemand zich dan niet kan beheersen, dan is het beter om te trouwen.
Dus ja, met het oog op hoererij en dat in relatie met iemand die zich niet kan beheersen, is het van belang om dan een huwelijk te zoeken.
Waarom? Seksualiteit hoort thuis in een huwelijk. Het huwelijk zoals God het heeft ingesteld.
En dat is nu het punt waar Paulus over spreekt in deze verzen.
Iemand die zich niet kan beheersen, voor deze persoon is het beter om te trouwen.
Het woord “branden” komt van het Griekse woord “puroo” en dit woord betekent “in brand staan”.
Matteus 5:
28 Maar Ik zeg u: Een ieder, die een vrouw aanziet om haar te begeren, heeft in zijn hart reeds echtbreuk met haar gepleegd.
29 Indien dan uw rechteroog u tot zonde zou verleiden, ruk het uit en werp het van u, want het is beter voor u, dat een uwer leden verloren ga en niet uw gehele lichaam in de hel geworpen worde.
30 En indien uw rechterhand u tot zonde zou verleiden, houw haar af en werp haar van u; want het is beter voor u, dat een uwer leden verloren ga en niet uw gehele lichaam ter helle vare.
Ja, “wie een vrouw aanziet om haar te begeren”, dat is zonde en daarom is het van belang dat een man die van verlangen brandt een vrouw zoekt en met haar trouwt.
En zo heeft Paulus zijn woorden aan de ongetrouwden en weduwen gegeven.
Hij geeft het sterke advies om alleen te blijven, dit om God voller te dienen en vanwege “de bestaande nood”, maar als ze die gave niet hebben, dan is het beter om te trouwen.
En dit alles heeft een hele belangrijke reden. Om hoererij buiten de gemeente te houden.
Dit omdat hoererij zonde is. Want degene die hoereren zullen het koninkrijk niet beërven.
-------------------------------------------------------------------------------------------------
In de eerste 9 verzen van dit hoofdstuk heeft Paulus duidelijk gesproken over hoe ten diepste om te gaan met de zonde van hoererij.
Hoererij is een zonde waardoor iemand het koninkrijk van God niet kan beërven en zo heeft Paulus aangegeven in de eerste 9 verzen, 1) omwille van hoererij moet een iedere man zijn eigen vrouw hebben en elke vrouw haar eigen man, 2) maar er was een bestaande nood, en daardoor had Paulus ook diegene aangemoedigd die niet getrouwd waren, om geen huwelijk te zoeken. Maar als zij branden (van verlangen naar een huwelijk), dan was het beter om te trouwen.
En vanuit die gedachten gaat Paulus verder spreken over het huwelijk.
1 Korinthe 7: 10- 11
10 Doch hun, die getrouwd zijn, beveel ik niet, maar de Here, dat een vrouw haar man niet mag verlaten -
11 is dit toch gebeurd, dan moet zij ongehuwd blijven of zich met haar man verzoenen - en een man moet zijn vrouw niet verstoten.
Doch hun, die getrouwd zijn, beveel ik niet, maar de Here, dat een vrouw haar man niet mag verlaten - is dit toch gebeurd, dan moet zij ongehuwd blijven of zich met haar man verzoenen - en een man moet zijn vrouw niet verstoten.
(Als we vers 10 met vers 12 vergelijken zien we dat Paulus in vers 10 en 11 spreekt tot twee gelovigen in een huwelijk. In vers 12 begint Paulus met de woorden “en tot de overigen”. Dus een andere groep, of categorie. In vers 12 zien we dat Paulus gaat spreken over een gelovige vrouw en een ongelovige man en over een gelovige man en een ongelovige vrouw. Dit laat ons zien dat het in vers 10 en 11 over twee gelovigen gaat)
En zo gaat Paulus “ bevelen” geven aan hen die getrouwd zijn.
Omdat Paulus in de eerste aantal verzen, aangaande het alleen zijn, sprak vanuit “een eigen maar wel sterke overtuiging” voegt hij er hier duidelijk aan toe “Doch hun, die getrouwd zijn, beveel ik niet, maar de Here”.
Dus we zien hier duidelijk dat wat hij verder gaat schrijven een woord van de Here is. En zo schrijft Paulus aan hen die getrouwd zijn, dat een vrouw haar man niet mag verlaten en dat een man zijn vrouw niet mag verstoten.
Ja, ook Jezus had duidelijk gesproken over het huwelijk.
Matteus 5:
31 Er is ook gezegd: Al wie zijn vrouw wegzendt, moet haar een scheidbrief geven.
32 Maar Ik zeg u: Een ieder, die zijn vrouw wegzendt om een andere reden dan ontucht, maakt, dat er echtbreuk met haar gepleegd wordt; en al wie een weggezondene trouwt, pleegt echtbreuk.
Matteus 19:
6 Zo zijn zij niet meer twee, maar een vlees. Hetgeen dan God samengevoegd heeft, scheide de mens niet.
7 Zij zeiden tot Hem: Waarom heeft Mozes dan bevolen een scheidbrief te geven en haar (daarmede) weg te zenden?
8 Hij zeide tot hen: Mozes heeft u met het oog op de hardheid uwer harten toegestaan uw vrouwen weg te zenden, maar van den beginne is het zo niet geweest.
9 Doch Ik zeg u: Wie zijn vrouw wegzendt om een andere reden dan hoererij en een andere trouwt, pleegt echtbreuk.
Markus 10:
11 En Hij zeide tot hen: Wie zijn vrouw wegzendt en een andere trouwt, pleegt echtbreuk ten opzichte van haar;
12 en indien zij haar man verlaat en een ander trouwt, pleegt zij echtbreuk.
Lukas 16:
18 En ieder, die zijn vrouw wegzendt, en een andere trouwt, pleegt echtbreuk; en wie een vrouw, die door haar man weggezonden is, trouwt, pleegt echtbreuk.
Ja, in al deze woorden zien we dat wat door God is samengevoegd, de mens niet mag scheiden. God heeft een vooropgesteld plan met het huwelijk tussen een man en een vrouw.
Deze band is tot de dood scheidt.
Maleachi 2:
16 Want Ik haat de echtscheiding, zegt de Here, de God van Israel, en dat men zijn gewaad met geweldpleging overdekt, zegt de Here der heerscharen. Daarom, weest op uw hoede voor uw hartstocht en weest niet ontrouw.
Broeders en zusters, vrienden, dit is zo belangrijk. Wat er ook maar gebeurd in een huwelijk, God wil geen scheiding. Zelfs in het geval van overspel wil God niet dat huwelijken gebroken worden, maar hersteld worden.
Daarna gaat Paulus verder en schrijft, “dat een vrouw haar man niet mag verlaten - is dit toch gebeurd, dan moet zij ongehuwd blijven of zich met haar man verzoenen”.
Wat zien we hier?
In het geval dat een vrouw een man heeft verlaten zijn er voor haar twee opties, 1) ze moet ongehuwd blijven of 2) zich met haar man verzoenen.
Broeders en zusters, het vraagstuk van huwelijk, echtscheiding is in het bijzonder een heel beladen onderwerp, maar ook als het over deze materie gaat dan zien we wel duidelijk dat God heeft gesproken.
En wat heeft God gesproken?
God heeft zo gesproken dat twee mensen die in een huwelijksverbond met elkaar zijn verbonden zijn, dit niet mogen breken. Ja, God haat de echtscheiding.
In de tweede plaats, zelf in het geval van overspel, zoekt God naar herstel.
Kijk eens naar God en Zijn band met Israel in het boek van Hosea, zelfs na hun overspel nam God hen terug. Dat is zo belangrijk voor ons als gelovigen, als wij die Hem willen volgen.
Echtscheiding heeft alleen maar verliezers, de enige die wint is satan.
En ja, in het geval dat dit wel gebeurd is zijn er twee opties voor de vrouw, alleen blijven of zich verzoenen met haar man.
-------------------------------------------------------------------------------------------------------
In vers 10 en 11 van dit hoofdstuk heeft Paulus gesproken over de gelovige man en de gelovige vrouw in het huwelijk.
Paulus heeft duidelijk gesteld, bij een woord van de Here, dat een man niet van zijn vrouw mag scheiden en dat een vrouw haar man niet mag verstoten.
In de volgende verzen, vers 12- 16 geeft Paulus een woord aan diegene die gelovig waren, maar een ongelovige huwelijkspartner hadden.
1 Korinthe 7: 12- 14
12 Maar tot de overigen zeg ik, niet de Here: heeft een broeder een ongelovige vrouw, die erin bewilligt met hem samen te wonen, dan moet hij haar niet verstoten.
13 En een vrouw moet, als zij een ongelovige man heeft, en deze erin bewilligt met haar samen te wonen, die man niet verstoten.
14 Want de ongelovige man is geheiligd in zijn vrouw en de ongelovige vrouw is geheiligd in de broeder. Anders zouden immers uw kinderen onrein zijn, doch nu zijn zij heilig.
Maar tot de overigen zeg ik, niet de Here: heeft een broeder een ongelovige vrouw, die erin bewilligt met hem samen te wonen, dan moet hij haar niet verstoten.
Weer is het belangrijk om deze woorden zorgvuldig te lezen, “Maar tot de overigen zeg ik, niet de Here”.
Vanuit deze woorden moeten we niet begrijpen dat Paulus zijn eigen interpretatie gaf aan deze zaken.
Nee, we zien vooral dat de Here Jezus veelvuldig over huwelijk en echtscheiding had uitgesproken, Matt.5; Matt. 19, Markus 10 en Lukas 16, maar Jezus had niet direct gesproken aangaande huwelijken waarin een gelovige en een ongelovige waren.
Zo mogen we zeggen dat Paulus hier nog steeds spreekt op basis van zijn gegeven apostelschap. Paulus was een man God, uitgekozen om te spreken door de Heilige Geest.
(1 Kor. 2: 6- 16)
Als Paulus hier spreekt over “maar tot de overigen zeg ik”, dan is het van belang om goed te begrijpen wie hij hier mee bedoeld. Om dat goed te begrijpen zien we in vers 12 tot 16 dat Paulus spreekt over een huwelijk waarin de ene een gelovige is en de andere een ongelovige.
Dit tegenover vers 10 en 11, waar Paulus spreekt aan hen die beiden gelovig waren.
Nu gaat Paulus dus een woord delen aan hen die in een huwelijk waren, waar de ene een gelovige was en de ander een ongelovige.
En hij zegt dan dat als er een broeder is met een ongelovige vrouw, en de vrouw bewilligt erin om samen te wonen, dan moet hij haar niet verstoten.
Dit alles gaat ook terug naar het eerste vers van hoofdstuk 7: “Wat nu de punten betreft, waarover gij mij geschreven hebt.”
Ja, de gemeente van Korinthe had Paulus geschreven met een aantal specifieke vragen.
En in dit hoofdstuk geeft Paulus antwoorden op deze specifieke vragen.
En één van die vragen betrof een huwelijk tussen een gelovige en een ongelovige.
De gemeente, of bepaalde leden van de gemeente, wilde weten hoe dat nu zat met een huwelijk waarin de ene een gelovige was en de ander een ongelovige.
Moest een gelovige dit huwelijk verlaten of laten ontbinden? Of kon dit huwelijk blijven bestaan?
En een vrouw moet, als zij een ongelovige man heeft, en deze erin bewilligt met haar samen te wonen, die man niet verstoten.
Zoals de gelovige man bij de vrouw blijft die ongelovig is, stelt Paulus nu hetzelfde voor de gelovige vrouw die een ongelovige man heeft, een vrouw die een ongelovige man heeft, en de man bewilligt erin om samen te wonen, dan mag deze vrouw de man niet verstoten.
En zo stelt Paulus dat in een huwelijk tussen waarin een gelovige en een ongelovige is, dit huwelijk zeker niet ontbonden mag worden, tenzij de ongelovige zich niet meer kan vinden.
In dat geval mag de ongelovige het huwelijk verlaten.
Om dit een niveau dieper te brengen, gaat Paulus dit nog verder uitleggen.
Want de ongelovige man is geheiligd in zijn vrouw en de ongelovige vrouw is geheiligd in de broeder. Anders zouden immers uw kinderen onrein zijn, doch nu zijn zij heilig.
Als er een huwelijk is waarin een gelovige en een ongelovige is, dan is de ongelovige “geheiligd” in de gelovige.
Het is van belang om dit woord “geheiligd” in deze context goed te begrijpen.
Het woord “geheiligd” komt van het Griekse woord “hagiazo” en dit woord betekent, “apart gezet” of “apart gezet voor toewijding aan God”.
Wat zien we dan? We zien dat dit huwelijk in de ogen van God aanvaardbaar was.
De Korintiërs maakten zich daar zorgen over, vers 1, maar Paulus geeft aan dat dit huwelijk niet ontbonden hoeft te worden, God accepteert dit huwelijk.
(Het betreft hier bestaande huwelijken die reeds voor de wedergeboorte waren gesloten, waarvan slecht één van de twee partners gelovig is geworden. Het sluiten van een huwelijk tussen een gelovige en een ongelovige wordt immers uitdrukkelijk verboden. Vers 39; 2 Korinthe 6: 14- 18)
De consequentie van een onrein huwelijk zou zijn dat de kinderen onrein zouden zijn, maar nee, deze kinderen zijn heilig.
Dus, hier word hun vraag, vers 1, beantwoord.
Als iemand na het huwelijk gelovig is geworden en de andere bewilligt om te blijven, mag dit huwelijk niet ontbonden worden. Dit huwelijk is voor God acceptabel.
Maar het is natuurlijk niet altijd zeker of de ongelovige ten allen tijde zou willen blijven.
Die vraag gaat Paulus behandelen in de volgende twee verzen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------
In de vorige twee verzen heeft Paulus duidelijk gemaakt aan de gemeente dat als er een huwelijk is waarin sprake is van een gelovige en een ongelovige en de ongelovige is gewillig om bij de gelovige te blijven dan is het van belang dat de gelovige dit accepteert.
Paulus koppelt daaraan dat een huwelijk waarin sprake is van een gelovige en een ongelovige een voor God geaccepteerd huwelijk is. Het is rein en ook de kinderen zijn rein.
We hebben ook gezien, als de ongelovige niet wil blijven, dat de gelovige dit moet accepteren en in vrede moet blijven staan.
De gelovige hoeft niet ten koste van alles deze ongelovige te laten blijven. Vrede is dan essentieel, en dat voor een belangrijke reden.
In de volgende twee verzen gaat Paulus dit uitwerken.
1 Korinthe 7:
15 Maar indien de ongelovige haar verlaat, laat hij haar verlaten. De broeder of zuster is in dit geval niet gebonden; tot vrede heeft God u geroepen.
16 Want hoe kunt gij weten, vrouw, dat gij uw man zult redden? Of hoe kunt gij weten, man, dat gij uw vrouw zult redden?
Maar indien de ongelovige haar verlaat, laat hij haar verlaten. De broeder of zuster is in dit geval niet gebonden; tot vrede heeft God u geroepen.
In het geval dat een ongelovige man of vrouw het huwelijk wil verlaten, dan moet een gelovige dit niet tegenhouden.
In dit geval is een broeder of een zuster niet gebonden, “tot vrede heeft God u geroepen”.
Dus nee, als de ongelovige uit de huwelijksband wil stappen, moet de gelovige dit niet ten koste van alles gaan tegenhouden, vrede is dan belangrijk en essentieel.
Ja, gelovigen zijn vrede-stichters. (Matt. 5: 9; Rom. 12: 18; Hebr. 12: 14) Gelovigen zijn altijd diegene die zichzelf inzetten voor vrede. De gelovige mag dan de ongelovige laten gaan, zonder zich ertegen te verzetten.
Als we hier lezen over een broeder of zuster die in “dit geval niet is gebonden”, vraagt dit om een stukje meer uitleg.
Het woord gebonden komt van het Griekse woord “douloo” en dit woord betekent “slaaf maken” of “tot lijfeigene maken”.
Met andere woorden, als iemand als gelovige in een huwelijk is met een ongelovige en de ongelovige wil de gelovige verlaten, dan mag deze ongelovige weggaan en de gelovige is in deze gevallen “niet als een slaaf”of “niet als een lijfeigene” gebonden aan de ongelovige.
Dus nee, een broeder of zuster, is in deze gevallen niet gebonden zich als een slaaf te gedragen naar de ongelovige en van alles moet gaan proberen om dit te behouden. Vrede is dan geboden.
De vraag die dan wel rijst is, is zo iemand vrij om te hertrouwen.
En het antwoord is mijn inziens, nee. Deze gelovige is niet gebonden aan de ongelovige, om dit te gaan forceren, maar is daarom niet vrij om te hertrouwen.
Waarom? In de eerste plaats, de enige reden voor een tweede huwelijk is overspel, Matt. 5, 31, 32; Matt. 19: 1- 9; Lukas 16: 18; Markus 10: 1- 12.
(En ik schrijf daarbij dat in alle gevallen van huwelijks-problematieken God altijd op zoek is naar herstel, zelfs onder moeilijke omstandigheden, zelfs als er overspel is, God is altijd op zoek naar twee partijen die herstel zoeken)
De tweede reden is het volgende vers.
Want hoe kunt gij weten, vrouw, dat gij uw man zult redden? Of hoe kunt gij weten, man, dat gij uw vrouw zult redden?
In deze woorden zien we het verband met de woorden uit het vorige vers “als de ongelovige wil verlaten”, laat dan de ongelovige verlaten, “God heeft ons geroepen tot vrede”.
Ja, als de gelovige partner de ongelovige partner laat gaan en zich daar niet tegen verzet, dan is de kans vele malen groter dat de ongelovige gewonnen wordt voor Christus.
Daarom zijn de woorden van het vorige vers zo belangrijk, “tot vrede heeft God u geroepen”.
We zien hier ook een verband met de woorden van 1 Petrus 3:
1 Evenzo gij, vrouwen, weest uw mannen onderdanig, opdat, ook indien sommigen aan het woord niet gehoorzaam zijn, zij door de wandel hunner vrouwen zonder woorden gewonnen worden,
2 doordat zij uw reine en godvrezende wandel opmerken.
In dit vers zien we een beeld van een gelovige vrouw met een “man die niet gehoorzaam is aan het woord”. Deze vrouwen worden opgeroepen om “zonder woorden, maar met een reine en godvrezende wandel” met hun ongehoorzame mannen te wandelen en hen zo te winnen.
In 1 Korinthe 7 zien we dit beeld voor de gelovige man en vrouw die alleen is komen te staan doordat de ongelovige weg is gegaan.
Ook deze gevallen roept God op tot “vrede”.
En vanuit deze vrede is de kans het grootst dat de ongelovige eens gewonnen gaat worden voor het geloof in God.
Let ook op dat hier de ongelovige nog steeds man en vrouw genoemd worden.
Dit laat zien, mijn inziens, dat er nog steeds sprake is van een huwelijk in Gods ogen.
Dus de ongelovige heeft het huwelijk wel verlaten, maar het huwelijk bestaat nog in Gods ogen.
Geliefde broeders en zusters, al deze woorden laten zien hoe heilig het huwelijk is in Gods ogen. Het huwelijk is een instelling van God. Laten wij het huwelijk op dezelfde manier behandelen.
Laten wij allemaal mannen zijn die onze vrouwen echt liefhebben, haar geven wat zij nodig heeft, haar liefhebben als ons eigen lichaam en haar liefhebben zoals Christus de gemeente heeft liefgehad.
Ja, en laten wij allemaal vrouwen zijn die onze mannen het respect geven waar zij naar op zoek zijn, laten wij als vrouwen gehoorzaam zijn aan onze man, hem datgene geven wat hij nodig heeft.
Dan bouwen we aan huwelijken die altijd blijven bestaan en dat tot lof en glorie van Hem die ons liefheeft.
---------------------------------------------------------------------------------------------
Nadat Paulus de gemeente geschreven had hoe om te gaan met een huwelijk waarin de ene gelovig is en de andere niet gelovig is, is Paulus tot een conclusie gekomen.
En die conclusie is dat als de ongelovige de gelovige wil verlaten, moet de gelovige deze ongelovige laten gaan, God heeft geroepen tot vrede.
In deze gevallen hoeft de gelovige niet achter de ongelovige aan te gaan en deze te dwingen.
Vrede is in deze gevallen belangrijk.
En dat is ook de koppeling naar de volgende woorden, blijven zoals God iemand toebedeeld en geroepen heeft.
1 Korinthe 7:
17 Alleen, laat ieder zo leven, als de Here hem toebedeeld heeft, zo, als God hem geroepen heeft. Zo schrijf ik het in alle gemeenten voor.
18 Is iemand als besnedene geroepen, hij late het niet verhelpen; is iemand als onbesnedene geroepen, hij late zich niet besnijden.
19 (Want) besneden zijn betekent niets, en onbesneden zijn betekent niets, maar wel het houden van Gods geboden.
20 Ieder blijve bij die roeping, waarin hij was, toen hij geroepen werd.
Alleen, laat ieder zo leven, als de Here hem toebedeeld heeft, zo, als God hem geroepen heeft.
Ja, en zo komt Paulus tot de woorden, “Laat een ieder zo leven, als door de Here toebedeeld en als door de Here geroepen”.
We hebben hier twee belangrijke woorden, toebedeeld en geroepen.
Het woord toebedeeld komt van het Griekse woord “merizo” en betekent “delen of verdelen”. En bij implicatie betekent dit woord dat ieder vanuit Gods plan een bepaald deel van een geheel is gemaakt.
Ieder heeft in Gods plan een unieke plaats.
Zo schrijf ik het in alle gemeenten voor.
Over dit alles schrijft Paulus nu dat hij dit in alle gemeenten zo leerde. We zien deze woorden twee maal terugkomen in de eerste brief aan de Korinthiers. En deze woorden zijn natuurlijk heel belangrijk.
1 Korinthe 4:
17 Juist hierom heb ik Timoteus tot u gezonden, die mij een geliefd en trouw kind is in de Here. Hij zal u mijn wegen in Christus Jezus indachtig maken, zoals ik die overal in elke gemeente leer.
1 Korinthe 14:
34 Zoals in alle gemeenten der heiligen moeten de vrouwen in de gemeenten zwijgen; want het is haar niet vergund te spreken, maar zij moeten ondergeschikt blijven, zoals ook de wet zegt.
Het is belangrijk voor ons dat we het belang van deze woorden begrijpen. In elke gemeente waar Paulus sprak, leerde hij hetzelfde.
Dit is een belangrijke lering voor ons.
Specifiek in relatie dat er tegenwoordig zoveel verschillende groeperingen zijn met net zoveel verschillende leringen.
Paulus leerde overal hetzelfde. En ja, we kunnen daar lang en kort over spreken, maar dit is wat er geschreven staat. Paulus leerde in elke gemeente hetzelfde.
Dit zou een belangrijke les voor ons allemaal moeten zijn.
Hoe staan wij persoonlijk in relatie tot deze zaken?
Als we kijken naar de vroege gemeente dan lezen we, "Zij dan, die zijn woord aanvaardden, lieten zich dopen en op die dag werden ongeveer drieduizend zielen toegevoegd. En zij bleven volharden bij het onderwijs der apostelen en de gemeenschap, het breken van het brood en de gebeden". (Handl. 2: 41, 42)
De eerste Christenen bleven volharden bij het onderwijs der apostelen.
Er waren geen verschillende kerken en verschillende leringen.
Wat betekent dit voor jou?
Ben jij gepassioneerd over deze "ene leer"?
Zoek jij naar deze ene leer?
Is iemand als besnedene geroepen, hij late het niet verhelpen; is iemand als onbesnedene geroepen, hij late zich niet besnijden. (Want) besneden zijn betekent niets, en onbesneden zijn betekent niets, maar wel het houden van Gods geboden.
En zo geeft Paulus een belangrijk voorbeeld.
Als iemand geroepen wordt als Jood en besneden is, hoeft hij dit niet te laten verhepen.
Maar als iemand als een onbesnedene is geroepen, hoeft deze persoon zich niet te laten besnijden.
Galaten 5:
5 Wij immers verwachten door de Geest uit het geloof de gerechtigheid, waarop wij hopen.
6 Want in Christus Jezus vermag noch besnijdenis iets, noch onbesneden zijn, maar geloof, door liefde werkende
En nee, iemand hoeft niet zijn status in het leven te veranderen. Maar voegt Paulus daaraan toe, wat wel van belang is om de geboden van God te onderhouden.
Dit zijn belangrijke woorden.
Iedereen mag komen zoals hij of zij geroepen wordt, maar wat wel van belang is om ten allen tijde de geboden van God te onderhouden.
Ieder blijve bij die roeping, waarin hij was, toen hij geroepen werd.
En ja, zo is er voor een ieder die geroepen wordt een roeping. Blijf zoals je geroepen wordt.
En dat is ook de relatie naar de woorden uit vers 12- 16.
De gelovige wordt opgeroepen tot vrede. Hij hoeft niet achter de ongelovige aan te gaan en die te bewegen om terug te komen in die relatie.
God heeft geroepen tot vrede.
In de volgende verzen, vers 21- 24, zullen deze woorden verder aangevuld worden met nog een voorbeeld, iemand die een slaaf is.
-----------------------------------------------------------------------------------------
In de voorgaande verzen 17- 20 heeft Paulus sterk benadrukt om te blijven in de roeping zoals God iemand heeft geroepen.
Paulus had daar een voorbeeld in gegeven, als iemand geroepen werd als een besnedene hoefde iemand zich niet te laten ontsnijden.
Als iemand geroepen werd als niet besnedene was het niet nodig om zich te laten besnijden.
Vandaag, met de woorden van vers 21- 24, zullen we dat verder uitbreiden.
1 Korinthe 7:
21 Zijt gij als slaaf geroepen, bekommer u daarover niet, maar als gij ook vrij kunt worden, maak er dan te meer gebruik van.
22 Want de slaaf, die in de Here geroepen werd, is een vrijgelatene des Heren; evenzo is hij, die als vrije geroepen werd, een slaaf van Christus. Gij zijt gekocht en betaald.
23 Weest geen slaven van mensen.
24 Broeders, iedereen blijve voor God in die toestand, waarin hij werd geroepen.
Zijt gij als slaaf geroepen, bekommer u daarover niet, maar als gij ook vrij kunt worden, maak er dan te meer gebruik van.
Ja, in de tijd van het nieuwe Testament was een slaaf zijn helemaal niet ongewoon.
(Gal. 3: 28; Koll. 3: 11)
En als iemand als slaaf werd geroepen was dit goed.
Iemand hoefde niet te veranderen.
En zelfs als iemand vrij kon worden, geef Paulus het advies om juist meer gebruik te maken van het feit dat iemand een slaaf was.
Als slaaf kon iemand God nog meer dienstbaar zijn dan als iemand vrij was.
Het volgende vers zegt daarover.
Want de slaaf, die in de Here geroepen werd, is een vrijgelatene des Heren; evenzo is hij, die als vrije geroepen werd, een slaaf van Christus.
Ja, iemand die een slaaf is, maar wederom geboren, die is door zijn wedergeboorte een vrijgelatene des Heren! Dus, als slaaf is hij een vrij mens.
Maar, evenzo is degene die als vrije geroepen is, dus iemand die geen slaaf is, een slaaf van Christus.
Dus, en degene die slaaf is en degene die geen slaaf is, beiden zijn ze slaaf van Jezus Christus.
En zo kan Paulus spreken, met kracht, om te blijven in de roeping zoals God heeft geroepen.
Waarom? God is een God van vrede.
Gij zijt gekocht en betaald.
Gelovigen zijn gekocht en betaald.
En ja, dit lazen we al in hoofdstuk 6:
19 Of weet gij niet, dat uw lichaam een tempel is van de Heilige Geest, die in u woont, die gij van God ontvangen hebt, en dat gij niet van uzelf zijt?
20 Want gij zijt gekocht en betaald. Verheerlijkt dan God met uw lichaam.
Ja, gelovigen, wie of wat ze ook maar zijn op de sociale status van het leven, het maakt niet uit.
Gelovigen zijn gekocht en betaald.
Een slaaf mag een slaaf blijven, een heer mag een heer blijven, een besnedene hoeft zich niet te laten ontsnijden. Op de sociale ladder van het leven mag iedereen blijven wie hij of zij is.
Weest geen slaven van mensen.
In deze woorden zien we de connectie met vers 15, “een broeder of zuster is in deze gevallen niet gebonden”.
Het Griekse woord “gebonden” in vers 15 is direct verwant aan het woord “slaven” in dit vers.
Het woord voor gebonden in vers 15 is het Griekse woord “douloo”, het woord voor slaven in dit vers is het Griekse woord “doulos”.
Dus ja, het gehele principe dat Paulus wil beschrijven in vers 17- 24 is het principe om geen slaaf van een mens te zijn, of van menselijke aspecten te zijn.
Het geloof maakt iemand een slaaf van God en niet een slaaf van mensen. Of van het sociale systeem van mensen.
Broeders, iedereen blijve voor God in die toestand, waarin hij werd geroepen.
In al deze woorden zien we dat het geloof een systeem is dat de sociale status van mensen niet wil veranderen.
Iedereen blijft in de situatie waarin hij of zij geroepen is.
Nee, het geloof maakt geen utopia op deze aarde, het geloof maakt een een utopia in het hart van mensen. Mensen die Jezus op de eerste plaats van hun leven gaan zetten.
Daarin worden ze gelijk.
We kijken opnieuw naar vers 17 en 20
17 Alleen, laat ieder zo leven, als de Here hem toebedeeld heeft, zo, als God hem geroepen heeft. Zo schrijf ik het in alle gemeenten voor.
20 Ieder blijve bij die roeping, waarin hij was, toen hij geroepen werd.
En zo zien we dat vers 17- 24 verzen zijn waarin gelovigen opgeroepen worden om geen aards utopia te stichten, iemand die slaaf is kan gewoon slaaf blijven, een heer mag een heer blijven, iemand die niet besneden is hoeft niet besneden te worden.
Nee, geen aards utopia, maar een hemels utopia, gelovigen wiens hart gericht zijn op Jezus in dienstbaarheid en gehoorzaamheid, vanuit liefde voor Hem.
Galaten 3:
26 Want gij zijt allen zonen van God, door het geloof, in Christus Jezus.
27 Want gij allen, die in Christus gedoopt zijt, hebt u met Christus bekleed.
28 Hierbij is geen sprake van Jood of Griek, van slaaf of vrije, van mannelijk en vrouwelijk: gij allen zijt immers een in Christus Jezus.
----------------------------------------------------------------------------------------
We hebben eerder al in ons schrijven benadrukt hoe dit zevende hoofdstuk in het teken staat van een “bestaande nood”. We weten niet precies wat deze “bestaande nood” was, maar we weten wel dat het zo is beschreven.
We zien dit in vers 26, 28 en 29, (bestaande nood, verdrukking hebben in het vlees en een korte tijd)
In de volgende woorden, vers 25 tot 40, krijgen we woorden voor de ongehuwden, gehuwden en de weduwen.
In deze is Paulus ook nog steeds vragen aan het beantwoorden zoals de Korintiërs deze naar hem hadden gestuurd. (vers 1)
1 Korinthe 7:
25 Voor de jongedochters heb ik geen bevel van de Here. Maar ik geef mijn mening, als iemand, die door de ontferming des Heren trouw is.
26 Ik acht dus om de bestaande nood dit goed, dat het voor een mens goed is, zo te zijn.
27 Zijt gij aan een vrouw verbonden? Zoek geen scheiding. Hebt gij geen vrouw meer? Zoek er geen.
28 Maar ook wanneer gij trouwt, dan doet gij daarmede geen kwaad, en wanneer een jongedochter trouwt, dan doet ook zij daarmede geen kwaad. Maar wel staat zulke mensen verdrukking voor het vlees te wachten, die ik u gaarne besparen zou.
Voor de jongedochters heb ik geen bevel van de Here. Maar ik geef mijn mening, als iemand, die door de ontferming des Heren trouw is.
Als het gaat over de jongedochters dan heeft Paulus geen bevel van de Here, maar hij schrijft dan “Maar ik geef mijn mening, als iemand, die door de ontferming des Heren trouw is”.
In deze woorden zien we hoe Paulus gaat antwoorden vanuit de geest die door de ontferming des Heren Hem trouw is. En dat heeft natuurlijk een grote betekenis.
Ja, Paulus was zeer trouw aan de Heer.
Hij voelde het zijn plicht om het evangelie te prediken aan allen. (Rom. 1: 14)
Hij was voor een ieder een knecht geworden zodat hij velen mocht beïnvloeden om gered te worden. (1 Kor. 9: 19- 21) Die woorden zeggen heel veel over zijn toewijding.
En nee, Paulus geeft hier dus geen persoonlijke mening, maar spreekt vanuit “een geest van ontferming die des Heren trouw is”. (Zie ook vers 40)
We willen even stilstaan bij het woord “jongedochter”.
Dit woord komt van het Griekse woord “parthenos” en dit woord betekent “maagd”, bij implicatie is dit een meisje die nog nooit seksueel contact heeft gehad.
Ik acht dus om de bestaande nood dit goed, dat het voor een mens goed is, zo te zijn.
Hier zien we de woorden “ik acht het dus om de bestaande nood dit goed”.
Ja, er was een bestaande nood in de tijd dat Paulus tot de gemeente van Korinthe sprak.
En zo zegt Paulus, omwille van deze bestaande nood, is het goed voor een mens om te zijn en om te blijven in de staat waarin iemand was.
In het geval van de jongedochters, blijf zoals je bent.
Zijt gij aan een vrouw verbonden? Zoek geen scheiding. Hebt gij geen vrouw meer? Zoek er geen.
En zo schrijft Paulus aan allen, is iemand aan een vrouw verbonden? Zoek geen scheiding.
Maar als iemand geen vrouw heeft of geen vrouw meer had, laat die persoon blijven zoals hij is. Zoek geen vrouw.
En ja, dit alles had te maken met “de bestaande nood”.
Dus vanuit die woorden mogen we zien dat we hier niet over “altijd durende principes” spreken, maar dit waren tijdelijke principes.
Dat gezegd hebbende, ook wij kunnen in tijden komen van nood, en dat is het soms ook beter om te blijven in de staat waarin we zijn.
En als Paulus dan dit gezegd heeft, gaat hij verder.
Maar ook wanneer gij trouwt, dan doet gij daarmede geen kwaad, en wanneer een jongedochter trouwt, dan doet ook zij daarmede geen kwaad.
Dus ja, omdat het huwelijk een instelling van God is, die voor alle tijden gegeven is, voegt Paulus toe dat als iemand die alleen is graag wil trouwen, dat deze persoon geen kwaad of zonde begaat.
En ook, als de jongedochter trouwt, dan doet ook zij daarmee geen kwaad of geen zonde.
In deze woorden zien we wel het verschil tussen dat Paulus hier woorden van tegemoetkoming schrijft en niet van een bevel.
Zoals Paulus later in dit hoofdstuk gaat uitleggen, vers 28- 35, als iemand samen is dan is er zorg die iemand gaat en moet delen met de ander.
Als iemand alleen is kan hij of zij totale toewijding geven aan zichzelf.
En dat is de basis voor de woorden die hij in deze verzen met de gelovigen deelt en waarin hij hen tegemoet komt.
Maar wel staat zulke mensen verdrukking voor het vlees te wachten, die ik u gaarne besparen zou.
Ja, Paulus geeft aan dat als een ongetrouwde toch wil trouwen, deze niet zondigt en als een jongedochter wil trouwen dan zondigt zij ook niet.
Toch voegt hij hier woorden aan toe, “maar wel staat zulke mensen verdrukking voor het vlees te wachten” en die verdrukking, “zou Paulus hen gaarne besparen”.
De betekenis van deze woorden zien we duidelijker in de volgende verzen, vers 29- 35, en daar zullen we de volgende keren bij gaan stilstaan.
En zo zien we weer de ware betekenis van de woorden, “en ik wil dat u zonder zorgen bent”(Vers 32) “en ik zeg dit tot uw eigen voordeel”. (Vers 35)
Wat kunnen we zo over deze verzen schrijven?
We schrijven dat er in het geloof situaties en tijden kunnen aanbreken die een gelovige en gelovigen met veel wijsheid moeten betreden.
We zien dit in het boek van Prediker, wijsheid, is een heel belangrijk principe in het leven.
Het leven geeft ons verschillende tijden, moeilijke en lastige tijden, tijden van gezondheid en tijden van ziekte en nood, tijden van vervolging en tijden van vrede, etc.
Al deze tijden geven hun eigen unieke invulling aan het leven als gelovige.
In die zin mogen we ook stellen, als er een moeilijke tijd voor je is, overleg met hen die hunzelf bewezen hebben in het geloof, overleg met hen die door hun leven laten zien dat ze in “de ontferming van des Heren trouw” staan.
Handel niet alleen uit je eigen verworven wijsheid, maar betrek hen erin die zichzelf bewezen hebben met ware wijsheid begoten te zijn.
-------------------------------------------------------------------------------
In het laatste deel van onze serie lazen we hoe Paulus de ongehuwden aanmoedigde om ongehuwd te blijven, maar verzekerde hij hen ook, als ze zouden trouwen was dat niet fout, het was geen zonde. En dit had alles te maken met “de bestaande nood”. (Vers 26)
En dat is wat Paulus in vers 29- 38 nog verder en dieper gaat uitwerken.
1 Korinthe 7:
29 Dit bedoel ik, broeders: de tijd is kort. Ten slotte, laten zij, die een vrouw hebben, zijn als zonder vrouw;
30 die wenen, als weenden zij niet; die blijde zijn, als waren zij niet blijde die kopen, als zouden zij er niets van behouden;
31 die van de wereld gebruik maken, als zouden zij haar niet ten einde toe gebruiken. Want het uiterlijk van deze wereld is bezig te verdwijnen.
32 En ik wilde wel, dat gij zonder zorgen waart. Wie niet getrouwd is, wijdt zijn zorgen aan de zaak des Heren, hoe hij de Here zal behagen.
33 Maar hij, die getrouwd is, wijdt zijn zorgen aan aardse zaken, hoe hij zijn vrouw zal behagen, en hij is verdeeld.
Dit bedoel ik, broeders: de tijd is kort.
En ja, dan rijst gelijk de belangrijke vraag, waar heeft Paulus het over als hij schrijft “de tijd is kort”. Welke tijd heeft hij het over?
Er zijn twee belangrijke aspecten als we deze woorden overdenken.
In de eerste plaats het woord tijd en in de tweede plaats de context van deze woorden.
Het woord vertaald tijd komt van het Griekse woord “kairos” en dit woord heeft de betekenis van “het juiste punt” of “een tijdsduur”. Hierin zien we dat het gaat over iets dat bepaald is, dit tegenover iets dat onbepaald is.
Dus er wordt gesproken over een tijd die vastgesteld was.
In de context van dit hoofdstuk hebben we natuurlijk de woorden van vers 26, “de bestaande nood” en in vers 28, “verdrukking”. In deze tekst dan de woorden “de tijd is kort”.
Dan lijkt het erop dat het hier opnieuw gaat over een tijd van moeite die de gemeente van Korinthe moest doormaken. Alles lijkt erop dat de gemeente van Korinthe een moeilijke tijd tegemoet ging, en daar gedeeltelijk al in was.
Maar de tijd was bepaald, ze moesten wel voorbereid zijn.
En zo gaat Paulus verder.
Ten slotte, laten zij, die een vrouw hebben, zijn als zonder vrouw; die wenen, als weenden zij niet; die blijde zijn, als waren zij niet blijde die kopen, als zouden zij er niets van behouden; die van de wereld gebruik maken, als zouden zij haar niet ten einde toe gebruiken.
Ja, Paulus geeft aan dat degene die een vrouw hebben, dat zij als het ware moeten leven als zonder vrouw. Hij geeft aan voor degene die wenen, alsof zij niet weenden, iemand die blijde is om iets te kopen, die moet hiermee omgaan als zijnde dat hij het gekochte niet zal kunnen behouden, en als iemand van de wereld gebruik maakt, alsof zij dit niet altijd zouden gebruiken.
Al deze woorden hebben één boodschap, te weten, de tijden zullen moeilijk zijn, je zal al je tijd en aandacht nodig hebben om te kunnen overleven.
En daarom geeft Paulus ook het advies aan het die niet getrouwd zijn, om niet te huwen.
Want het uiterlijk van deze wereld is bezig te verdwijnen.
Ja, het zijn de uiterlijke zaken van deze wereld die verdwijnen.
De Naardense vertaling schrijft hier. “want de gedaante van deze wereld gaat voorbij”.
Ofwel, de uiterlijke zaken van deze wereld die gaan voorbij.
Het woord “uiterlijk” komt van het Griekse woord “schema” en dit woord betekent “het uiterlijke van iets”, dit tegenover het innerlijke, of de natuur van iets.
Zo zien we dat als iemand van iets van de wereld gebruik maakt, vers 31, dan moet deze gelovige realiseren dat het alleen maar een uiterlijke waarde heeft.
Want dat alles gaat voorbij.
En ja, is dat niet ten diepste de realiteit voor ons.
Wij horen ten diepste op dezelfde manier te leven.
Alles wat we bezitten gaat voorbij.
En ik wilde wel, dat gij zonder zorgen waart. Wie niet getrouwd is, wijdt zijn zorgen aan de zaak des Heren, hoe hij de Here zal behagen.
Ja, in relatie tot “de bestaande nood” had Paulus een verlangen voor de gelovigen, en dat was dat zij zonder zorgen waren.
Want iemand die niet getrouwd is kan al zijn zorgen wijden aan de Heere en hoe hij de Here kan behagen. En hoe belangrijk is dat?
Heb God lief met heel je hart, heel je ziel en al je kracht.
En deze liefde brengt iemand tot gehoorzaamheid aan Zijn wil.
In het volgende vers zien we dan de andere kant hiervan.
Maar hij, die getrouwd is, wijdt zijn zorgen aan aardse zaken, hoe hij zijn vrouw zal behagen, en hij is verdeeld.
Wie getrouwd is, die wijdt zijn zorgen ook aan datgene dat aards is, namelijk, hoe hij zijn vrouw zal behagen.
En natuurlijk is dit juist, een man heeft de verantwoordelijkheid om voor zijn vrouw te zorgen.
Maar we zien, omdat er een bestaande nood was die nog niet ten einde was, Paulus gaf de wijze raad om te blijven in de staat waarin iemand geroepen was en als iemand niet getrouwd was, om niet te gaan trouwen.
Zo kon iemand makkelijker door de moeilijke tijd heen en zijn of haar toewijding houden aan God.
Wat zien we in deze woorden?
We zien in deze woorden een boodschap voor ons allen.
Wat doet werkelijke liefde voor God? Werkelijke liefde voor God zet ten diepste alles opzij wat iemand kan behoeden in zijn of haar totale toewijding aan God.
En wat zoekt God? Ja, God zoekt aanbidders die Hem aanbidden in geest en in waarheid.
Wat zoekt God? God zoekt hen die Hem liefhebben zonder eigen agenda.
Waar sta jij?
Hoeveel kan jij laten voor Hem?
----------------------------------------------------------------------------------------
In de woorden van vers 25 tot 33 heeft Paulus best pittig advies gegeven.
Hij heeft geschreven dat het beter is dat een ieder blijft zoals hij of zij is. Voor de jongedochter betekende dit dat het beter was om alleen te blijven. Ook gaf hij de gelovigen de opdracht om, “degene die een vrouw hebben, dat zij als het ware moeten leven als zonder vrouw, degene die wenen, alsof zij niet weenden, iemand die blijde is om iets te kopen, die moet hiermee omgaan als zijnde dat hij het gekochte niet zal kunnen behouden, en als iemand van de wereld gebruik maakt, alsof zij dit niet altijd zouden gebruiken”.
Dit alles omwille “de bestaande nood”. Ja, pittig advies. Maar, dit alles had een reden.
En dat vinden we beschreven in vers 34 en 35.
2 Korinthe 7:
34 Zowel zij, die geen man meer heeft, als de jongedochter, wijdt haar zorgen aan de zaak des Heren, om heilig te zijn naar lichaam en geest. Maar zij, die getrouwd is, wijdt haar zorgen aan aardse zaken, om haar man te behagen
35 Dit zeg ik in uw eigen belang, niet om u een strik om te werpen, maar lettende op de betamelijkheid en de onverdeelde toewijding aan de Here.
Zowel zij, die geen man meer heeft, als de jongedochter, wijdt haar zorgen aan de zaak des Heren, om heilig te zijn naar lichaam en geest.
In deze passage worden twee groepen besproken, 1) zij die geen man meer heeft, en 2) de jongedochter en daaraan gekoppeld, 1) wijdt haar zorgen aan de zaak des Heren, 2) om heilig te zijn naar lichaam en geest.
Zo zien we dat Paulus hier nu ook specifiek gaat spreken over de vrouw die getrouwd was, maar wiens man overleden was en daarnaast over de jongedochter, een maagd, dat deze, zonder man, alle zorg kan geven aan de zaak des Heren, om heilig te zijn naar lichaam en geest.
Beide waren zonder man en konden zo hun gehele leven, naar lichaam en geest, wijden aan de zaak des Heren.
Deze woorden zijn ook belangrijk om te begrijpen dat in het leven met God, lichaam en geest, niet los van elkaar zijn.
Ware gelovigen dienen Hem met het lichaam en ware gelovigen dienen Hem in geest.
(Matteus 22: 37, 38; Romeinen 6: 11- 14; Johannes 4: 24)
Voor de ware gelovige is alles van dit leven gekoppeld aan onze dienstbaarheid aan Hem.
Wij dienen Hem vanuit ons hart, met onze geest en met ons lichaam.
Zoals Paulus ook eerder in dit boek al geschreven had, onze lichamen zijn een tempel van de Heilige Geest. Zo dienen we Hem met lichaam en met onze geest. (1 Korinthe 6: 12- 20)
Maar zij, die getrouwd is, wijdt haar zorgen aan aardse zaken, om haar man te behagen.
En ja, zo is degene die getrouwd is, niet alleen aan de zaak van de Here gewijd, maar ook aan zaken van de aarde, om de man te behagen.
(En ja, zoals Paulus ook eerder had geschreven, als iemand koos om niet alleen te blijven dan deed deze persoon geen zonde als hij of zij zou trouwen. (vers 28) Het huwelijk is een instelling van God)
Dit zeg ik in uw eigen belang, niet om u een strik om te werpen, maar lettende op de betamelijkheid en de onverdeelde toewijding aan de Here.
En nu komen we aan belangrijke woorden, waarom heeft Paulus dit alles geschreven? “Dit zeg ik in uw eigen belang, niet om u een strik om te werpen”.
Nee, Paulus had dit alles geschreven, niet om een strik voor te werpen, maar in het belang van de gelovige zelf, lettende op de betamelijkheid en de onverdeelde toewijding aan de Here.
Twee belangrijke woorden, betamelijkheid en onverdeelde toewijdijng.
Het woord “betamelijk” komt van het Griekse woord “euschemon” en dit woord betekent “elegant van gestalte”, of “van een goede reputatie” of “van goede houding en gedrag”.
Dus ja, in onze relatie met God is elegantie belangrijk, van goede reputatie is belangrijk en een goede houding in ons gedrag is belangrijk.
Ja, dat is wat ware gelovigen zoeken. Waarom? Zij houden van God, omdat Hij eerst van ons hield en willen Hem daarom in volheid dienen.
Het tweede woord “toewijding” komt van het Griekse woord “euprosedros” en dit woord betekent “volhardend en bestendig”.
Dus, niet alleen “elegant van gestalte” in onze dienstbaarheid en dat wijst op de kwaliteit van onze dienstbaarheid, maar ook “volhardend” in onze dienstbaarheid en dat wijst op de duur van onze dienstbaarheid.
Ja, is dit niet wat gelovigen zoeken?
Elegantie in onze dienstbaarheid? Een dienstbaarheid tot de dood ons scheidt van het aardse leven?
Ja, deze woorden laten heel veel zien over het ware leven met God, Hem dienen vanuit liefde.
En als dat iets kost, dan durven we dat!
Dit alles laat zien dat God werkelijk op de eerste plaats hoort te staan. Dit alles laat zien dat er tijden in het leven kunnen komen waarin we moeten kiezen. Zelfs soms keuzes die op zich juist zijn, maar toch altijd weer de keuze maken voor een “elegantie in onze dienstbaarheid die nooit eindigt”.
Wat is liefde? Wat is liefde voor God? Hoeveel kan jij daarvoor opzij zetten?
Zelfs zaken die van zichzelf juist zijn?
Maar als ze in de weg staan tussen “elegantie in dienstbaarheid” en eigen welzijn, waar sta jij dan?
----------------------------------------------------------------------------------------------
In het voorgaande heeft Paulus uitgebreid gesproken over de jongedochter. En heeft haar het advies gegeven om niet te trouwen, dit omwille van de bestaande nood, waar de gemeente van Korinthe mee te maken had.
In de volgende verzen word ook de vader van de jongedochter betrokken.
(Een speciaal woord over deze drie verzen. Er zijn sommige uitleggers die uitleggen dat degene die hier handelt tegenover een jongedochter de man is verloofd is met deze jongedochter. Persoonlijk geloof ik dat dit de vader is. Waarom? Dit omdat er in vers 38 duidelijk sprake is van iemand die zijn jongedochter “uithuwelijkt”. En dit woord wordt in het Grieks word gebruikt voor een vader die zijn dochter in het huwelijk aan een man geeft)
1 Korinthe 7:
36 Vindt nu iemand, dat hij jegens zijn jongedochter niet betamelijk handelt, indien zij reeds wat ouder wordt, en het zo behoort te geschieden, hij doe, wat hij wil; het is geen zonde, laten zij trouwen.
37 Doch hij, die, in zijn gemoed vast overtuigd, niet genoodzaakt wordt en macht heeft over zijn wil en hiertoe bij zichzelf besloten heeft, zijn jongedochter ongerept te laten blijven, zal wel doen.
38 Wie dus zijn jongedochter uithuwelijkt, doet wel, en wie haar niet uithuwelijkt, doet beter.
Vindt nu iemand, dat hij jegens zijn jongedochter niet betamelijk handelt, indien zij reeds wat ouder wordt, en het zo behoort te geschieden, hij doe, wat hij wil; het is geen zonde, laten zij trouwen.
Als we naar dit vers kijken dan zien we dat de vader van de jongedochter in relatie tot het huwelijk genoemd wordt, in de zin dat hij betamelijk dan wel onbetamelijk kan handelen. Ook wordt hier over een jongedochter gesproken die “indien zij reeds wat ouder wordt”.
En ja, de vader kan zijn dochter dan geven in het huwelijk, of hij kan haar niet ten huwelijk geven, als hij haar toch ten huwelijk geeft dan doet hij geen zonde.
Als we naar het oude Testament gaan kijken zien we een duidelijk beeld dat de vader van een jongedochter altijd betrokken was bij het het leven en het huwelijk van een dochter.
(Dit is een heel mooi beeld. Waarom? Het is een mooi beeld omdat de vader de beschermer is van de jongedochter. Het is een beeld van een vader, die samen met moeder, zorgt voor de dochter. De basisbehoefte van een vrouw is nog steeds veiligheid en deze veiligheid wordt zo gewaarborgd)
Doch hij, die, in zijn gemoed vast overtuigd, niet genoodzaakt wordt en macht heeft over zijn wil en hiertoe bij zichzelf besloten heeft, zijn jongedochter ongerept te laten blijven, zal wel doen.
In de woorden van dit vers en het volgende vers zien we in hoeverre de vader betrokken was bij besluiten aangaande zijn eigen dochter.
Een aantal woorden uit het Oude Testament:
Genesis 21:
20 En God was met de jongen en hij groeide op; hij ging in de woestijn wonen en werd een boogschutter.
21 En hij woonde in de woestijn Paran, en zijn moeder nam voor hem een vrouw uit het land Egypte.
Genesis 24:
1 Abraham nu was oud en hoogbejaard, en de Here had Abraham in alles gezegend.
2 En Abraham zeide tot zijn knecht, de oudste in zijn huis, die alles wat hij had bestuurde: Leg toch uw hand onder mijn heup,
3 Opdat ik u doe zweren bij de Here, de God des hemels en der aarde, dat gij voor mijn zoon geen vrouw zult nemen uit de dochters der Kanaanieten, in wier midden ik woon.
4 Maar gij zult naar mijn land en naar mijn maagschap gaan om een vrouw te nemen voor mijn zoon Isaak.
Genesis 34:
3 En hij was aan Dina, de dochter van Jakob, innig gehecht; hij had het meisje lief en sprak tot het hart van het meisje.
4 Daarom zeide Sichem tot zijn vader Hemor: Neem mij dit meisje tot vrouw.
Genesis 38:
5 Vervolgens baarde zij nogmaals een zoon, en noemde hem Sela. Hij was te Kezib, toen zij hem baarde.
6 En Juda nam voor Er, zijn eerstgeborene, een vrouw, genaamd Tamar
Richteren 14:
1 Simson begaf zich naar Timna en zag te Timna een vrouw, een van de dochters der Filistijnen.
2 Hij keerde terug en deelde zijn vader en zijn moeder mee: Ik heb te Timna een vrouw gezien, een van de dochters der Filistijnen: nu dan, neemt haar mij tot vrouw.
Zie verder: Numeri 30: 16; Ezra 9: 12; 1 Samuel 25: 44
We zien door deze verzen heen dat het in het Joodse systeem gewoon was dat vaders zeer betrokken waren in het leven en huwelijk van hun zonen en dochters.
38 Wie dus zijn jongedochter uithuwelijkt, doet wel, en wie haar niet uithuwelijkt, doet beter.
Een belangrijk woord in deze tekst is het woord “uithuwelijkt”.
Dit komt van het Griekse woord “akgamizo” en dit woord betekent, “ten huwelijk geven of uithuwelijken”.
Dit laat mijn inziens zien dat het hier niet gaat over een man die verloofd is en wel of niet met deze jongedochter trouwt, maar dat het hier duidelijk over een vader gaat die zijn jongedochter ten huwelijk geeft dan wel wie zijn dochter niet ten huwelijk geeft.
(Een speciaal woord over de vader in relatie tot het geven in het huwelijk van zijn dochter.
In onze dagen, in het westen, is het niet gewoon dat de vader in sterke mate betrokken is bij de keuze van een huwelijkspartner voor zoon en dochter.
In het oude Joodse systeem was dit wel zo. Ook is het natuurlijk zo dat we, ook in het westen, nog vaak zien dat “de hand van een dochter” gevraagd wordt aan de vader en moeder van de bruid.
In het westen is dan niet veel meer van deze traditie overgebleven. Velen zullen hier wat sceptisch tegenover staan, maar laten we even in het kort stilstaan hierbij.
Is het werkelijk zo vreemd als vaders en moeders meer betrokken zouden zijn bij de keuze voor een huwelijkspartner? Mijn inziens niet. Waarom? Wie kent een zoon of dochter het beste? Wie kent het beste de sterke en zwakke kanten van een zoon of dochter? Wie kent het beste de sterke kanten van een zoon of dochter? Wie kent het beste wat echt goed bij een zoon of dochter past? Vader en moeder weten dit het beste.
En ja, natuurlijk, dan spreken we wel over vaders en moeders die echt met het welzijn van hun kinderen zijn begaan. En dat is natuurlijk niet overal zo. Deze nuance moeten we erkennen.
Daarnaast zien we natuurlijk hoeveel echtscheidingen er zijn onder jong gehuwden, en moeten we natuurlijk wel zo eerlijk zijn om hierbij wat eerlijke vragen te stellen. Was de keuze die ze gemaakt hebben wel zo goed?
Persoonlijk zie ik daarom een kracht in het principe als vaders en moeders, wel op een eerlijke en gezonde manier, meer bij het huwelijk van zoon of dochter betrokken zouden zijn en betrokken mogen worden.
En ja, dat vraagt natuurlijk in de eerste plaats om vaders en moeders die laten zien in woord en in daad dat ze oprecht bij het leven van hun kinderen betrokken mogen worden)
Alles bij elkaar, zien we, dat er in de gemeente van Korinthe een "bestaande nood" was.
En omwille van deze bestaande nood was het in bepaalde gevallen zelfs goed om niet te trouwen.
En zoals eerder geschreven, Paulus schreef deze dingen, niet om een strik te zetten maar om de gelovigen tegemoet te komen. (Vers 35)
----------------------------------------------------------------------------------------------
En zo komen we aan de laatste woorden van dit zevende hoofdstuk van de eerste brief aan de gemeente van Korinthe.
Paulus heeft een aantal belangrijke vragen beantwoord die deze gemeente had gesteld. (vers 1)
Nu is er nog een laatste vraag over, hoe staat het met een vrouw wiens man overleden is.
Wat waren de woorden Gods voor haar?
In vers 7 en 8 had Paulus allen, ook de weduwen, al aangemoedigd om te blijven zoals iemand was. Nu komt hij daar verder op de zaak van weduwen terug.
1 Korinthe 7:
39 Een vrouw is gebonden, zolang haar man leeft; maar indien haar man is ontslapen, is zij vrij om te trouwen, met wie zij wil, mits in de Here.
40 Toch is zij naar mijn mening gelukkiger, indien zij blijft, zoals zij is; en ik meen ook de Geest Gods te hebben.
Een vrouw is gebonden, zolang haar man leeft; maar indien haar man is ontslapen, is zij vrij om te trouwen, met wie zij wil, mits in de Here.
In deze woorden zien we wat God heeft bepaald aangaande een huwelijk.
God heeft bepaald dat een vrouw gebonden is aan de man zolang deze leeft.
We zien ditzelfde principe in Romeinen 7.
Romeinen 7:
1 Of weet gij niet, broeders, - ik spreek immers tot wie de wet kennen - dat de wet heerschappij voert over de mens, zolang hij leeft?
2 Want de gehuwde vrouw is door de wet aan haar man gebonden, zolang deze leeft; wanneer echter de man sterft, is zij ontslagen van de wet, die haar aan die man bond.
3 Zo zal zij dan, indien zij bij het leven van haar man een ander tot man neemt, echtbreekster heten; wanneer echter de man sterft, is zij vrij van de wet, zodat zij geen echtbreekster is, indien zij zich aan een andere man geeft.
Ja, de band van het huwelijk, in Gods ogen, is tot de dood twee mensen scheidde.
Dat is Gods doel aangaande het huwelijk. Tot de dood twee mensen scheidde.
Als we dan naar het tweede deel van deze tekst gaan kijken dan zien we dat, als de man overleden is, dan is de vrouw vrij om te trouwen met wie zij wil, maar wel in de Here.
Dit laat zien dat het belangrijk is voor God dat gelovigen met gelovigen trouwen.
(2 Kor. 6: 14- 18)
Toch is zij naar mijn mening gelukkiger, indien zij blijft, zoals zij is; en ik meen ook de Geest Gods te hebben.
Ja, zoals Paulus de jongedochters bewogen heeft om niet te trouwen, vers 26, 28, 32 en 35, geeft hij ook de alleenstaande vrouw het advies om te blijven zoals ze is.
En dit staat weer in het licht van “de bestaande nood”. (Vers 26)
En in dit advies schrijft Paulus, “en ik meen ook de Geest Gods te hebben”.
Het advies dat Paulus hier gaf kwam niet zomaar uit zijn eigen gedachten vandaan.
Nee, Paulus een mens met passie voor God, sprak vanuit goddelijke motieven.
En ja, dat lazen we al in vers 35, het advies dat Paulus gaf was niet tot strik maar als een tegemoetkoming in moeilijke tijden, zodat de gelovige God volwaardig kon dienen.
En zo eindigt dit hoofdstuk 7 met antwoorden op de vragen van de gemeente van Korinthe.
En ja, dan is even de vraag aan ons hoe wij omgaan met God in moeilijke tijden.
Ook in ons leven zullen er tijden komen die moeilijk kunnen zijn.
Wat is er dan belangrijk voor ons?
Als we dit hoofdstuk overdenken dan zien we dat Paulus een belangrijke zorg had. Ook in dagen dat het moeilijk is, is het van belang dat we Hem dienen op een wijze die volwaardig is. Wat is liefde voor God? Wat is dienstbaarheid aan God?
En hoeveel durven wij daarvoor te geven?
Hoeveel zijn wij bereid op te geven, om Hem waardig en vanuit liefde te dienen?
Dat zijn de belangrijke vragen aan ons als wij dit hoofdstuk overdenken.
Hoeveel zijn wij bereid om aan Hem te geven in een offerande?
Ja, dat we allen mogen groeien naar een diepere liefde en een waardige dienstbaarheid aan Hem.
Hoeveel zijn wij bereid te geven aan onze broeders en zusters?
Hoeveel zijn wij bereid op te geven voor onze broeders en zusters?
Efeze 3:
14 Om die reden buig ik mijn knieen voor de Vader,
15 naar wie alle geslacht in de hemelen en op de aarde genoemd wordt,
16 opdat Hij u geve, naar de rijkdom zijner heerlijkheid, met kracht gesterkt te worden door zijn Geest in de inwendige mens,
17 opdat Christus door het geloof in uw harten woning make. Geworteld en gegrond in de liefde,
18 zult gij dan samen met alle heiligen, in staat zijn te vatten, hoe groot de breedte en lengte en hoogte en diepte is,
19 en te kennen de liefde van Christus, die de kennis te boven gaat, opdat gij vervuld wordt tot alle volheid Gods.
Ja, dat wij mogen groeien in onze liefde voor Hem.
Dieper in liefde en dieper in onze dienstbaarheid aan Hem en aan elkaar.
Ja, soms maak ik me zorgen. Wat hebben we echt voor God over?
Wat hebben we over voor onze broeders en onze zusters in de Here?
Hoever durven wij te gaan in onze liefde en dienstbaarheid aan Hem?
Hoever durven wij te gaan in onze liefde en dienstbaarheid aan elkaar als broeders en zusters?
Copyright © 2017 Gert-Jan van Zanten · Webdesign by R081N
All Rights Reserved · webbijbel.nl
Hosted by VDX.nl