In het vorige hoofdstuk, hoofdstuk 3, heeft Paulus een sterk contrast neergezet aangaande de bediening geschreven op stenen tafelen en de bediening van de Geest geschreven in het hart.
De bediening op stenen tafelen gegrift was een bediening die veroordeling bracht, die de dood bracht en het was een bediening die zou verdwijnen.
In de woorden, bediening op stenen tafelen, zien we duidelijk dat dit de wet van Mozes is.
En ja, de wet van Mozes zou verdwijnen. (Hebr. 7: 12; 8: 1- 13)
De bediening van de Geest, in het hart geschreven, dit was een bediening die heerlijkheid bracht, die rechtvaardigheid bracht, dit was een bediening die vrijheid gaf en het was de bediening die zou blijven. Het nieuwe verbond! Het nieuwe Testament!
En zo komen we in het vierde hoofdstuk van de tweede brief aan Korinthe.
We gaan nu verder spreken over deze prachtige en rijke bediening van de Geest, het nieuwe Testament, het nieuwe verbond.
1 Daarom, nu wij deze bediening hebben, die ons door barmhartigheid is toevertrouwd, verliezen wij de moed niet,
2 maar hebben wij verworpen alle schandelijke praktijken, die het licht niet kunnen zien, daar wij niet met sluwheid omgaan of het woord Gods vervalsen, maar de waarheid aan het licht brengen en zo bij elk menselijk geweten onze eigen aanbeveling zijn voor het oog van God.
3 Indien dan nog ons evangelie bedekt is, is het bedekt bij hen, die verloren gaan,
4 ongelovigen, wier overleggingen de god dezer eeuw met blindheid heeft geslagen, zodat zij het schijnsel niet ontwaren van het evangelie der heerlijkheid van Christus, die het beeld Gods is.
Daarom, nu wij deze bediening hebben, die ons door barmhartigheid is toevertrouwd, verliezen wij de moed niet,
Ja, de apostelen hadden deze rijke bediening gekregen! Gekregen van God.
Dit was hen in barmhartigheid toevertrouwd. Ja, het was Gods goedheid die hen deze bediening had gegeven en dit ten dienste van alle mensen.
Waarom? God wil dat alle mensen tot bekering komen! (2 Petrus 3: 9)
Daarom had God de apostelen deze gave van het bekend maken van de waarheid gegeven.
Johannes 13- 16; 1 Kor. 2: 6- 16; Efeze 3: 1- 13)
1 Timoteus 1:
12 Ik breng dank aan Hem, die mij kracht gegeven heeft, Christus Jezus, onze Here, dat Hij mij getrouw geacht heeft, daar Hij mij in de bediening gesteld heeft,
13 hoewel ik vroeger een godslasteraar en een vervolger en een geweldenaar was Maar mij is ontferming bewezen, omdat ik het in mijn onwetendheid, uit ongeloof, gedaan heb,
14 en zeer overvloedig is de genade van onze Here geweest, met het geloof en de liefde in Christus Jezus.
Ja, Paulus, de andere apostelen en de profeten waren in deze bediening gesteld, door God in Christus. Dit was Gods gave, in barmhartigheid, aan alle mensen.
En zo hadden de apostelen en profeten de mooiste en rijkste boodschap, een boodschap die rechtvaardigheid, heerlijkheid, leven en vrijheid kon voortbrengen, gekregen en opgeschreven, overgegeven aan alle heiligen. (Judas 3) En dit was een boodschap van hoop en heerlijkheid.
En zo verloren zij de moed niet!
Maar hebben wij verworpen alle schandelijke praktijken, die het licht niet kunnen zien, daar wij niet met sluwheid omgaan of het woord Gods vervalsen, maar de waarheid aan het licht brengen en zo bij elk menselijk geweten onze eigen aanbeveling zijn voor het oog van God.
Hoe zag het leven van de apostelen eruit? Zij verwierpen alle schandelijke praktijken, die het licht niet konden zien, zij gingen niet met sluwheid met het woord van God om, zij brachten de waarheid aan het licht, om zo bij elk menselijk geweten hun eigen aanbeveling te zijn voor het oog van God.
We zien hier drie belangrijke zaken.
A. De apostelen verwierpen alle schandelijke praktijken, die het licht niet konden zien.
Wow, hoe prachtig en hoe rijk is dit? Ja, dit was primair voor de apostelen!
Zij verwierpen alles wat schandelijk is. En dit staat natuurlijk ook in het bijzonder in het licht van de zaken waar de context over spreekt.
Als we gaan denken vanuit de context zien we dat de apostelen met valse apostelen te maken hadden, en ja, deze valse apostelen gebruikten schandelijke praktijken en sluwheid in hun prediking.
Zoals Paulus in het tweede hoofdstuk had geschreven:
2 Korinthe 2:
17 Want wij zijn niet als zovelen, die winst maken uit het woord van God, maar wij spreken in Christus uit zuivere bedoelingen, ja, op gezag van God en voor Gods aangezicht.
Ja, de schijnapostelen, die gebruikten sluwheid en schandelijke praktijken.
De ware apostelen predikten in zuiverheid en reinheid.
B. De apostelen gingen in zuiverheid om met het woord van God, zonder sluwheid, en brachten de waarheid aan het licht.
Ja, de prediking van de apostelen had één belangrijke getuigenis. Zij brachten de waarheid aan het licht. De waarheid van Christus! De bediening van de Geest!
En dit is zo belangrijk. Ook in onze dagen. De waarheid moet gepredikt worden. De waarheid moet aan het licht komen. Waarom is de waarheid zo belangrijk?
Waarom moet de waarheid aan het licht komen?
Johannes 8:
31 Jezus dan zeide tot de Joden, die in Hem geloofden: Als gij in mijn woord blijft, zijt gij waarlijk discipelen van Mij
32 en gij zult de waarheid verstaan, en de waarheid zal u vrijmaken.
Ja, alleen de waarheid van Christus kan een mens vrijmaken.
En dat predikten de apostelen, zonder schroom en zonder sluwheid.
En dat is onze taak! Het prediken van Jezus! Het prediken van de waarheid.
Dat kan een mens vrijmaken!
C. Zij brachten bij elk menselijk geweten de waarheid van God openbaar en zo werden ze hun eigen aanbeveling voor God.
Dit zijn belangrijke woorden!
Waarom? De waarheid penetreert tot in het geweten van elk mens.
(Rom. 2: 14- 16; Titus 1: 5; Titus 1: 15; Titus 1: 18- 20; 1 Tim. 4: 1- 2)
Titus 1:
15 Alles is rein voor de reinen, maar voor hen, die besmet en onbetrouwbaar zijn, is niets rein. Maar bij hen zijn zowel het denken als het geweten besmet.
Ja, Gods mensen prediken en de prediking moet het geweten aanspreken.
Dit is een woord in het bijzonder voor hen die het evangelie prediken.
Het is belangrijk dat het geweten aangesproken wordt!
Het is van belang dat de waarheid gesproken wordt. De waarheid van God in Jezus Christus. Het evangelie. Het evangelie van God. (Rom. 1: 16)
En in dit proces waren zij hun eigen aanbeveling bij God.
Ja, de apostelen predikten in zuiverheid de waarheid aan alle mensen.
En zo werd elk menselijk geweten aangesproken.
Indien dan nog ons evangelie bedekt is, is het bedekt bij hen, die verloren gaan.
En ja, Paulus had gepredikt aan het geweten van mensen. Het geweten moest aangesproken worden. En dit gebeurde door de prediking. Dit moest leiden tot behoudenis.
Toch bleef het ware evangelie bedekt bij mensen. Sommigen lieten dat geweten niet overtuigen met het evangelie. En zo bleef voor sommigen het evangelie bedekt.
Paulus noemt hen “degene die verloren gaan”.
(Ja, Paulus heeft in het vorige hoofdstuk gesproken over een bedekking.
Dat woord komt in dit vers weer terug, maar dan in betrekking tot hen die verloren gaan)
Ongelovigen, wier overleggingen de god dezer eeuw met blindheid heeft geslagen, zodat zij het schijnsel niet ontwaren van het evangelie der heerlijkheid van Christus, die het beeld Gods is.
Degene die verloren gaan, genoemd in het vorige vers, worden in dit vers de ongelovigen genoemd.
Wat is er met deze mensen gebeurd? De god dezer eeuw heeft hen met blindheid geslagen en zo kunnen zij het schijnsel van het ware evangelie niet ontdekken.
Ja, de satan heeft krachten.
De satan heeft krachten voor hen die de waarheid niet liefhebben!
Want al stelt dit vers niet de reden voor deze blindheid, laten andere verzen dit wel zien.
2 Tess. 2:
9 Daarentegen is diens komst naar de werking des satans met allerlei krachten tekenen en bedrieglijke wonderen,
10 en met allerlei verlokkende ongerechtigheid, voor hen, die verloren gaan, omdat zij de liefde tot de waarheid niet aanvaard hebben, waardoor zij hadden kunnen behouden worden.
Ja, een ieder die de waarheid niet liefheeft, die is en blijft verblind en satan speelt hierin een belangrijke rol.
Elk mens kan behouden worden! Als er een liefde is voor de waarheid.
Alle bedekking kan verdwijnen, daar waar een liefde is voor de waarheid.
Hij is de god van deze eeuw.
Nee, de satan kan zich nooit met God meten, en Jezus heeft alle macht gekregen in hemel en op aarde sinds de opstanding. (Matt. 28: 18- 20)
En toch heeft de satan macht op deze aarde.
Daarbij mogen we stellen dat satan alleen maar macht heeft waar hij dat krijgt.
(Job 1: 7; Job 2: 2; Matteus 4: 1- 11; 2 Tess. 2: 9- 10, 1 Petrus 5: 6- 11)
En zo, als het evangelie gepredikt wordt, maar het wordt niet gehoord omdat er geen liefde voor de waarheid is, dan blijft de bedekking op het hart.
Hoe triest!
God heeft alles gedaan om de mens te redden!
Hij heeft apostelen aangesteld, deze apostelen hebben in reinheid en zuiverheid de waarheid verkondigt en opgeschreven en overgegeven aan alle heiligen.
God heeft alles gedaan om de mens te redden!
Alleen, sommigen ontwaren het schijnsel niet van het evangelie der heerlijkheid van Christus.
Waarom? Als er geen liefde voor de waarheid is, kan dit schijnsel niet gezien worden.
Dit schijnsel spreekt van de heerlijkheid van Christus.
En deze Christus is het beeld van God.
Ja, Christus, het beeld van God.
Maar bedekkingen, alle bedekkingen, kunnen alleen maar weggenomen worden als er liefde is voor de waarheid.
Broeder en zuster, vriend, sta jij open voor de waarheid?
De waarheid gegeven in het nieuwe Testament?
------------------------------------------------------------------------------------------------
Maar wij hebben deze schat in aarden vaten, zodat de kracht, die alles te boven gaat, van God is en niet van ons.
In de eerste woorden van dit hoofdstuk heeft Paulus verder beschreven dat er een bediening is van de Geest, die aan de apostelen was gegeven, door God in barmhartigheid.
Deze bediening was voor alle mensen! Het was Gods rijke genade en liefde, in het nieuwe verbond, gegeven aan alle mensen. (Matteus 28: 18- 20; Markus 16: 15- 16; Romeinen 1: 16)
De apostelen hadden door deze bediening de waarheid aan het licht gebracht in elk menselijk geweten en zo hadden zij hun aanbeveling voor het oog van God.
Ja, en als hun bediening dan nog bedekt was, dan was dit bedekt bij hen die ongelovig waren, bij wie de satan het hart had verblind, zodat zij niet konden ontwaren het evangelie, waarin de heerlijkheid van Christus openbaar was geworden.
En wie is Christus? Het beeld van de levende God.
Immanuel, God met ons!
5 Want wij prediken niet onszelf, maar Christus Jezus als Here, en onszelf als uw dienaren om Jezus’ wil.
6 Want de God, die gesproken heeft: Licht schijne uit het duister, heeft het doen schijnen in onze harten, om ons te verlichten met de kennis der heerlijkheid Gods in het aangezicht van Christus.
7 Maar wij hebben deze schat in aarden vaten, zodat de kracht, die alles te boven gaat, van God is en niet van ons:
8 in alles zijn wij in de druk, doch niet in het nauw; om raad verlegen, doch niet radeloos;
9 vervolgd, doch niet verlaten; ter aarde geworpen, doch niet verloren;
10 te allen tijde het sterven van Jezus in het lichaam omdragende, opdat ook het leven van Jezus zich in ons lichaam openbare.
Want wij prediken niet onszelf, maar Christus Jezus als Here, en onszelf als uw dienaren om Jezus’ wil.
Ja, als Paulus dan mag getuigen van dit prachtige evangelie van Jezus Christus, dan is Paulus snel om aan te geven dat zij niet zichzelf predikten, maar zij predikten Christus Jezus als Here.
Het woord “Here” komt van het Griekse woord “kurios” en dit woord betekent “hij die meester of bezitter is van iemand of iets waarover hij de bevoegdheid heeft om te beslissen”.
En ja, dat is Jezus! Dat is waarom een ieder behoort geleerd te worden over Jezus. Jezus heeft alle macht in hemel en op aarde. Hij komt alle toewijding toe!
Zoals Matteus schrijft:
Matteus 28:
18 En Jezus trad naderbij en sprak tot hen, zeggende: Mij is gegeven alle macht in de hemel en op de aarde.
19 Gaat dan henen, maakt al de volken tot mijn discipelen en doopt hen in de naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes en leert hen onderhouden al wat Ik u bevolen heb.
20 En zie, Ik ben met u al de dagen tot aan de voleinding der wereld.
Zie ook: Handl. 2: 36; Efeze 1: 20- 23; Fill. 2: 9- 11)
Ja, Jezus heeft alle macht. Alleen Hij is koning!
Sinds Jezus is opgestaan uit de doden heeft Hij alle macht ontvangen van de Vader.
Jezus regeert, en elk mens behoort zich onder het gezag van Jezus te stellen.
En de apostelen? Die waren louter dienaren om Jezus wil. In de bediening gezet om mensen te dienen met het rijke evangelie.
Want de God, die gesproken heeft: Licht schijne uit het duister, heeft het doen schijnen in onze harten, om ons te verlichten met de kennis der heerlijkheid Gods in het aangezicht van Christus.
God heeft altijd al tot de mens gesproken.
En zo ook in het nieuwe verbond. In dit verbond heeft hij tot ons gesproken in de Zoon.
(Hebr. 1: 1- 3)
En ja, in dit nieuwe verbond spreekt God in onze harten en laat het licht schijnen in onze harten, om ons zo te verlichten met de kennis der heerlijkheid van God.
En ja, in Jezus is het ware licht in de wereld gekomen. Hij is het licht!
In profetie werd hier al over geschreven.
Jesaja 9:
1 Het volk dat in donkerheid wandelt, ziet een groot licht; over hen die wonen in een land van diepe duisternis, straalt een licht.
Jesaja mocht al van dit licht getuigen.
Jesaja 9:
5 Want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven, en de heerschappij rust op zijn schouder en men noemt hem Wonderbare Raadsman, Sterke God, Eeuwige Vader, Vredevorst.
6 Groot zal de heerschappij zijn en eindeloos de vrede op de troon van David en over zijn koninkrijk, doordat hij het sticht en grondvest met recht en gerechtigheid, van nu aan tot in eeuwigheid. De ijver van de Here der heerscharen zal dit doen.
Ja, Jezus, het licht der wereld! Maar niet alleen het licht, ook de wonderbare Raadsman, sterkte God, eeuwige Vader, vredevorst.
En ja, 1) groot is Zijn heerschappij, 2) eindeloos de vrede op de troon van David, 3) eindeloos de vrede over Zijn koninkrijk, 4) het koninkrijk word gesticht in recht en gerechtigheid, en 5) tot in eeuwigheid.
En ja, dit is een beschrijving van Jezus en Zijn koninkrijk.
Dit is een beschrijving van de bediening van de Geest.
Toen God kwam, in Jezus, kwam God in ware heerlijkheid!
En “de ijver van de Here der Heerscharen” heeft dit alles tot stand doen komen!
En zo mocht Simeon bevestigen:
Lukas 2:
29 Nu laat Gij, Here, uw dienstknecht gaan in vrede, naar uw woord,
30 want mijn ogen hebben uw heil gezien,
31 dat Gij bereid hebt voor het aangezicht van alle volken:
32 licht tot openbaring voor de heidenen en heerlijkheid voor uw volk Israel.
Ja, in Christus was het licht, het ware en enige licht, naar de aarde gekomen.
En ja, dit is de wil van God! Dat in elk hart de kennis der heerlijkheid, van de bediening van de Geest, schijnt.
Maar wij hebben deze schat in aarden vaten, zodat de kracht, die alles te boven gaat, van God is en niet van ons:
En ja, deze schat, de kennis der heerlijkheid van God in het aangezicht van Christus, die was gegeven aan de apostelen. In de bediening van de Geest.
Paulus noemt dit een schat in aarden vaten.
Het woord “aarden” komt van het Griekse woord “ostrakinos” en dit woord betekent, “van aarde”, “van klei” of “van leem”.
Dit om ergens de zwakte van aan te geven.
Het woord “vaten” komt van het Griekse woord “skeuos” en dit woord betekent, “werktuig” of “vat”.
Dit woord werd in de oudheid veel gebruikt voor “het lichaam” omdat de geest tijdelijk in het lichaam woont.
Vergelijk: 1 Tess. 4: 4; 1 Petrus 3: 7
Dus ja, dit aardse vat is een referentie naar het lichaam. Het lichaam dat zwak is.
In vers 16 zal hij gaan zeggen: “Daarom verliezen wij de moed niet, maar al vervalt ook onze uiterlijke mens nochtans wordt de innerlijke van dag tot dag vernieuwd”.
Ja, Paulus had deze machtige en rijke bediening gekregen, maar ze waren nog steeds mensen met een aards lichaam.
Dit aardse lichaam vervalt, maar de innerlijke mens die wordt vernieuwd.
Vernieuwd door de kracht van de bediening van de Geest.
En zo zat de kracht van de bediening van de Geest in God en op geen enkele wijze in “een vergankelijk vat”.
In alles zijn wij in de druk, doch niet in het nauw; om raad verlegen, doch niet radeloos; vervolgd, doch niet verlaten; ter aarde geworpen, doch niet verloren; te allen tijde het sterven van Jezus in het lichaam omdragende, opdat ook het leven van Jezus zich in ons lichaam openbare.
Ja, in het uitvoeren van de bediening des Geestes, waren de apostelen, 1) in de druk, doch niet in het nauw, 2) om raad verlegen, maar niet radeloos, 3) vervolgd maar niet verlaten, 4) ter aarde geworpen, maar niet verloren, 5) ten allen tijde het sterven van Jezus in het lichaam omdragende.
Dit alles, zodat het leven van Jezus zich in “het lichaam” van de apostelen zou openbaren.
Ja, als Paulus het principe van aardse vaten heeft geïntroduceerd, gaat hij ook laten zien wat er allemaal met “het aardse vat” gebeurd tijdens het prediken van die rijke en machtige boodschap, de bediening van de Geest.
In de druk, doch niet in het nauw.
Ja, de apostelen kwamen vaak in de druk. Dit woord druk komt van het Griekse woord “thlibo” en dit woord betekent, drukken, kneuzen, stuk wrijven, samendringen, nauw insluiten en samengedrongen
Metaforisch betekent dit kwellen, beangstigen en of benauwen.
Voor ditzelfde woord, zie: Matteus 7: 14; Markus 3: 9; 2 Kor. 1: 6; 4: 8; 7: 5; 1 Tess. 3: 4; 2 Tess. 1: 6, 7; 1 Tim. 5: 10 en Hebr. 11: 37.
En ja, dit principe laat zien dat de apostelen fysiek wel in benauwende momenten kwamen maar ze kwamen niet in het nauw. God was met hen.
Hebr. 13:
5 Laat uw wijze van doen onbaatzuchtig zijn, weest tevreden met wat gij hebt. Want Hij heeft gezegd: Ik zal u geenszins begeven, Ik zal u geenszins verlaten.
6 Daarom kunnen wij met vertrouwen zeggen: De Here is mij een helper, ik zal niet vrezen; wat zou een mens mij doen?
Om raad verlegen, maar niet radeloos.
Het woord “raad” wordt vertaald van het Griekse woord “aporeo” en dit woord betekent, zonder hulpmiddelen zijn, in benauwdheid zijn, gebrek hebben, in verlegenheid zijn, in twijfel of niet weten wat te doen, niet weten wat met zichzelf te doen, in twijfel zijn, niet weten hoe te beslissen of wat te doen, van zijn stuk gebracht zijn.
Ja, de apostelen waren volledig zonder hulpmiddelen, aardse hulpmiddelen, maar ze hadden de kracht van de Heilige Geest over hen!
En dat was voor hen hun “grote kracht”. De enige kracht die zij nodig hadden!
Dit is een prachtig beeld voor alle gelovigen. Ware gelovigen hebben geen andere hulpmiddelen dat God, Christus, de Heilige Geest en Zijn Woord.
Daar zit onze kracht! Daar zit ons grote hulpmiddel!
En ook voor evangelisten en leraars! Geen ander hulpmiddel dan Gods Geest.
Alleen door de Geest van God. Geen menselijke hulpmiddelen, geen eigen wijsheid, geen eigen werkwijzen dan door de Geest alleen.
Vervolgd maar niet verlaten.
Ja, vervolging was “het aardse deel” voor de apostelen.
Maar in dit alles, geheel niet verlaten!
2 Tim. 4:
16 Bij mijn eerste verdediging heeft niemand mij bijgestaan, maar allen hebben mij in de steek gelaten - het worde hun niet toegerekend;
17 doch de Here heeft mij ter zijde gestaan en kracht gegeven, zodat door mij de verkondiging tot haar recht gekomen is en al de heidenen haar hebben kunnen horen; en ik ben uit de muil van de leeuw verlost.
18 De Here zal mij beveiligen tegen alle boos opzet en behouden in zijn hemels Koninkrijk brengen. Hem zij de heerlijkheid in alle eeuwigheid! Amen.
Ter aarde geworpen, maar niet verloren.
De woorden “ter aarde geworpen” komen van één Grieks woord, te weten, “kataballo” en dit woord betekent, “neer werpen” of “op de grond gooien”.
Ja, soms leek het alsof anderen de overhand kregen, maar God stond hen nabij.
Ze waren nooit alleen. Altijd kwam de overwinning.
Judas:
24 Hem nu, die u voor struikelen kan behoeden en onberispelijk doen staan voor zijn heerlijkheid in grote vreugde.
Ten allen tijde het sterven van Jezus in het lichaam omdragende.
Ja, voortdurend werd het leven van de apostelen bedreigd.
(2 Korinthe 6: 4- 10; 2 Korinthe 11: 24- 28)
Ja, constant droegen zij de dood als het ware met zich mee.
En zo droegen zij het sterven van Jezus elke dag in zich.
Maar dit alles met een krachtig doel!
Dit alles, zodat het leven van Jezus zich in het lichaam van de apostelen zou openbaren.
En ja, zo was niet alleen het sterven van Jezus zichtbaar in het leven van de apostelen, maar juist door dit sterven werd het leven van Jezus zichbaar in het lichaam van de apostelen.
Broeders, zusters, vrienden, hoe mooi is dit?
Hoe meer zichtbaar het sterven word in het leven, hoe duidelijker het leven van Jezus zichtbaar wordt.
Ja, wat zal de apostel later in ditzelfde hoofdstuk schrijven?
2 Korinthe 4:
16 Daarom verliezen wij de moed niet, maar al vervalt ook onze uiterlijke mens nochtans wordt de innerlijke van dag tot dag vernieuwd.
Ja, het aardse vat vervalt, maar de innerlijke mens wordt vernieuwd, van dag tot dag.
Daar zit onze kracht!
Daar zit de kracht van de ware gelovige!
---------------------------------------------------------------------------------------
Maar nu wij dezelfde Geest des geloofs hebben, gelijk geschreven staat: Ik heb geloofd, daarom heb ik gesproken, geloven ook wij, en daarom spreken wij ook.
In de laatste verzen, vers 5- 10, hebben we gezien hoe Paulus benadrukt dat de apostelen niet zichzelf prediken, maar zij predikten de bediening van de Geest.
En ja, de apostelen mochten deze bediening uitvoeren met een “aards vat”, hun eigen vleselijke lichaam.
Dit word ook het beeld, dat Paulus gaat gebruiken om de kracht en rijkdom van de bediening van de Geest te bespreken enerzijds, en de vergankelijkheid van het “aardse vat” anderzijds.
Ja, het was God die door de bediening van de Geest de innerlijke mens rijk maakte, en dat dag aan dag.
En ja, in dit aardse vat stierven zij dagelijks, maar de innerlijke mens werd dagelijks levend, levender, gemaakt.
En daar gaat Paulus op verder in de volgende verzen.
11 Want voortdurend worden wij, die leven, aan de dood overgeleverd, om Jezus’ wil, opdat ook het leven van Jezus zich in ons sterfelijk vlees openbare.
12 Zo werkt dan de dood in ons, doch het leven in u.
13 Maar nu wij dezelfde Geest des geloofs hebben, gelijk geschreven staat: Ik heb geloofd, daarom heb ik gesproken, geloven ook wij, en daarom spreken wij ook.
14 Immers, wij weten, dat Hij, die de Here Jezus opgewekt heeft, ook ons met Jezus zal opwekken en met u voor Zich stellen.
Want voortdurend worden wij, die leven, aan de dood overgeleverd, om Jezus’ wil, opdat ook het leven van Jezus zich in ons sterfelijk vlees openbare.
Wow, wat een diepgang in deze woorden!
De apostelen die levend waren, werden constant aan doodsgevaar overgeleverd.
En dit allemaal omdat ze liefde hadden voor de gekruisigde Jezus, dit allemaal omdat zij een liefde hadden voor de bediening van de Geest, die hen was overgegeven, en die predikten met passie en overtuiging.
En ja, zoals de mensen Jezus kruisigden, wilden mensen ook de apostelen en ware volgelingen van Jezus kruisigen.
Romeinen 8:
17 Zijn wij nu kinderen, dan zijn wij ook erfgenamen: erfgenamen van God, en medeerfgenamen van Christus; immers, indien wij delen in zijn lijden, is dat om ook te delen in zijn verheerlijking.
Ja, het is belangrijk dat een gelovige deelt in Zijn lijden, dit alles is om te delen in Zijn verheerlijking.
En zo goed als het doodsgevaar tot de apostelen kwam, zo werd ook het leven van Jezus in hen dieper openbaar.
Meer lijden betekende meer leven.
Zo werkt dan de dood in ons, doch het leven in u.
En ja, omdat de apostelen zich in aan het zetten waren om de bediening van de Geest te prediken, kwamen zij elke keer in doodsgevaar.
Maar juist omdat zij zich wilden inzetten voor deze dienst van de Geest, was dit “tot leven” van de hoorders.
Koll. 1:
24 Thans verblijd ik mij over hetgeen ik om uwentwil lijd, en vul ik in mijn vlees aan wat ontbreekt aan de verdrukkingen van Christus, ten behoeve van zijn lichaam, dat is de gemeente.
25 Haar dienaar ben ik geworden krachtens de bediening, die mij door God is toevertrouwd, om onder u het woord van God tot zijn volle recht te doen komen,
26 het geheimenis, dat eeuwen en geslachten lang verborgen is geweest, maar thans geopenbaard aan zijn heiligen.
Ja, Paulus zelf was gewillige om te lijden!
Hij verblijdde zich daarover!
En dit alles ten behoeve van het lichaam van Jezus, Zijn gemeente.
Ja, het sterven van de apostelen betekende het leven voor hun hoorders.
Maar nu wij dezelfde Geest des geloofs hebben, gelijk geschreven staat: Ik heb geloofd, daarom heb ik gesproken, geloven ook wij, en daarom spreken wij ook.
Ja, er is maar één Geest.
Alle apostelen en alle gelovigen hadden deze Geest ontvangen, Handl. 2: 38; 5: 32.
Waarom spraken de apostelen deze boodschap? Zelfs onder zware vervolging?
Omdat ze de Geest des geloofs hadden. En hoe sprak deze Geest?
Dan haalt Paulus de woorden aan van Psalm 116:
Psalm 116:
10 Ik heb geloofd, zelfs toen ik sprak: Ik ben zeer verdrukt.
Psalm 116:
3 Banden van de dood hadden mij omvangen, angsten van het dodenrijk hadden mij aangegrepen, ik ondervond benauwdheid en smart.
In verdrukking? Ik heb geloofd.
In banden van den dood? Ik heb geloofd.
Met angsten van het dodenrijk aangegrepen? Ik heb geloofd.
In benauwdheid? Ik heb geloofd.
In smart? Ik heb geloofd.
Hier zit de ware kracht van de gelovige!
Wat er ook maar gebeurd! Het antwoord is altijd “Ik heb geloofd”.
En daarom spraken de apostelen!
Zelfs in gevaar voor hun “aardse vat”, zij geloofden en zij predikten.
1 Tess. 2:
2 Immers, ondanks de mishandeling en de smaad, die wij, zoals gij weet, te Filippi tevoren ondergaan hadden, hebben wij u, in onze God vrijmoedig, onder zware strijd het evangelie Gods gebracht.
En dit alles krijgt nog verdieping in de volgende woorden.
Immers, wij weten, dat Hij, die de Here Jezus opgewekt heeft, ook ons met Jezus zal opwekken en met u voor Zich stellen.
De apostelen waren ervan overtuigd! Er komt een opwekking!
En in de opwekking zullen zij die “geloven” door God voor Christus gesteld worden, om zo volledig deel te krijgen aan het opstanding ten leven.
1 Johannes 3:
2 Geliefden, nu zijn wij kinderen Gods en het is nog niet geopenbaard, wat wij zijn zullen; (maar) wij weten, dat, als Hij zal geopenbaard zijn, wij Hem gelijk zullen wezen; want wij zullen Hem zien, gelijk Hij is.
Ja, de ware gelovige mag weten dat er een opstanding voor hen ten leven is.
Gelijk worden aan Jezus, dat is het vooruitzicht voor de ware gelovige.
Broeders en zusters, hoeveel lijden durven wij te verdragen voor Zijn lichaam?
Hoeveel durven wij te verdragen voor Zijn gemeente?
Hoeveel durven wij te verdragen voor het welzijn van broeders en zusters?
Hoeveel durven wij te verdragen voor de grootheid van Zijn naam?
Om deel te hebben aan Zijn opstanding, zullen we eerst deel moeten hebben aan Zijn lijden.
----------------------------------------------------------------------------------------
Daarom verliezen wij de moed niet, maar al vervalt ook onze uiterlijke mens nochtans wordt de innerlijke van dag tot dag vernieuwd.
In de laatste verzen, vers 10- 14, heeft Paulus sterk gesproken over het lijden wat de apostelen overkwam. In het “aardse vat” stierven zij dagelijks.
Maar ze gingen door, door het geloof, om te spreken over een gekruisigde Christus. Ze gingen door in het spreken van de woorden van de bediening van de Geest.
Want deze bediening was in heerlijkheid, deze bediening bracht rechtvaardigheid, deze bediening bracht leven en deze bediening gaf werkelijke vrijheid.
En ook als moesten de apostelen lijden omwille die rijke evangelie, ook al moest het aardse vat lijden en verdrukking verdragen, ze gingen door, in liefde en geloof in een grote en machtige God. Hoe konden zij dit alles dragen?
In dit alles waren zij elke dag “levend” met Christus. Zijn grote kracht was werkzaam in de apostelen en de gelovigen!
15 Want het geschiedt alles om uwentwil, opdat de genade toeneme en door steeds meerderen overvloediger dank worde gebracht ter ere Gods.
16 Daarom verliezen wij de moed niet, maar al vervalt ook onze uiterlijke mens nochtans wordt de innerlijke van dag tot dag vernieuwd.
17 Want de lichte last der verdrukking van een ogenblik bewerkt voor ons een alles verre te boven gaand eeuwig gewicht van heerlijkheid,
18 daar wij niet zien op het zichtbare, maar op het onzichtbare; want het zichtbare is tijdelijk, maar het onzichtbare is eeuwig.
Want het geschiedt alles om uwentwil, opdat de genade toeneme en door steeds meerderen overvloediger dank worde gebracht ter ere Gods.
Ja, al dit lijden in het leven van de apostelen gebeurde omwille van hen die het evangelie hoorden! En dit voor twee belangrijke redenen!
A. Zodat Gods genade zou toenemen.
B. En dat meer dank gebracht zou worden aan God, ter ere van God.
Ja, hoe sterker het werk werd van de bediening van de Geest door de apostelen, hoe sterker Gods genade ten kracht zou komen in de levens van hen die tot geloof kwamen en dieper in het geloof kwamen.
En zo zou er meer dank gebracht worden aan God en dit alles ter ere van God, ter ere van het evangelie, ter ere van Zijn grote heilsplan, ter ere van Zijn grote genade en ter ere van Zijn grote liefde voor alle mensen.
Daarom verliezen wij de moed niet, maar al vervalt ook onze uiterlijke mens nochtans wordt de innerlijke van dag tot dag vernieuwd.
In deze woorden en de woorden van de volgende twee verzen vinden we de climax van dit hoofdstuk. We vinden ook drie belangrijke redenen voor Paulus om door te gaan en nooit op te geven!
Nee, ondanks alle strijd, vervolging, verdrukking en doodsgevaar, verloren de apostelen de moed niet!
Als zij over de uiterlijke mens spreken dan “vervalt” die.
Het woord “vervalt” komt van het Griekse woord “diaphtheiro” en dit woord betekent “veranderen, verderven of ten gronde gaan”.
En ja, dat is wat er met het lichaam gebeurd.
Naarmate een mens ouder wordt, is er sprake van verandering, verderving en het ten gronde gaan van het lichaam, het aardse vat. En nu specifiek voor de apostelen.
Zij moesten in dit aardse vat verdrukking en vervolging ervaren.
En voor de ware gelovige is dit ook zijn of haar deel op deze aarde.
Maar daareentegen wordt de innerlijke mens “vernieuwd”. En dit van dag tot dag.
Het woord “vernieuwd” komt van het Griekse woord “anakainooo”en dit woord betekent “maken dat iets of iemand nieuw wordt of veranderd worden”.
En ja, dat is wat er met de innerlijke mens van elke ware gelovige gebeurd.
Het innerlijk wordt dag aan dag vernieuwd.
Wat had Paulus geschreven in het laatste vers van hoofdstuk 3?
2 Kor. 3:
18 En wij allen, die met een aangezicht, waarop geen bedekking meer is, de heerlijkheid des Heren weerspiegelen, veranderen naar hetzelfde beeld van heerlijkheid tot heerlijkheid, immers door de Here, die Geest is.
Ja, de ware gelovige die veranderd in het innerlijke naar hetzelfde beeld, en de heerlijkheid des Heren gaan weerspiegelen, van heerlijkheid tot heerlijkheid.
Wat schrijft Efeze?
Efeze 3:
16 opdat Hij u geve, naar de rijkdom zijner heerlijkheid, met kracht gesterkt te worden door zijn Geest in de inwendige mens.
Ja, de ware gelovige wordt gesterkt in de innerlijke mens, door Zijn Geest.
Elke dag is dat een doorwerkend proces. (Romeinen 12: 1- 2)
En zo wordt de innerlijke mens vernieuwd.
Steeds verder dringt deze vernieuwing door, tot de opwekking uit de doden plaatsvindt op de dag des Heren.
Ja, voor de ware gelovige is er altijd vrede, moed en hoop!
De waarheid van dit vers, de uitwendige mens vervalt, maar de innerlijke mens wordt van dag tot dag vernieuwd was de eerste reden, in het volgende vers vinden we de tweede reden.
Want de lichte last der verdrukking van een ogenblik bewerkt voor ons een alles verre te boven gaand eeuwig gewicht van heerlijkheid.
Ja, in “het aardse vat” was er een verdrukking.
Paulus noemt dit een lichte last van een ogenblik, en stelt dat gelijk tegenover “een alles verre te boven gaand eeuwig gewicht van heerlijkheid”.
Ja, dit is de hoop van de gelovige. De last in “het aardse vat” en een “lichte tijdelijke last”.
Maar wat brengt dat met zich mee? Een “alles verre te boven gaand eeuwig gewicht van heerlijkheid”! Eeuwig leven met Vader!
Ja, in het aardse vat is er een “een lichte last”.
In het leven met God is er een “alles verre te boven gaand gewicht”.
In het aardse vat is er een “een verdrukking van een ogenblik”.
In het leven met God is het “een eeuwige heerlijkheid”.
Ja, zoals Jezus zei:
Matteus 5:
10 Zalig de vervolgden om der gerechtigheid wil, want hunner is het Koninkrijk der hemelen.
11 Zalig zijt gij, wanneer men u smaadt en vervolgt en liegende allerlei kwaad van u spreekt om Mijnentwil.
12 Verblijdt u en verheugt u, want uw loon is groot in de hemelen; want alzo hebben zij de profeten voor u vervolgd.
En ja, zo wordt de weg naar verheerlijking door lijden verkregen.
En dan volgt de derde reden.
Daar wij niet zien op het zichtbare, maar op het onzichtbare; want het zichtbare is tijdelijk, maar het onzichtbare is eeuwig.
En wat is de derde reden? De ware gelovige kijkt niet naar het zichtbare, maar hij kijkt naar het onzichtbare.
En waarom kijkt een ware gelovige niet naar het zichtbare, maar naar het onzichtbare?
Het zichtbare is tijdelijk en het onzichtbare is eeuwig.
Hebreeen 11:
1 Het geloof nu is de zekerheid der dingen, die men hoopt, en het bewijs der dingen, die men niet ziet.
Ja, we leven in een zichtbare aarde en hemel.
Maar deze zullen vergaan! Alles wat onze ogen kunnen zien zal vergaan.
Maar wat onze ogen niet kunnen zien, dat zal blijven bestaan!
2 Petrus 3:
7 Maar de tegenwoordige hemelen en de aarde zijn door hetzelfde woord als een schat weggelegd, ten vure bewaard tegen de dag van het oordeel en van de ondergang der goddeloze mensen.
10 Maar de dag des Heren zal komen als een dief. Op die dag zullen de hemelen met gedruis voorbijgaan en de elementen door vuur vergaan, en de aarde en de werken daarop zullen gevonden worden.
11 Daar al deze dingen aldus vergaan, hoedanig behoort gij dan te zijn in heilige wandel en godsvrucht,
12 vol verwachting u spoedende naar de komst van de dag Gods, ter wille waarvan de hemelen brandende zullen vergaan en de elementen in vuur zullen wegsmelten.
13 Wij verwachten echter naar zijn belofte nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, waar gerechtigheid woont.
Broeders en zusters, vrienden, voor de ware gelovige is er vrede en hoop.
Vrede en hoop ondanks verdrukking en vervolging.
De ware gelovige wordt elke dag innerlijk vernieuwd!
Vernieuwd met meer leven, meer hoop, meer vrede, meer kracht en meer liefde.
Ja, de uiterlijke mens vervalt, maar de innerlijke mens wordt vernieuwd, dag aan dag.