In  het vorige hoofdstuk, hoofdstuk 3, heeft Paulus een sterk contrast neergezet  aangaande de bediening geschreven op stenen tafelen en de bediening van de  Geest geschreven in het hart.
      
      De bediening op stenen tafelen gegrift was een bediening die veroordeling bracht,  die de dood bracht en het was een bediening die zou verdwijnen. 
      In de woorden, bediening op stenen tafelen, zien we duidelijk dat dit de wet  van Mozes is.
      En ja, de wet van Mozes zou verdwijnen. (Hebr. 7: 12; 8: 1- 13)
  
      De bediening van de Geest, in het hart geschreven, dit was een bediening die  heerlijkheid bracht, die rechtvaardigheid bracht, dit was een bediening die  vrijheid gaf en het was de bediening die zou blijven. Het nieuwe verbond! Het  nieuwe Testament!
  
      En zo komen we in het vierde hoofdstuk van de tweede brief aan Korinthe.
      We gaan nu verder spreken over deze prachtige en rijke bediening van de Geest,  het nieuwe Testament, het nieuwe verbond.
  
  1 Daarom, nu wij deze bediening hebben, die ons door barmhartigheid is  toevertrouwd, verliezen wij de moed niet, 
    2 maar hebben wij verworpen alle schandelijke praktijken, die het licht niet kunnen  zien, daar wij niet met sluwheid omgaan of het woord Gods vervalsen, maar de  waarheid aan het licht brengen en zo bij elk menselijk geweten onze eigen  aanbeveling zijn voor het oog van God. 
    3 Indien dan nog ons evangelie bedekt is, is het bedekt bij hen, die verloren  gaan, 
    4 ongelovigen, wier overleggingen de god dezer eeuw met blindheid heeft  geslagen, zodat zij het schijnsel niet ontwaren van het evangelie der  heerlijkheid van Christus, die het beeld Gods is. 
  Daarom, nu wij deze  bediening hebben, die ons door barmhartigheid is toevertrouwd, verliezen wij de  moed niet, 
      Ja,  de apostelen hadden deze rijke bediening gekregen! Gekregen van God.
      Dit was hen in barmhartigheid toevertrouwd. Ja, het was Gods goedheid die hen  deze bediening had gegeven en dit ten dienste van alle mensen.
  
      Waarom? God wil dat alle mensen tot bekering komen! (2 Petrus 3: 9)
      Daarom had God de apostelen deze gave van het bekend maken van de waarheid  gegeven.
      Johannes 13- 16; 1 Kor. 2: 6- 16; Efeze 3: 1- 13)
  
  1 Timoteus 1:
    12 Ik breng dank aan Hem, die mij kracht gegeven  heeft, Christus Jezus, onze Here, dat Hij mij getrouw geacht heeft, daar Hij  mij in de bediening gesteld heeft, 
  13 hoewel ik vroeger een godslasteraar en een vervolger en een  geweldenaar was Maar mij is ontferming bewezen, omdat ik het in mijn  onwetendheid, uit ongeloof, gedaan heb, 
    14 en zeer overvloedig is de genade van onze Here geweest, met het geloof en de  liefde in Christus Jezus.
  
  Ja, Paulus, de andere apostelen en de profeten waren in deze bediening  gesteld, door God in Christus. Dit was Gods gave, in barmhartigheid, aan alle  mensen.
  
  En zo hadden de apostelen en profeten de mooiste en rijkste boodschap,  een  boodschap die rechtvaardigheid,  heerlijkheid, leven en vrijheid kon voortbrengen, gekregen en opgeschreven,  overgegeven aan alle heiligen. (Judas 3) En dit was een boodschap van hoop en  heerlijkheid.
      En zo verloren zij de moed niet! 
  
  Maar hebben  wij verworpen alle schandelijke praktijken, die het licht niet kunnen zien,  daar wij niet met sluwheid omgaan of het woord Gods vervalsen, maar de waarheid  aan het licht brengen en zo bij elk menselijk geweten onze eigen aanbeveling  zijn voor het oog van God. 
      Hoe  zag het leven van de apostelen eruit? Zij verwierpen alle schandelijke  praktijken, die het licht niet konden zien, zij gingen niet met sluwheid met  het woord van God om,  zij brachten de  waarheid aan het licht, om zo bij elk menselijk geweten hun eigen aanbeveling  te zijn voor het oog van God.
  
      We zien hier drie belangrijke zaken.
  A. De apostelen verwierpen alle  schandelijke praktijken, die het licht niet konden zien.
  
      Wow, hoe prachtig en hoe rijk is dit? Ja, dit was primair voor de apostelen!
      Zij verwierpen alles wat schandelijk is. En dit staat natuurlijk ook in het  bijzonder in het licht van de zaken waar de context over spreekt.
      Als we gaan denken vanuit de context zien we dat de apostelen met valse  apostelen te maken hadden, en ja, deze valse apostelen gebruikten schandelijke  praktijken en sluwheid in hun prediking.
  
      Zoals Paulus in het tweede hoofdstuk had geschreven:
  2 Korinthe 2:
    17 Want wij zijn niet als zovelen, die winst maken  uit het woord van God, maar wij spreken in Christus uit zuivere  bedoelingen, ja, op gezag van God en voor Gods aangezicht.
  
  Ja, de  schijnapostelen, die gebruikten sluwheid en schandelijke praktijken.
      De ware apostelen predikten in zuiverheid en reinheid.
  
  B. De apostelen gingen in zuiverheid  om met het woord van God, zonder sluwheid, en brachten de waarheid aan het  licht.
  
      Ja, de prediking van de apostelen had één belangrijke getuigenis. Zij brachten  de waarheid aan het licht. De waarheid van Christus! De bediening van de Geest!
      En dit is zo belangrijk. Ook in onze dagen. De waarheid moet gepredikt worden.  De waarheid moet aan het licht komen. Waarom is de waarheid zo belangrijk?
      Waarom moet de waarheid aan het licht komen?
  
  Johannes 8:
    31 Jezus dan zeide tot de Joden, die in Hem geloofden: Als gij in mijn woord  blijft, zijt gij waarlijk discipelen van Mij
    32 en gij zult de waarheid verstaan, en de waarheid  zal u vrijmaken.
  
  Ja, alleen de waarheid van Christus kan een mens vrijmaken.
      En dat predikten de apostelen, zonder schroom en zonder sluwheid.
      En dat is onze taak! Het prediken van Jezus! Het prediken van de waarheid.
      Dat kan een mens vrijmaken!
  
  C. Zij brachten bij elk menselijk  geweten de waarheid van God openbaar en zo werden ze hun eigen aanbeveling voor  God.
  
      Dit zijn belangrijke woorden!
      Waarom? De waarheid penetreert tot in het geweten van elk mens.
      (Rom. 2: 14- 16; Titus 1: 5; Titus 1: 15; Titus 1: 18- 20; 1 Tim. 4: 1- 2)
  
  Titus 1:
    15 Alles is rein voor de reinen, maar voor hen, die besmet en onbetrouwbaar  zijn, is niets rein. Maar bij hen zijn zowel het  denken als het geweten besmet.
  
  Ja, Gods mensen prediken en de prediking moet het geweten aanspreken.
      Dit is een woord in het bijzonder voor hen die het evangelie prediken.
      Het is belangrijk dat het geweten aangesproken wordt!
  
      Het is van belang dat de waarheid gesproken wordt. De waarheid van God in Jezus  Christus. Het evangelie. Het evangelie van God. (Rom. 1: 16)
  
      En in dit proces waren zij hun eigen aanbeveling  bij God.
      Ja, de apostelen predikten in zuiverheid de waarheid aan alle mensen.
      En zo werd elk menselijk geweten aangesproken.
  
  Indien dan  nog ons evangelie bedekt is, is het bedekt bij hen, die verloren gaan.
  
      En ja, Paulus had gepredikt aan het geweten van mensen. Het geweten moest  aangesproken worden. En dit gebeurde door de prediking. Dit moest leiden tot  behoudenis.
  
      Toch bleef het ware evangelie bedekt bij mensen. Sommigen lieten dat geweten  niet overtuigen met het evangelie. En zo bleef voor sommigen het evangelie  bedekt.
      Paulus noemt hen “degene die verloren gaan”.
  
  (Ja, Paulus heeft in het vorige hoofdstuk gesproken over een  bedekking.
      Dat woord komt in dit vers weer terug, maar dan in betrekking tot hen die  verloren gaan)
  
  Ongelovigen,  wier overleggingen de god dezer eeuw met blindheid heeft geslagen, zodat zij  het schijnsel niet ontwaren van het evangelie der heerlijkheid van Christus, die  het beeld Gods is. 
  
  Degene die verloren gaan, genoemd in het vorige vers, worden in  dit vers de ongelovigen genoemd.
      Wat is er met deze mensen gebeurd? De god dezer eeuw heeft hen met blindheid  geslagen en zo kunnen zij het schijnsel van het ware evangelie niet ontdekken.
  
      Ja, de satan heeft krachten.
      De satan heeft krachten voor hen die de waarheid niet liefhebben!
      Want al stelt dit vers niet de reden voor deze blindheid, laten andere verzen  dit wel zien.
  
    2 Tess. 2:
    9 Daarentegen is diens komst naar de werking des satans met allerlei krachten  tekenen en bedrieglijke wonderen,
    10 en met allerlei verlokkende ongerechtigheid, voor hen, die verloren gaan, omdat zij de liefde tot de waarheid niet aanvaard hebben,  waardoor zij hadden kunnen behouden worden.
  
  Ja, een ieder die de waarheid niet liefheeft, die is en blijft  verblind en satan speelt hierin een belangrijke rol.
      Elk mens kan behouden worden! Als er een liefde is voor de waarheid.
      Alle bedekking kan verdwijnen, daar waar een liefde is voor de waarheid.
  
      Hij is de god van deze eeuw.
      Nee, de satan kan zich nooit met God meten, en Jezus heeft alle macht gekregen  in hemel en op aarde sinds de opstanding. (Matt. 28: 18- 20)
  
      En toch heeft de satan macht op deze aarde. 
      Daarbij mogen we stellen dat satan alleen maar macht heeft waar hij dat krijgt.
      (Job 1: 7; Job 2: 2; Matteus 4: 1- 11; 2 Tess. 2: 9- 10, 1 Petrus 5: 6- 11)
  
      En zo, als het evangelie gepredikt wordt, maar het wordt niet gehoord omdat er  geen liefde voor de waarheid is, dan blijft de bedekking op het hart.
      Hoe triest!
  
      God heeft alles gedaan om de mens te redden!
      Hij heeft apostelen aangesteld, deze apostelen hebben in reinheid en zuiverheid  de waarheid verkondigt en opgeschreven en overgegeven aan alle heiligen. 
      God heeft alles gedaan om de mens te redden!
  
      Alleen,  sommigen ontwaren het schijnsel niet van het evangelie der heerlijkheid van  Christus.
      Waarom? Als er geen liefde voor de waarheid is, kan dit schijnsel niet gezien  worden.
      Dit schijnsel spreekt van de heerlijkheid van Christus. 
      En deze  Christus is het beeld van God.
      Ja, Christus, het beeld van God. 
  
      Maar bedekkingen, alle bedekkingen, kunnen alleen maar weggenomen worden als er  liefde is voor de waarheid.
  
      Broeder en zuster, vriend, sta jij open voor de waarheid?
      De waarheid gegeven in het nieuwe Testament?
  
      ------------------------------------------------------------------------------------------------
  
  Maar wij hebben deze schat in aarden  vaten, zodat de kracht, die alles te boven gaat, van God is en niet van ons.
  
  In de eerste woorden van dit hoofdstuk heeft Paulus verder beschreven  dat er een bediening is van de Geest, die aan de apostelen was gegeven, door  God in barmhartigheid.
      Deze bediening was voor alle mensen! Het was Gods rijke genade en liefde, in  het nieuwe verbond, gegeven aan alle mensen. (Matteus 28: 18- 20; Markus 16:  15- 16; Romeinen 1: 16)
  
      De apostelen hadden door deze bediening de waarheid aan het licht gebracht in  elk menselijk geweten en zo hadden zij hun aanbeveling voor het oog van God. 
  
      Ja, en als hun bediening dan nog bedekt was, dan was dit bedekt bij hen die  ongelovig waren, bij wie de satan het hart had verblind, zodat zij niet konden  ontwaren het evangelie, waarin de heerlijkheid van Christus openbaar was  geworden.
      En wie is Christus? Het beeld van de levende God.
      Immanuel, God met ons!
  
  5 Want wij prediken niet onszelf,  maar Christus Jezus als Here, en onszelf als uw dienaren om Jezus’ wil. 
    6 Want de God, die gesproken heeft: Licht schijne uit het duister, heeft het  doen schijnen in onze harten, om ons te verlichten met de kennis der  heerlijkheid Gods in het aangezicht van Christus. 
    7 Maar wij hebben deze schat in aarden vaten, zodat de kracht, die alles te  boven gaat, van God is en niet van ons: 
    8 in alles zijn wij in de druk, doch niet in het nauw; om raad verlegen, doch  niet radeloos; 
    9 vervolgd, doch niet verlaten; ter aarde geworpen, doch niet verloren; 
    10 te allen tijde het sterven van Jezus in het lichaam omdragende, opdat ook  het leven van Jezus zich in ons lichaam openbare. 
  Want wij prediken niet  onszelf, maar Christus Jezus als Here, en onszelf als uw dienaren om Jezus’  wil. 
      Ja,  als Paulus dan mag getuigen van dit prachtige evangelie van Jezus Christus, dan  is Paulus snel om aan te geven dat zij niet zichzelf predikten, maar zij predikten  Christus Jezus als Here. 
      Het  woord “Here” komt van het Griekse woord “kurios” en dit woord betekent “hij die  meester of bezitter is van iemand of iets waarover hij de bevoegdheid heeft om  te beslissen”.
  
      En ja, dat is Jezus! Dat is waarom een ieder behoort geleerd te worden over  Jezus. Jezus heeft alle macht in hemel en op aarde. Hij komt alle toewijding  toe!
      Zoals  Matteus schrijft:
  
  Matteus 28:
    18 En Jezus trad naderbij en sprak tot hen, zeggende: Mij is gegeven alle macht in de hemel en op de aarde. 
    19 Gaat dan henen, maakt al de volken tot mijn discipelen en doopt hen in de naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen  Geestes en leert hen onderhouden al wat Ik u bevolen heb. 
    20 En zie, Ik ben met u al de dagen tot  aan de voleinding der wereld.
    Zie ook: Handl. 2: 36; Efeze 1: 20- 23; Fill. 2: 9- 11)
  
  Ja, Jezus heeft alle macht. Alleen Hij is koning!
      Sinds Jezus is opgestaan uit de doden heeft Hij alle macht ontvangen van  de  Vader.
      Jezus regeert, en elk mens behoort zich onder het gezag van Jezus te stellen.
      En  de apostelen? Die waren louter dienaren om Jezus wil. In de bediening gezet om  mensen te dienen met het rijke evangelie.
  
  Want de God,  die gesproken heeft: Licht schijne uit het duister, heeft het doen schijnen in  onze harten, om ons te verlichten met de kennis der heerlijkheid Gods in het  aangezicht van Christus. 
      God  heeft altijd al tot de mens gesproken.
      En zo ook in het nieuwe verbond. In dit verbond heeft hij tot ons gesproken in de  Zoon.
      (Hebr. 1: 1- 3)
  
      En ja, in dit nieuwe verbond spreekt God in onze harten en laat het licht  schijnen in onze harten, om ons zo te verlichten met de kennis der heerlijkheid  van God.
  
      En ja, in Jezus is het ware licht in de wereld gekomen. Hij is het licht!
      In profetie werd hier al over geschreven.
  
  Jesaja 9:
    1 Het volk dat in donkerheid wandelt, ziet een groot  licht; over hen die wonen in een land van diepe duisternis, straalt een licht. 
  
  Jesaja mocht al van dit licht getuigen.
  
    Jesaja 9:
    5 Want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven, en de heerschappij  rust op zijn schouder en men noemt hem Wonderbare  Raadsman, Sterke God, Eeuwige Vader, Vredevorst. 
  6 Groot zal de heerschappij zijn en eindeloos de vrede op de troon  van David en over zijn koninkrijk, doordat hij het sticht en grondvest met  recht en gerechtigheid, van nu aan tot in eeuwigheid. De ijver van de Here der  heerscharen zal dit doen.
  
  Ja, Jezus, het licht der wereld! Maar niet alleen het licht, ook de  wonderbare Raadsman, sterkte God, eeuwige Vader, vredevorst.
      En ja, 1) groot is Zijn heerschappij, 2) eindeloos de vrede op de troon van  David, 3) eindeloos de vrede over Zijn koninkrijk, 4) het koninkrijk word  gesticht in recht en gerechtigheid, en 5) tot in eeuwigheid.
      En  ja, dit is een beschrijving van Jezus en Zijn koninkrijk.
      Dit is een beschrijving van de bediening van de Geest.
  
      Toen God kwam, in Jezus, kwam God in ware heerlijkheid!
      En “de ijver van de Here der Heerscharen” heeft dit alles tot stand doen komen!
  
  En zo mocht Simeon bevestigen:
  
    Lukas 2:
    29 Nu laat Gij, Here, uw dienstknecht gaan in vrede, naar uw woord, 
    30 want mijn ogen hebben uw heil gezien, 
    31 dat Gij bereid hebt voor het aangezicht van alle  volken: 
    32 licht tot openbaring voor de heidenen en  heerlijkheid voor uw volk Israel.
  
  Ja, in Christus was het licht, het ware en enige licht, naar de  aarde gekomen.
      En ja, dit is de wil van God! Dat in elk hart de kennis der heerlijkheid, van  de bediening van de Geest, schijnt. 
  Maar wij hebben deze schat  in aarden vaten, zodat de kracht, die alles te boven gaat, van God is en niet  van ons: 
      En  ja, deze schat, de kennis der heerlijkheid van God in het aangezicht van  Christus, die was gegeven aan de apostelen. In de bediening van de Geest.
  
      Paulus noemt dit een schat in aarden vaten.
      Het woord “aarden” komt van het Griekse woord “ostrakinos” en dit woord  betekent, “van aarde”, “van klei” of “van leem”.
      Dit om ergens de zwakte van aan te geven.
      Het  woord “vaten” komt van het Griekse woord “skeuos” en dit woord betekent,  “werktuig” of “vat”.
      Dit woord werd in de oudheid veel gebruikt voor “het lichaam” omdat de geest  tijdelijk in het lichaam woont.
      Vergelijk: 1 Tess. 4: 4; 1 Petrus 3: 7
  
      Dus ja, dit aardse vat is een referentie naar het lichaam.  Het lichaam dat zwak is.
  
      In vers 16 zal hij gaan zeggen: “Daarom  verliezen wij de moed niet, maar al vervalt ook onze uiterlijke mens nochtans  wordt de innerlijke van dag tot dag vernieuwd”.
  
  Ja, Paulus had deze machtige en rijke bediening gekregen, maar ze waren nog  steeds mensen met een aards lichaam.
      Dit aardse lichaam vervalt, maar de innerlijke mens die wordt vernieuwd.
      Vernieuwd door de kracht van de bediening van de Geest.
  
      En zo zat de kracht van de bediening van de Geest in God en op geen enkele  wijze in “een vergankelijk vat”. 
  In alles zijn wij in de  druk, doch niet in het nauw; om raad verlegen, doch niet radeloos; vervolgd,  doch niet verlaten; ter aarde geworpen, doch niet verloren; te allen tijde het  sterven van Jezus in het lichaam omdragende, opdat ook het leven van Jezus zich  in ons lichaam openbare. 
  
  Ja, in  het uitvoeren van de bediening des Geestes, waren de apostelen, 1) in de druk,  doch niet in het nauw, 2) om raad verlegen, maar niet radeloos, 3) vervolgd  maar niet verlaten, 4) ter aarde geworpen, maar niet verloren, 5) ten allen  tijde het sterven van Jezus in het lichaam omdragende. 
      Dit alles, zodat het leven van Jezus zich in “het lichaam” van de apostelen zou  openbaren.
  
      Ja, als Paulus het principe van aardse vaten heeft geïntroduceerd, gaat hij ook  laten zien wat er allemaal met “het aardse vat” gebeurd tijdens het prediken  van die rijke en machtige boodschap, de bediening van de Geest.
  
  In de druk, doch niet in het nauw.
  Ja, de apostelen kwamen vaak in de druk. Dit woord druk komt van het  Griekse woord “thlibo” en dit woord betekent, drukken, kneuzen, stuk wrijven, samendringen,  nauw insluiten en samengedrongen 
      Metaforisch  betekent dit kwellen, beangstigen en of benauwen.
      Voor ditzelfde woord, zie: Matteus 7: 14; Markus 3: 9; 2 Kor. 1: 6; 4: 8; 7: 5;  1 Tess. 3: 4; 2 Tess. 1: 6, 7; 1 Tim. 5: 10 en Hebr. 11: 37.
  
      En ja, dit principe laat zien dat de apostelen fysiek wel in benauwende  momenten kwamen maar ze kwamen niet in het nauw. God was met hen.
  
  Hebr. 13:
    5 Laat uw wijze van doen onbaatzuchtig zijn, weest tevreden met wat gij hebt.  Want Hij heeft gezegd: Ik zal u geenszins begeven,  Ik zal u geenszins verlaten. 
    6 Daarom kunnen wij met vertrouwen zeggen: De Here  is mij een helper, ik zal niet vrezen; wat zou een mens mij doen?
  
    Om raad verlegen, maar niet radeloos.
  Het woord “raad” wordt vertaald van het Griekse woord “aporeo” en dit  woord betekent, zonder hulpmiddelen zijn, in benauwdheid zijn, gebrek hebben,  in verlegenheid zijn, in twijfel of niet weten wat te doen, niet weten wat met  zichzelf te doen, in twijfel zijn, niet weten hoe te beslissen of wat te doen,  van zijn stuk gebracht zijn.
  
      Ja, de apostelen waren volledig zonder hulpmiddelen, aardse hulpmiddelen, maar  ze hadden de kracht van de Heilige Geest over hen!
      En dat was voor hen hun “grote kracht”. De enige kracht die zij nodig hadden!
  
      Dit is een prachtig beeld voor alle gelovigen. Ware gelovigen hebben geen  andere hulpmiddelen dat God, Christus, de Heilige Geest en Zijn Woord.
      Daar zit onze kracht! Daar zit ons grote hulpmiddel!
  
      En ook voor evangelisten en leraars! Geen ander hulpmiddel dan Gods Geest.
      Alleen door de Geest van God. Geen menselijke hulpmiddelen, geen eigen  wijsheid, geen eigen werkwijzen dan door de Geest alleen.
  Vervolgd maar niet verlaten.
  Ja,  vervolging was “het aardse deel” voor de apostelen.
      Maar in dit alles, geheel niet verlaten!
  
    2 Tim. 4:
    16 Bij mijn eerste verdediging heeft niemand mij bijgestaan, maar allen hebben  mij in de steek gelaten - het worde hun niet toegerekend; 
    17 doch de Here heeft mij ter zijde gestaan en  kracht gegeven, zodat door mij de verkondiging tot haar recht gekomen is en al  de heidenen haar hebben kunnen horen; en ik ben uit de muil van de leeuw  verlost. 
  18 De Here zal mij beveiligen tegen alle  boos opzet en behouden in zijn hemels Koninkrijk brengen. Hem zij de  heerlijkheid in alle eeuwigheid! Amen.
  Ter aarde geworpen, maar niet  verloren.
  De  woorden “ter aarde geworpen” komen van één Grieks woord, te weten, “kataballo”  en dit woord betekent, “neer werpen” of “op de grond gooien”.
  
      Ja, soms leek het alsof anderen de overhand kregen, maar God stond hen nabij.
      Ze waren nooit alleen. Altijd kwam de overwinning. 
  
  Judas: 
    24 Hem nu, die u voor struikelen kan behoeden en  onberispelijk doen staan voor zijn heerlijkheid in grote vreugde.
  
    Ten allen tijde het sterven van Jezus in het lichaam omdragende. 
  Ja, voortdurend werd het leven van de apostelen bedreigd. 
      (2 Korinthe 6: 4- 10; 2 Korinthe 11: 24- 28)
  
      Ja, constant droegen zij de dood als het ware met zich mee.
      En zo droegen zij het sterven van Jezus elke dag in zich.
  
      Maar dit alles met een krachtig doel!
  
    Dit alles, zodat het leven van Jezus zich in het lichaam van de apostelen zou  openbaren.
  En ja, zo was niet alleen het sterven van Jezus zichtbaar in het leven  van de apostelen, maar juist door dit sterven werd het leven van Jezus zichbaar  in het lichaam van de apostelen.
      Broeders,  zusters, vrienden, hoe mooi is dit?
      Hoe meer zichtbaar het sterven word in het leven, hoe duidelijker het leven van  Jezus zichtbaar wordt.
  
      Ja, wat zal de apostel later in ditzelfde hoofdstuk schrijven?
  
    2 Korinthe 4:
    16 Daarom verliezen wij de moed niet, maar al vervalt ook onze uiterlijke mens  nochtans wordt de innerlijke van dag tot dag  vernieuwd.
  
  Ja, het aardse vat vervalt, maar de innerlijke mens wordt vernieuwd, van  dag tot dag.
      Daar zit onze kracht!
      Daar zit de kracht van de ware gelovige!
  
      ---------------------------------------------------------------------------------------
  Maar nu wij dezelfde Geest des  geloofs hebben, gelijk geschreven staat: Ik heb geloofd, daarom heb ik  gesproken, geloven ook wij, en daarom spreken wij ook. 
  
  In de  laatste verzen, vers 5- 10, hebben we gezien hoe Paulus benadrukt dat de  apostelen niet zichzelf prediken, maar zij predikten de bediening van de Geest.
      En ja, de apostelen mochten deze bediening uitvoeren met een “aards vat”, hun  eigen vleselijke lichaam. 
  
      Dit word ook het beeld, dat Paulus gaat gebruiken om de kracht en rijkdom van  de bediening van de Geest te bespreken enerzijds, en de vergankelijkheid van  het “aardse vat” anderzijds.
  
      Ja, het was God die door de bediening van de Geest de innerlijke mens rijk  maakte, en dat dag aan dag.
      En ja, in dit aardse vat stierven zij dagelijks, maar de innerlijke mens werd  dagelijks levend, levender, gemaakt.
  
      En daar gaat Paulus op verder in de volgende verzen.
  
  11 Want voortdurend worden wij, die leven, aan de dood overgeleverd, om  Jezus’ wil, opdat ook het leven van Jezus zich in ons sterfelijk vlees openbare. 
    12 Zo werkt dan de dood in ons, doch het leven in u. 
    13 Maar nu wij dezelfde Geest des geloofs hebben, gelijk geschreven staat: Ik  heb geloofd, daarom heb ik gesproken, geloven ook wij, en daarom spreken wij  ook. 
    14 Immers, wij weten, dat Hij, die de Here Jezus opgewekt heeft, ook ons met  Jezus zal opwekken en met u voor Zich stellen. 
  
  Want voortdurend worden wij, die leven, aan de dood  overgeleverd, om Jezus’ wil, opdat ook het leven van Jezus zich in ons  sterfelijk vlees openbare. 
  
  Wow, wat een diepgang in deze woorden!
      De apostelen die levend waren, werden constant aan doodsgevaar overgeleverd.
      En dit allemaal omdat ze liefde hadden voor de gekruisigde Jezus, dit allemaal  omdat zij een liefde hadden voor de bediening van de Geest, die hen was overgegeven,  en die predikten met passie en overtuiging.
      En ja, zoals de mensen Jezus kruisigden, wilden mensen ook de apostelen en  ware  volgelingen van Jezus kruisigen.
  
  Romeinen 8:
    17 Zijn wij nu kinderen, dan zijn wij ook erfgenamen: erfgenamen van God, en  medeerfgenamen van Christus; immers, indien wij  delen in zijn lijden, is dat om ook te delen in zijn verheerlijking.
  
  Ja, het is belangrijk dat een gelovige deelt in Zijn lijden, dit  alles is om te delen in Zijn verheerlijking.
      En zo goed als het doodsgevaar tot de apostelen kwam, zo werd ook het leven van  Jezus in hen dieper openbaar.
      Meer lijden betekende meer leven.
  
  Zo werkt dan  de dood in ons, doch het leven in u. 
  
  En ja, omdat de apostelen zich in aan het zetten waren om de  bediening van de Geest te prediken, kwamen zij elke keer in doodsgevaar.
      Maar juist omdat zij zich wilden inzetten voor deze dienst van de Geest, was  dit “tot leven” van de hoorders.
  
    Koll. 1:
    24 Thans verblijd ik mij over hetgeen ik om uwentwil  lijd, en vul ik in mijn vlees aan wat ontbreekt aan de verdrukkingen  van Christus, ten behoeve van zijn lichaam, dat is  de gemeente. 
  25 Haar dienaar ben ik geworden krachtens de bediening, die mij door  God is toevertrouwd, om onder u het woord van God tot zijn volle recht te doen  komen, 
    26 het geheimenis, dat eeuwen en geslachten lang verborgen is geweest, maar  thans geopenbaard aan zijn heiligen.
  
  Ja, Paulus zelf was gewillige om te lijden!
      Hij verblijdde zich daarover!
      En dit alles ten behoeve van het lichaam van Jezus, Zijn gemeente.
  
      Ja, het sterven van de apostelen betekende het leven voor hun hoorders.
  
    Maar nu wij dezelfde Geest des geloofs hebben, gelijk geschreven staat: Ik heb  geloofd, daarom heb ik gesproken, geloven ook wij, en daarom spreken wij ook. 
  
  Ja, er is maar één Geest.
      Alle apostelen en alle gelovigen hadden deze Geest ontvangen, Handl. 2: 38; 5:  32. 
  
      Waarom spraken de apostelen deze boodschap? Zelfs onder zware vervolging?
      Omdat ze de Geest des geloofs hadden. En hoe sprak deze Geest?
  
      Dan haalt Paulus de woorden aan van Psalm 116:
  
  Psalm 116:
    10 Ik heb geloofd, zelfs toen ik sprak: Ik ben zeer verdrukt.
  
    Psalm 116:
    3 Banden van de dood hadden mij omvangen, angsten van het dodenrijk hadden mij  aangegrepen, ik ondervond benauwdheid en smart.
  
  In  verdrukking? Ik heb geloofd.
      In banden van den dood? Ik heb geloofd.
      Met angsten van het dodenrijk aangegrepen? Ik heb geloofd.
      In benauwdheid? Ik heb geloofd.
      In smart? Ik heb geloofd.
  
      Hier zit de ware kracht van de gelovige!
      Wat er ook maar gebeurd! Het antwoord is altijd “Ik heb geloofd”. 
  
  En daarom spraken de apostelen!
      Zelfs in gevaar voor hun “aardse vat”, zij geloofden en zij predikten.
  
  1 Tess. 2:
    2 Immers, ondanks de mishandeling en de smaad,  die wij, zoals gij weet, te Filippi tevoren ondergaan hadden, hebben wij u, in  onze God vrijmoedig, onder zware strijd het  evangelie Gods gebracht.
  
  En dit alles krijgt nog verdieping in de volgende woorden.
  
    Immers, wij weten, dat Hij, die de Here Jezus opgewekt heeft, ook ons met Jezus  zal opwekken en met u voor Zich stellen.
  
  De apostelen waren ervan overtuigd! Er komt een opwekking!
      En in de opwekking zullen zij die “geloven” door God voor Christus gesteld  worden, om zo volledig deel te krijgen aan het opstanding ten leven.
  1 Johannes 3:
    2 Geliefden, nu zijn wij kinderen Gods en het is nog niet geopenbaard, wat wij  zijn zullen; (maar) wij weten, dat, als Hij zal  geopenbaard zijn, wij Hem gelijk zullen wezen; want wij zullen Hem  zien, gelijk Hij is.
  
      Ja, de ware gelovige mag weten dat er een opstanding voor hen ten leven is.
      Gelijk worden aan Jezus, dat is het vooruitzicht voor de ware gelovige.
  
      Broeders en zusters, hoeveel lijden durven wij te verdragen voor Zijn lichaam?
      Hoeveel durven wij te verdragen voor Zijn gemeente?
      Hoeveel durven wij te verdragen voor het welzijn van broeders en zusters?
      Hoeveel durven wij te verdragen voor de grootheid van Zijn naam?
  
      Om deel te hebben aan Zijn opstanding, zullen we eerst deel moeten hebben aan  Zijn lijden.
  
      ----------------------------------------------------------------------------------------
  
  Daarom verliezen wij de moed niet,  maar al vervalt ook onze uiterlijke mens nochtans wordt de innerlijke van dag  tot dag vernieuwd. 
  
  In de laatste verzen, vers 10- 14, heeft Paulus sterk gesproken over  het lijden wat de apostelen overkwam. In het “aardse vat” stierven zij  dagelijks.
  
      Maar ze gingen door, door het geloof, om te spreken over een gekruisigde  Christus. Ze gingen door in het spreken van de woorden van de bediening van de  Geest.
      Want deze bediening was in heerlijkheid, deze bediening bracht rechtvaardigheid,  deze bediening bracht leven en deze bediening gaf werkelijke vrijheid.
  
      En ook als moesten de apostelen lijden omwille die rijke evangelie, ook al  moest het aardse vat lijden en verdrukking verdragen, ze gingen door, in liefde  en geloof in een grote en machtige God. Hoe konden zij dit alles dragen? 
      In dit alles waren zij elke dag “levend” met Christus. Zijn grote kracht was  werkzaam in de apostelen en de gelovigen!
  
  15 Want het geschiedt alles om uwentwil,  opdat de genade toeneme en door steeds meerderen overvloediger dank worde  gebracht ter ere Gods. 
    16 Daarom verliezen wij de moed niet, maar al vervalt ook onze uiterlijke mens  nochtans wordt de innerlijke van dag tot dag vernieuwd. 
    17 Want de lichte last der verdrukking van een ogenblik bewerkt voor ons een  alles verre te boven gaand eeuwig gewicht van heerlijkheid, 
    18 daar wij niet zien op het zichtbare, maar op het onzichtbare; want het  zichtbare is tijdelijk, maar het onzichtbare is eeuwig.
  Want het geschiedt alles  om uwentwil, opdat de genade toeneme en door steeds meerderen overvloediger  dank worde gebracht ter ere Gods. 
  
  Ja, al  dit lijden in het leven van de apostelen gebeurde omwille van hen die het  evangelie hoorden! En  dit voor twee  belangrijke redenen!
      A. Zodat Gods genade zou toenemen.
      B. En dat meer dank gebracht zou worden aan God, ter ere van God.
  
      Ja, hoe sterker het werk werd van de bediening van de Geest door de apostelen,  hoe sterker Gods genade ten kracht zou komen in de levens van hen die tot  geloof kwamen en dieper in het geloof kwamen.
      En zo zou er meer dank gebracht worden aan God en dit alles ter ere van God,  ter ere van het evangelie, ter ere van Zijn grote heilsplan, ter ere van Zijn  grote genade en ter ere van Zijn grote liefde voor alle mensen.
  
  Daarom  verliezen wij de moed niet, maar al vervalt ook onze uiterlijke mens nochtans  wordt de innerlijke van dag tot dag vernieuwd. 
  
  In deze woorden en de woorden van de volgende twee verzen vinden  we de climax van dit hoofdstuk. We vinden ook drie belangrijke redenen voor  Paulus om door te gaan en nooit op te geven!
  
      Nee, ondanks alle strijd, vervolging, verdrukking en doodsgevaar, verloren de  apostelen de moed niet!
  
      Als zij over de uiterlijke mens spreken dan “vervalt” die.
      Het woord “vervalt” komt van het Griekse woord “diaphtheiro” en dit woord  betekent “veranderen, verderven of ten gronde gaan”. 
      En ja, dat is wat er met het lichaam gebeurd.
      Naarmate een mens ouder wordt, is er sprake van verandering, verderving en het  ten gronde gaan van het lichaam, het aardse vat. En nu specifiek voor de  apostelen.
      Zij moesten in dit aardse vat verdrukking en vervolging ervaren.
      En voor de ware gelovige is dit ook zijn of haar deel op deze aarde.
  
      Maar daareentegen wordt de innerlijke mens “vernieuwd”.  En dit van dag tot dag.
      Het woord “vernieuwd” komt van het Griekse woord “anakainooo”en dit woord  betekent “maken dat iets of iemand nieuw wordt of veranderd worden”. 
  
      En ja, dat is wat er met de innerlijke mens van elke ware gelovige gebeurd.
      Het innerlijk wordt dag aan dag vernieuwd.
  
      Wat had Paulus geschreven in het laatste vers van hoofdstuk 3?
  2 Kor. 3:
    18 En wij allen, die met een aangezicht,  waarop geen bedekking meer is, de heerlijkheid des  Heren weerspiegelen, veranderen naar hetzelfde beeld van heerlijkheid tot  heerlijkheid, immers door de Here, die Geest is.
      Ja,  de ware gelovige die veranderd in het innerlijke naar hetzelfde beeld, en de  heerlijkheid des Heren gaan weerspiegelen, van heerlijkheid tot heerlijkheid.
  
      Wat schrijft Efeze?
  
  Efeze 3:
    16 opdat Hij u geve, naar de rijkdom zijner heerlijkheid, met kracht gesterkt te worden door zijn Geest in de inwendige  mens.
  
  Ja, de ware gelovige wordt gesterkt in de innerlijke mens, door Zijn Geest.
      Elke dag is dat een doorwerkend proces. (Romeinen 12: 1- 2)
      En zo wordt de innerlijke mens vernieuwd.
  
      Steeds verder dringt deze vernieuwing door, tot de opwekking uit de doden  plaatsvindt op de dag des Heren.
  
      Ja, voor de ware gelovige is er altijd vrede, moed en hoop!
      De waarheid van dit vers, de uitwendige mens vervalt, maar de innerlijke mens  wordt van dag tot dag vernieuwd was de eerste reden, in het volgende vers  vinden we de tweede reden.
  
  Want de  lichte last der verdrukking van een ogenblik bewerkt voor ons een alles verre  te boven gaand eeuwig gewicht van heerlijkheid.
  
  Ja, in “het aardse vat” was er een verdrukking.
      Paulus noemt dit een lichte last van een ogenblik, en stelt dat gelijk  tegenover “een alles verre te boven gaand eeuwig gewicht van heerlijkheid”. 
  
      Ja, dit is de hoop van de gelovige. De last in “het aardse vat” en een “lichte  tijdelijke last”.
      Maar wat brengt dat met zich mee? Een “alles verre te boven gaand eeuwig  gewicht van heerlijkheid”! Eeuwig leven met Vader!
  
      Ja, in het aardse vat is er een “een lichte last”.
      In het leven met God is er een “alles verre te boven gaand gewicht”.
  
      In het aardse vat is er een “een verdrukking van een ogenblik”.
      In het leven met God is het “een eeuwige heerlijkheid”.
  
      Ja, zoals Jezus zei:
  
    Matteus 5:
    10 Zalig de vervolgden om der gerechtigheid wil, want hunner is het Koninkrijk  der hemelen. 
    11 Zalig zijt gij, wanneer men u smaadt en vervolgt en liegende allerlei kwaad  van u spreekt om Mijnentwil. 
    12 Verblijdt u en verheugt u, want uw loon is groot  in de hemelen; want alzo hebben zij de profeten voor u vervolgd.
  
  En ja, zo wordt de weg naar verheerlijking door lijden verkregen.
      En dan volgt de derde reden.
  Daar wij niet zien op het  zichtbare, maar op het onzichtbare; want het zichtbare is tijdelijk, maar het  onzichtbare is eeuwig.
  
  En wat  is de derde reden? De ware gelovige kijkt niet naar het zichtbare, maar hij  kijkt naar het onzichtbare.
      En waarom kijkt een ware gelovige niet naar het zichtbare, maar naar het  onzichtbare?
      Het zichtbare is tijdelijk en het onzichtbare is eeuwig.
  Hebreeen 11:
    1 Het geloof nu is de zekerheid der  dingen, die men hoopt, en het bewijs der dingen, die  men niet ziet.
  
  Ja, we leven  in een zichtbare aarde en hemel.
      Maar deze zullen vergaan! Alles wat onze ogen kunnen zien zal vergaan.
      Maar wat onze ogen niet kunnen zien, dat zal blijven bestaan!
  
    2 Petrus 3:
    7 Maar de tegenwoordige hemelen en de aarde zijn  door hetzelfde woord als een schat weggelegd, ten vure bewaard tegen de dag van  het oordeel en van de ondergang der goddeloze mensen. 
  
    10 Maar de dag des Heren zal komen als een dief. Op die dag zullen de hemelen  met gedruis voorbijgaan en de elementen door vuur vergaan, en de aarde en de  werken daarop zullen gevonden worden. 
    11 Daar al deze dingen aldus vergaan, hoedanig behoort gij dan te zijn in  heilige wandel en godsvrucht, 
    12 vol verwachting u spoedende naar de komst van de dag Gods, ter wille waarvan  de hemelen brandende zullen vergaan en de elementen in vuur zullen wegsmelten. 
    13 Wij verwachten echter naar zijn belofte nieuwe  hemelen en een nieuwe aarde, waar gerechtigheid woont.
  
  Broeders en zusters, vrienden, voor de ware gelovige is er vrede  en hoop.
      Vrede en hoop ondanks verdrukking en vervolging.
      De  ware gelovige wordt elke dag innerlijk vernieuwd!
      Vernieuwd met meer leven, meer hoop, meer vrede, meer kracht en meer liefde.
      Ja, de uiterlijke mens vervalt, maar de innerlijke mens wordt vernieuwd, dag  aan dag.
Copyright © 2025 Gert-Jan van Zanten · Webdesign by Robin
                              Our YouTube Channel   -     Links   -     Contact
      All Rights Reserved · webbijbel.nl
Hosted by 