Maar die volharding moet volkomen doorwerken, zodat gij volkomen en onberispelijk zijt en in niets te kort schiet.
In dit eerste hoofdstuk van Jacobus krijgen we gelijk al te maken met een zeer belangrijk thema, het thema van verzoeking en beproeving.
Later in het vijfde hoofdstuk, vers 7- 20, zal Jacobus daar nog verder bij stilstaan en daar geeft hij ons het prachtige voorbeeld van Job.
Jacobus 5:
10 Broeders, neemt tot een voorbeeld van gelatenheid en geduld de profeten, die in de naam des Heren hebben gesproken.
11 Zie, wij prijzen hen zalig, die volhard hebben: gij hebt van de volharding van Job gehoord en gij hebt uit het einde, dat de Here deed volgen, gezien, dat de Here rijk is aan barmhartigheid en ontferming.
Volharding is de sleutel.
Ga je mee?
1 Jakobus, een dienstknecht van God en van de Here Jezus Christus, groet de twaalf stammen in de verstrooiing.
2 Houdt het voor enkel vreugde, mijn broeders, wanneer gij in velerlei verzoekingen valt,
3 want gij weet, dat de beproefdheid van uw geloof volharding uitwerkt.
4 Maar die volharding moet volkomen doorwerken, zodat gij volkomen en onberispelijk zijt en in niets te kort schiet.
Jakobus, een dienstknecht van God en van de Here Jezus Christus, groet de twaalf stammen in de verstrooiing.
En zo beginnen we met Jacobus. Het is vrijwel onmogelijk om met volledige zekerheid te bepalen wie deze Jacobus is.
In het nieuwe Testament worden acht mannen bij deze naam genoemd, maar het is niet duidelijk wie deze Jacobus precies is, en daarnaast, kan het nog een andere zijn.
Ten diepste is het ook niet belangrijk om precies te weten wie deze Jacobus is.
En daar zullen we het bij laten.
Wat we wel weten, en dat is veel belangrijker, deze Jacobus was een dienstknecht van God en van de Here Jezus Christus.
Het woord dienstknecht komt van het Griekse woord “doulos”en dit woord betekent “slaaf of lijfeigene”.
In onze taal heeft het woord slaaf vaak een negatieve bijklank, maar dit woord is dat zeker niet.
Het is juist een heel krachtig en positief woord.
Het laat zien dat iemand een ander volledig vertrouwd en toebehoord, en in dit geval behoorde Jacobus toe aan God en aan Christus. Hoe mooi is dat?
Ik bedoel, God is de bron van volmaakte liefde, van volmaakte genade, van volmaakte vertroosting, van alle wijsheid en kennis, zou dat niet mooi zijn om daar een slaaf van te zijn?
Dat zou de wereld in één keer gelijk een zeer goede plaats maken.
Nee, dit woord slaaf is een heel mooi woord en ja, het wordt ook toegepast op elke gelovige.
(Romeinen 6: 11- 18)
Aan wie is deze brief geschreven?
Deze brief werd geschreven aan, “de twaalf stammen die in de verstrooiing zijn”.
Het woord “verstrooiing komt van het Griekse woord “diaspora” en dit woord betekent “iets dat verstrooid is”. Bij implicatie betekent dit, dat mensen vanuit hun eigen woonplaatsen verdwenen zijn en andere plaatsen zijn gaan bewonen.
Op wie heeft dit betrekking? Deze verstrooiing heeft betrekking op “de twaalf stammen”.
En ja, dan zien we gelijk de betekenis. Dit heeft betrekking op hen die uit het vleselijke Israel zijn gekomen en verstrooit zijn.
Dus dit zijn gelovigen uit het vleselijke Israel, de twaalf stammen, en die gelovig zijn geworden in Christus.
Belangrijk is hier dat er sprake is van “de twaalf stammen”.
Dit laat zien dat God vanaf het begin van de evangelie-prediking het evangelie openstelde voor alle vleselijke Israelieten. Er is in die zin geen onderscheid tussen de twee stammen en de tien stammen.
Sommigen willen het onderscheid maken tussen de twee en de tien stammen en claimen dat de tien stammen verloren zijn gegaan om op een later moment weer terug in het beeld van God zouden komen. Niets is minder waar!
God heeft vanaf het begin de de evangelie-prediking gewerkt met alle twaalf stammen.
(Jer. 31: 31- 34; Hebreeen 8: 1- 3)
God is een nieuw verbond aangegaan met Zijn gehele volk. Alle stammen waren daar een deel van.
Houdt het voor enkel vreugde, mijn broeders, wanneer gij in velerlei verzoekingen valt,
want gij weet, dat de beproefdheid van uw geloof volharding uitwerkt.
En zo komt Jacobus gelijk aan een hele belangrijke waarheid in het Christelijke geloof.
Als een gelovige in vererlei verzoekingen valt, behoort de gelovige dit te rekenen tot enkel vreugde!
En de reden hiervan is dat de beproefdheid van het geloof volharding uitwerkt.
Broeders en zusters, vrienden, dit is een hele belangrijke en cruciale waarheid!
Dit moet onze volledige aandacht krijgen!
Waarom? Zoveel gelovigen worstelen juist als de verzoeking komt!
En dit is niet de bedoeling! Deze verzoekingen moeten we juist met gejuich verwelkomen.
Wat zijn verzoekingen precies? Het woord vertaald “verzoekingen” komt van het Griekse woord “peirasmos” en dit woord betekent “op de proef stellen”.
Het woord direct hieraan gerelateerd is “de beproeving van uw geloof”.
Dit woord beproeving komt van het Griekse woord “dokimion”en dit woord betekent “dat waardoor iets beproefd wordt”.
Het woord beproeving, als de dit opzoeken in het woordenboek dan staat er “een zware belasting, een kwelling, een nood, ernstige toetsing, een juk en een grief”.
We moeten hier gelijk een zeer duidelijk onderscheid maken tussen “verleidingen tot zonde” en een “op de proef stellen”.
Een verleiding tot zonde komt NOOIT van God. (Vers 12- 15)
Wat is dan wel een verzoeking of een beproeving?
1 Petrus 1:
6 Verheugt u daarin, ook al wordt gij thans, indien het moet zijn, voor korte tijd door allerlei verzoekingen bedroefd,
7 opdat de echtheid van uw geloof, kostbaarder dan vergankelijk goud, dat door vuur beproefd wordt, tot lof en heerlijkheid en eer blijke te zijn bij de openbaring van Jezus Christus.
8 Hem hebt gij lief, zonder Hem gezien te hebben; in Hem gelooft gij, zonder Hem thans te zien, en gij verheugt u met een onuitsprekelijke en verheerlijkte vreugde,
9 daar gij het einddoel des geloofs bereikt, dat is de zaligheid der zielen.
1 Petrus 4:
12 Geliefden, laat de vuurgloed, die tot beproeving dient, u niet bevreemden, alsof u iets vreemds overkwame.
13 Integendeel, verblijdt u naarmate gij deel hebt aan het lijden van Christus opdat gij u ook met vreugde zult mogen verblijden bij de openbaring zijner heerlijkheid.
Een verzoeking of een beproeving is iets dat “een test” is van je geloof.
En in die verzoeking of beproeving is er lijden.
Romeinen 5:
3 En niet alleen (hierin), maar wij roemen ook in de verdrukkingen, daar wij weten, dat de verdrukking volharding uitwerkt,
4 en de volharding beproefdheid, en de beproefdheid hoop;
5 en de hoop maakt niet beschaamd, omdat de liefde Gods in onze harten uitgestort is door de Heilige Geest, die ons gegeven is,
6 zo zeker als Christus, toen wij nog zwak waren, te zijner tijd voor goddelozen is gestorven.
In deze verzen zien we dat er sprake is van “verdrukkingen”.
En dat is precies wat verzoekingen zijn. Het zijn de zaken van het Christelijke leven die “drukken”.
Het zijn de moeilijke dingen die een Christen in het leven tegenkomt.
Het is de tegenspoed die een Christen in zijn wandel tegenkomt.
Het is de onderdrukking die een Christen tegenkomt in zijn wandel.
Het is de smaad die een Christen toegeworpen wordt.
Het is de crisis waar een Christen in verzeild kan raken.
En van al deze zaken zegt Jacobus, “WEES VERHEUGD”.
Waarom? Deze zaken brengen loutering, deze dingen maken ons volkomen in het Christelijke geloof.
Het maakt ons zoals Jezus!
Hebreeen 5:
7 Tijdens zijn dagen in het vlees heeft Hij gebeden en smekingen onder sterk geroep en tranen geofferd aan Hem, die Hem uit de dood kon redden, en Hij is verhoord uit zijn angst,
8 en zo heeft Hij, hoewel Hij de Zoon was, de gehoorzaamheid geleerd uit hetgeen Hij heeft geleden,
9 en toen Hij het einde had bereikt, is Hij voor allen, die Hem gehoorzamen, een oorzaak van eeuwig heil geworden,
10 door God aangesproken als hogepriester naar de ordening van Melchisedek.
Ja, Jezus leedt en zo leerde Hij gehoorzaamheid, volmaakte gehoorzaamheid!
En zo ook voor ons. Wij lijden, maar door het lijden heen leren we volmaakte gehoorzaamheid.
Maar die volharding moet volkomen doorwerken, zodat gij volkomen en onberispelijk zijt en in niets te kort schiet.
En zo was het niet alleen belangrijk om te verheugen in verzoekingen, het was ook belangrijk om in het proces van verzoekingen volhardend te zijn. Ja, de volharding moest “volkomen doorwerken”.
Het woord vertaald “volharding” komt van het Griekse woord “hupomone” en dit woord betekent “standvastig” en “een geduldig dragen en volharden”.
We zien dit later, in het vijfde hoofdstuk, weer sterk terugkomen als Jacobus over het voorbeeld van Job spreekt.
Jacobus 5:
10 Broeders, neemt tot een voorbeeld van gelatenheid en geduld de profeten, die in de naam des Heren hebben gesproken.
11 Zie, wij prijzen hen zalig, die volhard hebben: gij hebt van de volharding van Job gehoord en gij hebt uit het einde, dat de Here deed volgen, gezien, dat de Here rijk is aan barmhartigheid en ontferming.
Ja, volharding, is blijven staan waar je staat!
En dit alles leidt een gelovige naar volkomenheid en onberispelijkheid.
En is dit niet het ware doel van elke gelovige?
Is dat niet het doel van de gemeente?
Efeze 5:
25 ........evenals Christus zijn gemeente heeft liefgehad en Zich voor haar overgegeven heeft,
26 om haar te heiligen, haar reinigende door het waterbad met het woord,
27 en zo zelf de gemeente voor Zich te plaatsen, stralend, zonder vlek of rimpel of iets dergelijks, zo dat zij heilig is en onbesmet.
Broeders en zusters, wees niet bang voor verzoekingen, lijden, tegenslag, verdrukking, smaad of crisis! God laat je erdoor gelouterd worden tot diepere gehoorzaamheid, volmaakte gehoorzaamheid, om zo deel te krijgen aan de erfenis.
Laten we sterk luisteren naar de woorden van Hebreeen 12:
Hebreeen 12:
14 Jaagt naar vrede met allen en naar de heiliging, zonder welke niemand de Here zal zien.
Ja, heiliging is essentieel in het leven van de gelovige.
Zonder heiliging kan de gelovige God niet gaan zien!
2 Korinthe 7:
1 Daar wij nu deze beloften bezitten, geliefden, laten wij ons reinigen van alle bezoedeling des vlezes en des geestes, en zo onze heiligheid volmaken in de vreze Gods.
Broeders en zusters, wees niet bang voor verzoekingen, lijden, tegenslag, verdrukking, smaad of crisis! God laat je erdoor gelouterd worden tot diepere gehoorzaamheid, volmaakte gehoorzaamheid, om zo deel te krijgen aan de erfenis.
---------------------------------------------------------------------------------
Indien echter iemand van u in wijsheid te kort schiet, dan bidde hij God daarom, die aan allen geeft, eenvoudigweg en zonder verwijt; en zij zal hem gegeven worden.
In de eerste vier verzen van dit hoofdstuk hebben we gelezen dat Jacobus schrijft aan de twaalf stammen in de verstrooiing en hij had een belangrijke boodschap voor hen, “Houdt het voor enkel vreugde, mijn broeders, wanneer gij in velerlei verzoekingen valt, want gij weet, dat de beproefdheid van uw geloof volharding uitwerkt.
En zo zien we een zeer belangrijke boodschap, niet alleen voor deze mensen, maar ook voor ons.
Broeders en zusters, hoe kijken wij tegen onze verzoekingen aan? Kijk jij er naartoe met vreugde? Zo mogen we er naar kijken!
Broeders en zusters, God houdt van ons!
God gaat niet iets toelaten wat niet goed voor ons is!
En vergeet niet:
Psalm 23:
1 Een psalm van David. De Here is mijn herder, mij ontbreekt niets;
2 Hij doet mij nederliggen in grazige weiden; Hij voert mij aan rustige wateren;
3 Hij verkwikt mijn ziel. Hij leidt mij in de rechte sporen om zijns naams wil.
4 Zelfs al ga ik door een dal van diepe duisternis, ik vrees geen kwaad, want Gij zijt bij mij; uw stok en uw staf, die vertroosten mij.
5 Gij richt voor mij een dis aan voor de ogen van wie mij benauwen; Gij zalft mijn hoofd met olie, mijn beker vloeit over.
6 Ja, heil en goedertierenheid zullen mij volgen al de dagen van mijn leven; ik zal in het huis des Heren verblijven tot in lengte van dagen.
Vader is in controle. Ook als er worsteling is.
En vergeet niet! God voorziet!
Genesis 22:
13 Toen sloeg Abraham zijn ogen op en daar zag hij een ram achter zich, met zijn horens verward in het struikgewas. En Abraham ging en nam de ram en offerde hem ten brandoffer in plaats van zijn zoon.
14 En Abraham noemde die plaats: De Here zal erin voorzien; waarom nog heden gezegd wordt: Op de berg des Heren zal erin voorzien worden.
Vader voorziet!
Vader voorziet!
5 Indien echter iemand van u in wijsheid te kort schiet, dan bidde hij God daarom, die aan allen geeft, eenvoudigweg en zonder verwijt; en zij zal hem gegeven worden.
6 Maar hij moet bidden in geloof, in geen enkel opzicht twijfelende, want wie twijfelt, gelijkt op een golf der zee, die door de wind aangedreven en opgejaagd wordt.
7 Want zulk een mens moet niet menen, dat hij iets van de Here zal ontvangen,
8 innerlijk verdeeld als hij is, ongestadig op al zijn wegen.
Indien echter iemand van u in wijsheid te kort schiet, dan bidde hij God daarom, die aan allen geeft, eenvoudigweg en zonder verwijt; en zij zal hem gegeven worden.
En zo, in al onze verzoekingen, ons lijden, onze tegenslagen, onze verdrukkingen, smaad en crisis hebben wij iets heel bijzonders aan onze zijde! De wijsheid van God!!
Ja, als je in je strijd verwikkelt bent en je zoekt een uitweg dan is God daar met Zijn volmaakte wijsheid.
Het woord vertaald “wijsheid” komt van het Griekse woord “sophia” en dit woord betekent “wijsheid” en vanzelfsprekend is dit de wijsheid die van God komt en die is “hemels, volmaakt en volledig”.
En ja, als de gelovige dan in zijn of haar strijd verwikkelt is en wijsheid tekort komt dan bidde hij tot God en dan krijgt hij “volmaakte wijsheid” van God om zich door deze strijd heen te werken.
En hoe krijgt deze gelovige de wijsheid van God? Eenvoudig weg en zonder verwijt!
Broeders en zusters, vrienden, lezen we dit?
Registreren we dit?
Wat laat dit zien? De gelovige kan in zijn strijd twee kanten opkijken!
Hij kan kijken naar zijn strijd,of hij kan opkijken naar God en om wijsheid vragen en dit volledig en volmaakt krijgen.
En zo onze geliefde Vader verheerlijken!
En zo Christus verheerlijken!
En zo de Geest verheerlijken!
En zo het koninkrijk verheerlijken!
Broeders en zusters, vrienden, laten we een actief besluit maken om anders met onze strijd om te gaan! Laten we besluiten om dieper te gaan in Zijn wil! Laten we besluiten om niet alleen naar onze verzoekingen en onze beproevingen te kijken, maar laten we ook sterk kijken naar de volmaakte “ik ben” die ons in onze strijd kan bijstaan op een wijze die we nog niet eens kunnen doorgronden!
Efeze 3:
20 Hem nu, die blijkens de kracht, welke in ons werkt, bij machte is oneindig veel meer te doen dan wij bidden of beseffen,
21 Hem zij de heerlijkheid in de gemeente en in Christus Jezus tot in alle geslachten, van eeuwigheid tot eeuwigheid! Amen.
Vergeet niet, Hij zal erin voorzien! (Genesis 22)
Broeders en zusters, vrienden, vertrouw en geloof!
Hij zal het voor je doen!
En ja, waar zit de bron van alle wijsheid en kennis?
Die zit verborgen in Christus, en deze wil God delen met de gelovige.
Koll. 2:
2 .......Christus,
3 in wie al de schatten der wijsheid en kennis verborgen zijn.
Ja, die schatten wil God delen.
Vraag er maar om, in geloof!
En dan geeft God, eenvoudigweg, dwz, zonder voorbehoud, zonder voorwaarden, kortom, volledig en volmaakt. En God maakt in dit proces geen verwijt.
Of iemand nou 4 keer, 5 keer, 8 keer, 100 keer of 1000 keer komt. Het word gegeven!
Dit is Zijn belofte!
Zoals de Schrift stelt:
Matteus 6:
7 Bidt en u zal gegeven worden; zoekt en gij zult vinden; klopt en u zal opengedaan worden.
8 Want een ieder, die bidt, ontvangt, en wie zoekt, vindt, en wie klopt, hem zal opengedaan worden.
9 Of welk mens onder u zal, als zijn zoon hem om brood vraagt, hem een steen geven?
10 Of als hij een vis vraagt, zal hij hem toch geen slang geven?
11 Indien dan gij, hoewel gij slecht zijt, goede gaven weet te geven aan uw kinderen, hoeveel te meer zal uw Vader in de hemelen het goede geven aan hen, die Hem daarom bidden.
Maar hij moet bidden in geloof, in geen enkel opzicht twijfelende, want wie twijfelt, gelijkt op een golf der zee, die door de wind aangedreven en opgejaagd wordt.
En zo komt Jacobus bij de woorden van dit volgende vers en geeft ons een zeer krachtige en sterke waarschuwing.
De gelovige, als hij in de strijd verwikkelt is, en bidt om wijsheid, dan behoort dat te gebeuren in vol vertrouwen en in vol geloof.
Wat lezen we in Hebreeen 11?
Hebreeen 11:
6 maar zonder geloof is het onmogelijk (Hem) welgevallig te zijn. Want wie tot God komt, moet geloven, dat Hij bestaat en een beloner is voor wie Hem ernstig zoeken.
Ja, Vader is op zoek naar hen die Hem in alles volledig vertrouwen.
En dat wordt hier een hele belangrijke zaak. Zoals de tekst schrijft, “in geen enkel opzicht twijfelende”.
Romeinen 4:
19 En zonder te verflauwen in het geloof heeft hij opgemerkt, dat zijn eigen lichaam verstorven was, daar hij ongeveer honderd jaar oud was, en dat Sara s moederschoot was gestorven;
20 maar aan de belofte Gods heeft hij niet getwijfeld door ongeloof, doch hij werd versterkt in zijn geloof en gaf Gode eer,
21 in de volle zekerheid, dat Hij bij machte was hetgeen Hij beloofd had ook te volbrengen.
22 Daarom ook werd het hem gerekend tot gerechtigheid.
Broeders en zusters, vrienden, hoe prachtig is dit voorbeeld van Abraham?
Beide lichamen, van Abraham, en Sara, waren voorbij de tijd dat er kinderen konden komen, maar hij geloofde! Er was geen twijfel!
En het gebeurde! Een kind werd geboren!
God voorziet!
En zo stelt Jacobus, “want wie twijfelt, gelijkt op een golf der zee, die door de wind aangedreven en opgejaagd wordt”.
Ja, wat doet een golf op de zee die door de wind aangedreven en opgejaagd wordt?
Die gaat alle kanten op! Om maar zo te stellen, soms naar links, soms naar rechts, soms vooruit, soms achteruit! Maar nooit één richting!
En wat is de richting van de ware gelovige?
Zijn oog en zijn gehele wezen is alleen gericht op Vader!
De Vader die wijsheid geeft als Zijn kind vraagt!
Want zulk een mens moet niet menen, dat hij iets van de Here zal ontvangen, innerlijk verdeeld als hij is, ongestadig op al zijn wegen.
Vanuit dit vers zien we hoe de persoon verder beschreven wordt die niets krijgt, dit is de persoon die, “innerlijk verdeeld is” en verder “ongestadig” op al zijn wegen.
De Statenvertaling heeft de woorden innerlijk verdeeld vertaald als “dubbelhartig” ofwel, “deze persoon heeft dubbele agenda’s”.
Het woord vertaald “ongestadig” komt van het Griekse woord “akatastatos” en dit woord betekent “onbestendig en rusteloos”.
Het woord onbestendig, in de Nederlandse taal, betekent “besluiteloos, instabiel, mutabel, niet vast, ongestadig, onstabiel, onstandvastig, onvast, variabel, veranderlijk, wankel, wankelbaar en weifelmoedig.
En ja, dit is de persoon die hier besproken wordt.
Dit is de persoon die als het ware van “twee walletjes wil eten”.
En deze mens? Die krijgt niets van de Here.
Ja, zo gaan we later in het vierde hoofdstuk lezen:
Jacobus 4:
8 Nadert tot God, en Hij zal tot u naderen. Reinigt uw handen, zondaars, en zuivert uw harten, gij, die innerlijk verdeeld zijt.
9 Beseft uw ellende, treurt en weent; uw gelach moet veranderen in treurigheid, en uw vreugde in neerslachtigheid.
Hier zien we een duidelijke beschrijving van iemand die “innerlijk verdeeld” is.
Dit is iemand die van twee walletjes wil eten, hij wil zitten aan de tafel van zondaars en aan Gods tafel! (Zie Psalm 1; Psalm 12: 3) En dat kan niet!
Die persoon krijgt niets!
God verwacht toewijding, onvervalste toewijding.
(Deut. 18: 13; Psalm 18: 22- 25)
Broeders en zusters, vrienden, Vader is goed!
Hij wil ons nabij zijn, ook in onze strijd!
En in die strijd mogen we vragen om wijsheid en Hij zal het geven.
Maar vraag in geloof, in onvervalste toewijding aan God!
En je zal ALLES krijgen!
En vergeet niet, God voorziet!
-----------------------------------------------------------------------------------------
Zalig is de man, die in verzoeking volhardt, want, wanneer hij de proef heeft doorstaan, zal hij de kroon des levens ontvangen, die Hij beloofd heeft aan wie Hem liefhebben.
In de eerste acht verzen hebben we gezien dat gelovigen verheugd moeten zijn als zij in velerlei verzoekingen en beproevingen terecht komen.
Waarom? Dit omdat dit alles een zeer belangrijk bijproduct heeft. En wat is het bijproduct? Volharding!
En God maakt een belofte aan hen die in verzoekingen en beproevingen komen en niet meer weten wat zij moeten doen! God zegt, vraag maar om wijsheid en ik zal je die geven, eenvoudigweg en zonder verwijt! Hoe prachtig is dit?
Hoe rijk is dit?
Ja, de gelovige die worstelt en die strijd, kan van God de volmaakte wijsheid krijgen, die hem door die strijd en worsteling heen helpt.
Maar, de gelovige moet dit doen met een onverdeeld hart!
De gelovige moet dit doen vanuit een volmaakt geloof en vertrouwen, zonder verdeeldheid van hart.
En zo gaat de schrijver verder, ga je mee?
9 Laat de geringe broeder roemen in zijn hoogheid,
10 maar de rijke in zijn geringheid, want als een bloem in het gras zal hij vergaan.
11 Want de zon komt op met haar hitte en doet het gras verdorren, en zijn bloem valt af en de schoonheid van haar uiterlijk verdwijnt; zo zal ook de rijke met zijn ondernemingen verwelken.
12 Zalig is de man, die in verzoeking volhardt, want, wanneer hij de proef heeft doorstaan, zal hij de kroon des levens ontvangen, die Hij beloofd heeft aan wie Hem liefhebben.
Laat de geringe broeder roemen in zijn hoogheid, maar de rijke in zijn geringheid, want als een bloem in het gras zal hij vergaan.
In deze context van verzoekingen en het vragen om wijsheid gaat Jacobus nu specifiek de rijke broeder aanspreken. (Er is een mogelijk verband hier met Jacobus 5: 1- 6)
Hij doet dit door de volgende vergelijking te maken, 1) de geringe broeder die moet roemen in zijn hoogheid, maar 2) de rijke broeder moet roemen in zijn geringheid.
De geringe broeder die moet roemen in zijn hoogheid.
Het woord vertaald “hoogdheid” komt van het Griekse woord “hupsos” en dit woord betekent “hoogte” of “hoge positie”.
Dus ja, de geringe broeder mag zich beroemen in zijn hoge positie, verkregen door het geloof in Jezus Christus.
Ja, de broeder die in het leven een lagere rang heeft mag zich beroemen in het geloof op zijn hoge positie door de wedergeboorte, verhoogd zittende met Jezus in hemelse gewesten. (Efeze 2: 1- 10)
De rijke broeder moet roemen in zijn geringheid.
Het woord vertaald “geringheid” komt van het Griekse woord “tapeinosis”en dit woord betekent “laag in orde”
Ja, de rijke broeder die in het leven een hogere positie heeft die mag zich beroemen, door het geloof, op zijn lagere orde.
En ja, dit alles is een boodschap aan de rijke broeder!
Ja, deze rijke broeder zal als een bloem in het gras vergaan.
De rijke broeder kan zich beroemen op zijn aardse rijkdom of op de geringheid!
Psalm 103:
13 Gelijk zich een vader ontfermt over zijn kinderen, ontfermt Zich de Here over wie Hem vrezen.
14 Want Hij weet, wat maaksel wij zijn, gedachtig, dat wij stof zijn.
15 De sterveling; zijn dagen zijn als het gras, als een bloem des velds, zo bloeit hij;
16 Wanneer de wind daarover is gegaan, is zij niet meer, en haar plaats kent haar niet meer.
1 Petrus 1:
24 Want: Alle vlees is als gras en al zijn heerlijkheid als een bloem in het gras; het gras verdort en de bloem valt af,
25 maar het woord des Heren blijft in der eeuwigheid. Dit nu is het woord, dat u als evangelie verkondigd is.
Nee, rijkdom is geen garantie dat iemand niet kan sterven.
Ook de rijke zal sterven.
En het volgende vers gaat hierop verder.
Want de zon komt op met haar hitte en doet het gras verdorren, en zijn bloem valt af en de schoonheid van haar uiterlijk verdwijnt; zo zal ook de rijke met zijn ondernemingen verwelken.
Ja, de rijke broeder zal ook als een bloem in het gras vergaan.
(Vergelijk hier ook Lukas 12: 13- 21)
Om dit verder diepgang te geven stelt Jacobus, “want de zon komt op met haar hitte en doet het gras verdorren, en zijn bloem valt af en de schoonheid van haar uiterlijk verdwijnt; zo zal ook de rijke met zijn ondernemingen verwelken”.
Ja, 1) de zon komt op met al haar hitte en doet het gras verdorren, 2) de bloem valt en de schoonheid en haar uiterlijk verdwijnt en 3) zo zal de rijke met zijn ondernemingen verwelken.
Dus ja, een specifiek woord hier voor de rijken onder degene waar Jacobus aan schreef.En zo geeft Jacobus de rijken onder de gelovigen een sterke waarschuwing.
Ja, aardse rijkdom kan iemand verhogen!
En daar moeten we allemaal voorzichtig mee zijn!
Ook de rijken zullen sterven en God ontmoeten.
En waar is dan de rijkdom van het aardse leven? Die is verdwenen!
En zo kan de rijke zich beter beroemen op zijn geringheid.
Zalig is de man, die in verzoeking volhardt, want, wanneer hij de proef heeft doorstaan, zal hij de kroon des levens ontvangen, die Hij beloofd heeft aan wie Hem liefhebben.
Wie is zalig?
Het woord vertaald zalig komt van het Griekse woord “makarios” en dit woord betekent “gezegend”.
Dit woord heeft de betekenis van iemand die “in Christus” is en zodoende ten allen tijde gevuld en verheugd is. (Psalm 23; Fill. 4: 4- 7)
Het gaat hier in het bijzonder over iemands “positie”. Welke positie heeft de gelovige in Christus? Gezeten met Christus in de hemelse gewesten met toegang tot alle geestelijke zegeningen. (Efeze 1: 3- 14) Dat is de rijkdom van de gelovige.
En welke mens is dan “geestelijk rijk”?
De mens die, als hij in verzoeking komt volhard!
En ja, dit laat gelijk zien dat we niet over een aardse blijdschap spreken als we spreken over zalig, maar over de positie die de gelovige heeft in Christus.
Want de gelovige in Christus gaat al zijn verzoekingen overwinnen!
Door Christus en door de Geest!
En als hij dan de proef heeft doorstaan, zal hij de kroon des levens ontvangen, die God beloofd heeft aan wie Hem liefhebben.
En zo schrijft Paulus:
2 Tim. 4:
7 Ik heb de goede strijd gestreden, ik heb mijn loop ten einde gebracht, ik heb het geloof behouden;
8 voorts ligt voor mij gereed de krans der rechtvaardigheid, welke te dien dage de Here, de rechtvaardige rechter, mij zal geven, doch niet alleen mij maar ook allen, die zijn verschijning hebben liefgehad.
Openbaring 2:
10 Wees niet bevreesd voor hetgeen gij lijden zult. Zie, de duivel zal sommigen uwer in de gevangenis werpen, opdat gij verzocht wordt, en gij zult een verdrukking hebben van tien dagen. Wees getrouw tot de dood en Ik zal u geven de kroon des levens.
Ja, het ware geloofsleven heeft te maken met volharding. Volharding tot het einde.
Broeders en zusters, als verzoekingen en beproevingen komen, sta vast in je geloof.
Laat je niet afdwalen. God is met je.
Hebreeen 13:
5 Laat uw wijze van doen onbaatzuchtig zijn, weest tevreden met wat gij hebt. Want Hij heeft gezegd: Ik zal u geenszins begeven, Ik zal u geenszins verlaten.
6 Daarom kunnen wij met vertrouwen zeggen: De Here is mij een helper, ik zal niet vrezen; wat zou een mens mij doen?
Ja, de gelovige zegt, MET VERTROUWEN, de Here is mij een helper, ik zal niet vrezen.
----------------------------------------------------------------------------------
Laat niemand, als hij verzocht wordt, zeggen: Ik word van Godswege verzocht. Want God kan door het kwade niet verzocht worden en Hijzelf brengt ook niemand in verzoeking.
In de eerste acht verzen van dit hoofdstuk heeft Jacobus de gelovigen verteld dat ze verheugd mogen zijn als zij in velerlei verzoekingen komen. Want dit alles heeft een belangrijk bijproduct!
En het bijproduct heet, “de beproefdheid van uw geloof werkt volharding uit”.
Met andere woorden, verzoekingen leiden, als we deze op de juiste manier hun uitwerking geven tot volharding!
En die volharding, als dit volkomen uitwerkt, vers 12, geeft de kroon des levens!
Dus broeders en zusters, vrienden, verzoekingen zijn in die zin positief. We zeggen niet dat ze niet pijnlijk kunnen zijn, maar ze zijn ten diepste positief! Dit omdat er een ZEER BELANGRIJK EN RIJK bijproduct is. En het bijproduct is “de kroon des levens”.
Met andere woorden, verzoekingen hebben een belangrijk doel.
En daarom mogen we ons daarin verheugen. (Vers 12)
In de vers negen tot elf had Jacobus een heel specifiek woord aan de rijken onder de gelovigen.
Het waren de rijken die zich niet moesten beroemen op hun aardse rijkdom en zich daardoor laten leiden, nee, ze moesten zich veel meer laten leiden door hun “geringheid”. Dat zou een zuivere uitwerking hebben.
En in vers 12, voor allen, die belangrijke woorden, “Zalig is de man, die in verzoeking volhardt, want, wanneer hij de proef heeft doorstaan, zal hij de kroon des levens ontvangen, die Hij beloofd heeft aan wie Hem liefhebben”.
In de volgende verzen, 13- 18, gaat Jacobus ons nog iets heel belangrijks vertellen over deze verzoekingen. (Hier gaan de woorden van vers twee tot acht eigenlijk door, met een onderbreking van vers negen tot elf, die specifiek aan de rijke broeders gericht waren)
13 Laat niemand, als hij verzocht wordt, zeggen: Ik word van Godswege verzocht. Want God kan door het kwade niet verzocht worden en Hijzelf brengt ook niemand in verzoeking.
14 Maar zo vaak iemand verzocht wordt, komt dit voort uit de zuiging en verlokking zijner eigen begeerte.
15 Daarna, als die begeerte bevrucht is, baart zij zonde; en als de zonde volgroeid is, brengt zij de dood voort.
Laat niemand, als hij verzocht wordt, zeggen: Ik word van Godswege verzocht. Want God kan door het kwade niet verzocht worden en Hijzelf brengt ook niemand in verzoeking.
Ja, hier komt Jacobus, na een specifiek woord aan de rijke broeders te hebben gegeven, weer terug op het thema van verzoekingen.
De woorden vertaald “verzocht” en “verzoeking” in deze tekst zijn direct gerelateerd aan het woord vertaald “verzoekingen” in vers 2. In vers 2 is het het zelfstandige naamwoord en in dit vers is het de werkwoordsvorm van hetzelfde woord. Dus we spreken over hetzelfde principe.
De Naardense vertaling schrijft hier:
Niemand moet als hij verzocht wordt zeggen, “van Godswege ben ik in verzoeking”, want God is niet in verzoeking te brengen met kwaad en brengt zelf ook niemand in verzoeking.
En wat mogen we dan zeker stellen?
God kan niet door kwaad verzocht worden en zo, 2) God brengt niemand in verzoeking.
Het is goed, voordat we verder gaan, om op dit punt even wat belangrijke woorden toe te voegen.
Als we naar de gehele schrift kijken zien we een aantal belangrijke zaken, aangaande lijden, verzoekingen, beproeving, verleiding en andere gerelateerde principes, die op dit punt wat uitleg en verduidelijking vragen.
A. God kan en zal Zijn kinderen beproeven, testen, door hen “op de proef te stellen”.
We zien dit met Abraham. God vroeg Abraham om zijn eniggeboren zoon op te offeren.
(Genesis 22)
We zien hier verdere voorbeelden van in Exodus 16: 4; Exodus 20: 20; Deut. 8: 2; Deut. 13: 3
B. God kan Zijn kinderen tuchtigen, dit als gevolg van zonde in het leven van Zijn kinderen.
We zien dit in het boek van Richteren. We zien dit in het boek van Hebreeen, specifiek hoofdstuk 12 en we zien dit in Openbaring 2 en 3 in het voorbeeld van Jezus en hoe Hij Zijn gemeenten toespreekt.
We mogen hier wel gelijk aan toevoegen dat deze tuchtingen een belangrijk doel hebben en dat is dat God Zijn kinderen, als ze dwalen, op het rechte pad terug te brengen. Dus, deze tuchtiging heeft een heel specifiek doel. Deze tuchtiging heeft bekering en herstel ten doel.
We zien dit zelfs in 1 Korinthe 5, waar de gemeente tuchtiging toepast op een gelovige die in zonde wandelt. Deze wordt buiten de vergaderingen van de gemeente geplaatst. Maar dit alles om hem weer terug te winnen. (1 Kor. 5: 1- 13; 2 Kor. 2: 5- 11;
C. Omdat deze wereld overgeven is aan ijdelheid, Romeinen 8: 12- 25, zullen alle mensen en ook gelovigen “lijden” vanwege deze ijdelheid. We mogen dit noemen, het lijden dat gekomen is door de zondeval in de hof van Eden.
We spreken hier dan zeker over zaken zoals ziekten, verschillende soorten van lijden, strijd, onvolmaaktheden en de dood.
D. God laat “doornen in het vlees” toe. We zien dit in het geval van Paulus.
Dit was een boodschapper van satan.
Job 2:
7 Toen ging de satan van des Heren aangezicht heen, en sloeg Job met boze zweren, van zijn voetzool af tot zijn hoofdschedel toe.
Lukas 13:
16 Moest deze vrouw, die een dochter van Abraham is, welke de satan, zie, achttien jaar gebonden had, niet losgemaakt worden van deze band op de sabbatdag?
Zo zien we dat er “doornen in het vlees” kunnen zijn, die van satan vandaan komen.
God laat deze dingen toe.
We zien in deze dingen verder dat God “doornen in het vlees”, die van satan komen, kan gebruiken voor Zijn eigen doel.
E. Satan komt naar Gods kinderen om hen tot het kwade te verleiden. Satan doet dit om Gods kinderen tot zonde te brengen.
We zien dit in het boek van Job. We zien dit met de verzoeking van Jezus in Matteus 4: 1- 13.
Ook hier zien we dat God “het werk” dat satan onder Gods kinderen wil doen om hen tot zonden te verleiden, kan gebruiken voor Zijn eigen doel.
Ik heb deze vijf beschrijvingen willen toevoegen, en misschien kan dit nog uitgebreid worden, zodat we een duidelijk beeld hebben wat er hier in Jacobus beschreven wordt.
De verzoeking die hier in vers 13- 18 beschreven wordt is “een verzoeking tot het kwade”.
En waar komt deze verzoeking vandaan? Zeker nooit van God!
Waarom? God kan niet in verzoeking gebracht worden met kwaad en zo zal God Zijn kinderen nooit verzoeken tot het kwade.
Waar komt dit dan wel vandaan?
De volgende verzen gaan dit beantwoorden.
Maar zo vaak iemand verzocht wordt, komt dit voort uit de zuiging en verlokking zijner eigen begeerte.
Ja, als een gelovige verzocht wordt, waar komt dit dan vandaan?
Deze verzoeking komt vanuit de zuiging en verlokking van eigen begeerte.
En zo geeft Jacobus ons in de eerste plaats een belangrijke waarschuwing.
Gelovigen, als zij worden verzocht tot het kwade, mogen nooit concluderen dat dit van God komt. En dit is natuurlijk wel een instrument van satan!
Satan wil God verantwoordelijk maken voor zaken die niet van God komen!
Satan wil zelfs God aanklagen door iets aan Hem toe te wijzen wat niet van God komt!
Gelovigen, dit is voor ons heel belangrijk, want iets toeschrijven aan God wat niet van God komt kan een negatieve invloed hebben op onze relatie met God en op onszelf en anderen.
Ja, waar komt deze verzoeking tot het kwade dan vandaan?
Deze verzoeking komt uit de zuiging en verlokking van eigen begeerte!
Dus ja, wordt iemand verzocht tot het kwade, dan komt dit voort uit eigen begeerte.
Romeinen 7:
8 Maar uitgaande van het gebod, wekte de zonde in mij allerlei begeerlijkheid op; want zonder wet is de zonde dood.
9 Ik heb eertijds geleefd zonder wet; toen echter het gebod kwam, begon de zonde te leven, maar ik begon te sterven,
10 en het gebod dat ten leven moest leiden, bleek voor mij juist ten dode te zijn;
11 want de zonde heeft uitgaande van het gebod, mij misleid en door middel daarvan gedood.
Ja, de verleiding tot het kwade komt voort uit eigen begeerte.
En die begeerte, als deze volwassen wordt, brengt het de dood voort.
Daarna, als die begeerte bevrucht is, baart zij zonde; en als de zonde volgroeid is, brengt zij de dood voort.
Ja, hoe gevaarlijk is het om aan de begeerte toe te geven? Zij bevrucht en baart zonde! En als de zonde volgroeid is brengt zij de dood!
En zo zien we hier een belangrijke tegenstelling met wat in vers 12 naar voren werd gebracht.
Vers 12:
Zalig is de man, die in verzoeking volhardt, want, wanneer hij de proef heeft doorstaan, zal hij de kroon des levens ontvangen, die Hij beloofd heeft aan wie Hem liefhebben.
Ja, als iemand door geloof en vertrouwen, en dit samen met het gebed voor wijsheid, de verzoeking doorstaat, dan krijgt diegene de kroon des levens.
Als iemand die zich door de verzoeking laat leiden, als dit volgroeid is, dan brengt dit de dood.
Zien we het contrast? En dat brengt die belangrijke vraag, hoe ga jij om met verzoeking?
Laat jij het leiden tot leven? Of laat jij het leiden tot de dood?
Ja, zo zal het laatste hoofdstuk van Jacobus ons voorgaan met de volgende woorden.
Jacobus 5:
19 Mijn broeders, indien bij u iemand van de waarheid afdwaalt, en een ander brengt hem tot inkeer,
20 weet dan, dat, wie een zondaar van zijn dwaalweg terugbrengt, diens ziel van de dood zal behouden en tal van zonden bedekken.
Ja, zonden zijn altijd tot de dood.
En ja, we weten dat vergeving mogelijk is.
1 Johannes 1:
8 Indien wij zeggen, dat wij geen zonde hebben, misleiden wij onszelf en de waarheid is in ons niet.
9 Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig, om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid.
10 Indien wij zeggen, dat wij niet gezondigd hebben, maken wij Hem tot een leugenaar en zijn woord is in ons niet.
Maar laten we hier niet te makkelijk over denken.
Vergeving is te allen tijde mogelijk, maar als onze liefde voor Hem volmaakt is dan zorgen we dat we kiezen voor Zijn weg, en niet onze eigen weg.
Broeders en zusters, vrienden.
Dit is een belangrijke waarschuwing voor gelovigen.
Laten wij oppassen met de verzoekingen tot het kwade die in ons leven zijn, 1) ze komen niet van God en 2) ze kunnen of het leven met zich meebrengen of de dood!
Waar kies jij voor?
---------------------------------------------------------------------------------
Iedere gave, die goed, en elk geschenk, dat volmaakt is, daalt van boven neder, van de Vader der lichten, bij wie geen verandering is of zweem van ommekeer.
In de laatste verzen, vers 13- 15, is Jacobus een krachtig betoog begonnen om duidelijk te maken dat, als de gelovige verzocht wordt tot het kwade, dat dit niet van God vandaan komt.
Nee, integendeel, verzoeking tot het kwade komt voort uit eigen begeerte!
En als deze begeerte gevoed wordt en volgroeid is dan brengt het de dood voort.
En dat in contrast met als iemand door volharding wordt geleid. (Vers 12)
Geleid worden door volharding leidt tot de kroon des levens!
Wat is jou keuze?
Laat jij je leiden door je begeerte tot de dood, of door volharding tot de kroon des levens?
We gaan verder, ga je mee?
16 Dwaalt niet, mijn geliefde broeders.
17 Iedere gave, die goed, en elk geschenk, dat volmaakt is, daalt van boven neder, van de Vader der lichten, bij wie geen verandering is of zweem van ommekeer.
18 Naar zijn raadsbesluit heeft Hij ons voortgebracht door het woord der waarheid, om in zekere zin eerstelingen te zijn onder zijn schepselen.
Dwaalt niet, mijn geliefde broeders.
In deze woorden vinden we een belangrijke en essentiele waarschuwing aan gelovigen omtrent de ware God, “dwaalt niet”.
In deze context gaat het over het ware karakter van verzoekingen en dit in relatie tot God.
Het woord vertaald “dwaalt” komt van het Griekse woord “planao” en dit woord betekent “dwalen of afdwalen” ofwel in dit geval “van de rechte weg afdwalen”. Van Gods ware weg afdwalen.
Nu wordt dit specifiek toegepast op het feit dat verzoekingen tot het kwade nooit van God komen en iet aan Hem mogen worden toegeschreven. Nee, we hebben al gezien, dit komt voort uit de begeerte! Eigen begeerte!
Want ja, als iemand gaat stellen dat verzoekingen tot het kwade van God komen, dat maakt God de veroorzaker van zonde. En dat is volledig onwaar!
Zo iemand begeeft zich op een zeer grove dwaalweg!
Een dwaalweg die tot de dood leidt.
En zo waarschuwt Jacobus zijn “geliefde broeders”, dwaalt niet!
En ja, daarnaast, hoeveel zaken worden niet aan God toegeschreven die helemaal niet zo zijn?
Hoeveel mensen hebben al geen woorden gesproken die niet representief zijn voor God?
En ja, laten we dan zeker bij onszelf beginnen. Als we spreken, laten we dan spreken met de woorden Gods! Als we iets niet zeker weten, laten we dan zeggen dat we het niet weten en het eerst goed gaan onderzoeken.
Ja, laten we allemaal leren om te spreken waar Hij heeft gesproken.
En datgene loslaten wat we niet weten of niet kunnen weten.
1 Petrus 4:
11 Spreekt iemand, laten het woorden zijn als van God; dient iemand, laat het zijn als uit kracht, door God verleend, opdat in alles God verheerlijkt worde door Jezus Christus, aan wie de heerlijkheid is en de kracht, in alle eeuwigheid! Amen.
Ja, laten we in de eerste plaats spreken waar God spreekt tot Zijn glorie en eer, in de tweede plaats voor ons eigen welzijn en in de derde plaats voor het welzijn van anderen!
Zou jij niet zuiver gerepresenteerd willen worden?
Ja, met God is dit nog veel belangrijker.
Teveel mensen hebben gesproken waar God nooit heeft gesproken.
Teveel zaken zijn aan God toegeschreven, die niet aan Hem toegeschreven mogen worden.
Teveel, teveel!
En zo ook als het gaat over verzoekingen tot het kwade. Waar komen deze vandaan?
Niet van God, want God is een God van licht, God is een God van volmaakte geschenken en daarin kent God geen enkele verandering en geen enkele zweem van ommekeer.
Iedere gave, die goed, en elk geschenk, dat volmaakt is, daalt van boven neder, van de Vader der lichten, bij wie geen verandering is of zweem van ommekeer.
Ja, bij God en van God zijn en komen geschenken en die geschenken zijn volmaakt.
Nee, God wordt niet voor niets de Vader der lichten genoemd. En in Gods licht is geen verandering of zweem van ommekeer.
Ja, God was, is en zal altijd onveranderd blijven. Bij God is het alleen maar louter licht!
En dat zal nooit veranderen.
1 Johannes 1:
5 En dit is de verkondiging, die wij van Hem gehoord hebben en u verkondigen: God is licht en in Hem is in het geheel geen duisternis.
Van God mogen we volmaakte geschenken verwachten!
Later in ditzelfde boek zal Jacobus getuigen:
Jacobus 4:
15 Dat is niet de wijsheid, die van boven komt, maar zij is aards, ongeestelijk, duivels;
16 want waar naijver en zelfzucht heerst, daar is wanorde en allerlei kwade praktijk.
17 Maar de wijsheid van boven is vooreerst rein, vervolgens vreedzaam, vriendelijk, gezeggelijk, vol van ontferming en goede vruchten, onpartijdig en ongeveinsd.
18 Maar gerechtigheid is een vrucht, die in vrede wordt gezaaid voor hen, die vrede stichten.
In deze passage wordt een contrast gemaakt tussen de wijsheid van de aarde en de wijsheid van boven.
Ja, wat God geeft is goed! Zijn geschenken zijn volmaakt.
Naar zijn raadsbesluit heeft Hij ons voortgebracht door het woord der waarheid, om in zekere zin eerstelingen te zijn onder zijn schepselen.
De rijke inhoudt van dit vers zullen we vooral moeten verstaan tegen de achtergrond van vers 15 in het bijzonder! En ook vers 16- 17.
Ja, we zien hier duidelijk een beeld van de geschenken van God. Volmaakte geschenken van God!
Ja, de zonde baart de dood. Maar wat wordt er geboren, gebaart, door het woord der waarheid? Eerstelingen onder Zijn schepselen!
Dat is wat God voortbrengt! Wederomgeborenen, en dit door het woord van de waarheid.
Sprekend over volmaakte geschenken! Dit is een zeer volmaakt geschenk!
Ja, God brengt voort naar Zijn raadsbesluit, door het woord der waarheid, eerstelingen.
Dit zijn rijke woorden en vragen om specieke aandacht.
Het woord vertaald “raadsbesluit” is vertaald van het Griekse woord “boulomai” en dit woord betekent “actief een doel nastreven”, “graag iets willen of wensen”.
En wat wenste God? Het was het actieve doel van God om mensen, door het woord der waarheid, eerstelingen te maken.
Broeders en zusters, geliefden, lezen wij dit?
Lezen wij dit goed?
Wat was de actieve wil van God? Eerstelingen maken onder zijn schepselen!
Ja, wat is de wil van God? Wat is Zijn eeuwig raadsbesluit?
Ezechiel 18:
32 Want Ik heb geen welgevallen aan de dood van wie sterven moet, luidt het woord van de Here Here; daarom bekeert u, opdat gij leeft.
Titus 2:
11 Want de genade Gods is verschenen, heilbrengend voor alle mensen.
2 Petrus 3:
9 De Here talmt niet met de belofte, al zijn er, die aan talmen denken, maar Hij is lankmoedig jegens u, daar Hij niet wil, dat sommigen verloren gaan, doch dat allen tot bekering komen.
Ja, wat wil God?
Gods wil is dat alle mensen tot bekering komen en leven!
Gods genade is verschenen HEILBRENGEND voor alle mensen!
God wil dat allen tot bekering komen!
Ja, dit is de wil van God.
Calvinisten leren dat het de actieve wil van God is dat sommigen nooit tot geloof komen en voor eeuwig verloren gaan.
De Schrift leert dat het de actieve wil van God is dat Gods genade aan alle mensen is verschenen. Met welk doel? Heilbrengend!
Hebreeen 2:
9 Maar wij zien Jezus, die voor een korte tijd beneden de engelen gesteld was vanwege het lijden des doods, opdat Hij door de genade Gods voor een ieder de dood zou smaken, met heerlijkheid en eer gekroond.
1 Johannes 2:
1 Mijn kinderkens, dit schrijf ik u, opdat gij niet tot zonde komt. En als iemand gezondigd heeft, wij hebben een voorspraak bij de Vader Jezus Christus, de rechtvaardige;
2 en Hij is een verzoening voor onze zonden en niet alleen voor de onze, maar ook voor die der gehele wereld.
Voor wie heeft Jezus de dood gesmaakt? Voor een ieder!
Voor wie is Jezus een verzoening? Voor de zonden van de gelovige en voor de zonde van de gehele wereld!
En ja, dit is de actieve wil van God! Dat is Zijn raadsbesluit!
God wil mensen eerstelingen maken, door het woord der waarheid.
Wat is dan het woord der waarheid?
Efeze 1:
13 In Hem zijt ook gij, nadat gij het woord der waarheid, het evangelie uwer behoudenis, hebt gehoord; in Hem zijt gij, toen gij gelovig werdt, ook verzegeld met de Heilige Geest der belofte.
(Zie ook: Koll. 1: 15; 2 Tim. 2: 15)
Ja, het woord der waarheid is het evangelie.
Het evangelie van Jezus Christus.
En wat zei Paulus daarover?
Romeinen 1:
16 Want ik schaam mij het evangelie niet; want het is een kracht Gods tot behoud voor een ieder die gelooft, eerst voor de Jood, maar ook voor de Griek.
Gods meest volmaakte gave! Het evangelie van Jezus Christus!
Het is een kracht tot behoud voor een ieder die gelooft.
Maar een mens behoort dit evangelie wel te gehoorzamen!
(Romeinen 1: 5; Rom. 16: 25)
Romeinen 6:
17 Maar Gode zij dank: gij waart slaven der zonde, doch gij zijt van harte gehoorzaam geworden aan die vorm van onderricht, die u overgeleverd is;
2 Tess. 1:
7 en aan u, die verdrukt wordt, verkwikking tezamen met ons, bij de openbaring van de Here Jezus van de hemel met de engelen zijner kracht,
8 in vlammend vuur, als Hij straf oefent over hen, die God niet kennen en het evangelie van onze Here Jezus niet gehoorzamen.
1 Petrus 1:
22 Nu gij uw zielen door gehoorzaamheid aan de waarheid gereinigd hebt tot ongeveinsde broederliefde, hebt dan elkander van harte en bestendig lief,
23 als wedergeboren, en niet uit vergankelijk, maar uit onvergankelijk zaad, door het levende en blijvende woord van God.
Ja, het is van belang dat een mens dit evangelie gehoorzaam wordt.
Hoe begint dat? Dat begint met geloof, bekering, belijdenis en de doop tot vergeving van zonden. Daardoor wordt de mens toegevoegd aan de kring van hen die behouden worden.
(Handl. 2: 37- 47)
En daarna behoort deze mens getrouw te blijven aan dit geloof.
(Koll. 1: 23; Openbaring 2 en 3)
En zo, door deze gehoorzaamheid, wordt de mens een eersteling onder Zijn schepselen.
Wat is een eersteling?
Het woord vertaald “eersteling” komt van het Griekse woord “aparche” en dit woord betekent “de eerste vrucht”.
En ja, zo werden op de Pinksterdag, mensen “toegevoegd” aan de kring van hen die behouden werden. Zij werden een deel van de oogst! Zij waren de eerste vruchten van de prediking!
Op deze dag werden mensen door Gods liefde en genade, door het evangelie der waarheid, “voortgebracht” en werden zij de oogst van God!
En is dit niet het volmaakte geschenk van God?
Ja, deze gehele passage getuigd van God en Zijn volmaakte gave aan de mens.
De mens kan door gehoorzaamheid aan het evangelie behouden worden, toegevoegd worden aan de kring van hen die behouden worden en het eeuwige leven beerven!
Is dit niet het volmaakte geschenk van God?
Ja, wie kan er dan zeggen dat verzoekingen tot het kwade van God komen!
Niemand!
---------------------------------------------------------------------------------------------
Legt dus af alle vuilheid en alle uitwas van boosheid en neemt met zachtmoedigheid het in u geplante woord aan, dat uw zielen kan behouden.
Beginnend met vers 19 gaan we andere maar wel gerelateerde dingen overdenken.
De eerste 18 verzen hebben helemaal in het licht gestaan van verzoekingen.
En wat heeft de schrijver daarover gesteld?
1) Een gelovige moet zich verheugen als er verzoekingen op zijn pad komen, dit omdat verzoekingen volharding uitwerkt.
2) Als de gelovige wijsheid tekort komt in het omgaan met verzoekingen, mag hij aan God wijsheid vragen en God zal dit dan geven, eenvoudigweg en zonder verwijt.
3) De gelovige moet deze wijsheid uit een onverdeeld hart vragen, want iemand die vraagt vanuit een verdeeld hart, die krijgt niets.
4) De rijke broeder moet roemen in zijn geringheid.
5) Zalig is de gelovige die volhard in verzoekingen want hij zal de kroon des levens gegeven worden.
6) Verzoekingen tot het kwade komen nooit van God.
7) Verzoekingen tot het kwade komen vanuit eigen begeerte.
8) Als deze begeerte volgroeid is, brengt het de dood.
9) Alle goede gaven en elk goed geschenk komt van de Vader der lichten.
10) Gods goede gaven heeft eerstelingen voortgebracht, en dit door het woord der waarheid.
Vanaf vers 19 gaan we nu een aantal belangrijke aspecten van de praktische kant van het geloof bekijken.
Ga je mee?
19 Weet (dit) wel, mijn geliefde broeders: ieder mens moet snel zijn om te horen, langzaam om te spreken, langzaam tot toorn;
20 want de toorn van een man brengt geen gerechtigheid voor God voort.
21 Legt dus af alle vuilheid en alle uitwas van boosheid en neemt met zachtmoedigheid het in u geplante woord aan, dat uw zielen kan behouden.
22 En weest daders des woords en niet alleen hoorders: dan zoudt gij uzelf misleiden.
Weet (dit) wel, mijn geliefde broeders: ieder mens moet snel zijn om te horen, langzaam om te spreken, langzaam tot toorn;
En zo komt Jacobus gelijk met zeer belangrijke woorden.
Wat is belangrijk voor de gelovige, voor elk mens?
1) Een ieder moet snel zijn om te horen.
2) Een ieder moet langzaam zijn om te spreken.
3) Een ieder moet langzaam zijn tot toorn.
Een ieder moet snel zijn om te horen!
Dit laat een zeer belangrijk en zeer essentieel principe zien. Hoe fijn vinden we het als iemand met echte interesse naar ons luistert? Wat doet dat onverdeelde aandacht met jou?
En ja, zoals ooit door iemand geschreven is, we hebben twee oren en één mond.
Dus moeten we twee keer zoveel luisteren dan dat we spreken.
Hoeveel is er al niet begrepen, simpelweg omdat er niet goed geluisterd wordt?
Luisteren is een zeer krachtige en essentiele Christelijke deugd.
En hierin moet een gelovige bedreven worden! Hij moet daar snel in worden, zijn en blijven!
Niet met traagheid, maar met snelheid!
Luisteren met aandacht en toewijding aan de ander, dat geeft ruimte.
Luisteren met aandachte en toewijding, dat opent het hart.
Luisteren met aandacht en toewijding, dat heelt een gebroken hart.
Luisteren met aandacht en toewijding, dat bind samen.
Broeder, zuster, vriend, hoe sta jij hierin?
Een ieder moet langzaam zijn om te spreken.
En ja, in connectie met het snel zijn om te horen, is het ook essentieel om langzaam te zijn in het spreken!
Spreuken 13:
3 Wie zijn mond in toom houdt, bewaart zijn leven; wie zijn lippen openspert, hem wacht het verderf.
Spreuken 29:
20 Ziet gij iemand die met zijn woorden te haastig is, voor een dwaas is meer hoop dan voor hem.
Ja, hoe belangrijk is het om langzaam te zijn met het openen van onze mond?
Hoeveel schade en verwarring heeft een “te snelle tong” al gebracht?
Hoeveel schade en verwarring heeft een “te scherpe tong” al gebracht?
Hoeveel gebroken harten heeft een “te snelle tong” al gebracht?
Hoeveel gebroken harten heeft een “te scherpe tong” al gebracht?
Broeders en zusters, vrienden, dit zijn belangrijke en essentiele deugden van het ware Christelijke geloof.
Een hart waar de Geest de liefde van God heeft uitgestort, (Rom. 5: 5) daar hoort een luisterend oor en een zeer wijze mond bij.
En zoals Jacobus later gaat schrijven.
Jacobus 3:
7 Want alle soorten van wilde dieren en vogels, van kruipende dieren en zeedieren worden bedwongen en zijn bedwongen door de menselijke natuur,
8 maar de tong kan geen mens bedwingen. Zij is een onberekenbaar kwaad, vol dodelijk venijn.
9 Met haar loven wij de Here en Vader en met haar vervloeken wij de mensen, die naar de gelijkenis Gods geschapen zijn:
10 uit dezelfde mond komt zegening en vervloeking voort. Dit moet, mijn broeders, niet zo zijn.
Nee, dit moet niet zo zijn!
Broeders en zusters, vrienden, hebben wij oren die horen?
Of stoppen wij onze oren?
Een ieder moet langzaam zijn tot toorn.
Als derde belangrijke punt zien we nu dat gelovigen langzaam moeten zijn tot toorn.
Synoniemen van toorn zijn, 1) Boosheid 2) Drift 3) Furie 4) Gal 5) Gepikeerdheid 6) Giftigheid 7) Gram 8) Gramheid 9) Gramschap 10) Grimmigheid 11) Hevige gramschap 12) Hevige woede 13) Kwaadheid 14) Kwaaiigheid 15) Ongenade 16) Ongunst 17) Ontstemdheid 18) Ontstemming 19) Onvriendelijk 20) Onwelwillende gezindheid of stemming.
En nee, broeders en zusters, vrienden, dit hoort niet thuis in het leven van de gelovige.
Wat hoort er thuis in het leven van de gelovige?
13 Wie is wijs en verstandig onder u? Hij tone uit zijn goede wandel zijn werken met wijze zachtmoedigheid.
14 Indien gij echter bittere naijver en zelfzucht in uw hart hebt, beroemt u dan niet en liegt niet tegen de waarheid.
15 Dat is niet de wijsheid, die van boven komt, maar zij is aards, ongeestelijk, duivels;
16 want waar naijver en zelfzucht heerst, daar is wanorde en allerlei kwade praktijk.
17 Maar de wijsheid van boven is vooreerst rein, vervolgens vreedzaam, vriendelijk, gezeggelijk, vol van ontferming en goede vruchten, onpartijdig en ongeveinsd.
18 Maar gerechtigheid is een vrucht, die in vrede wordt gezaaid voor hen, die vrede stichten.
Ja, dit hoort thuis in het leven van de gelovige, reinheid, vreedzaamheid, vriendelijkheid en gezeggelijkheid. Laat de toorn en geef ruimte aan de wijsheid van boven!
Galaten 5:
22 Maar de vrucht van de Geest is liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, trouw, zachtmoedigheid, zelfbeheersing.
23 Tegen zodanige mensen is de wet niet.
Want de toorn van een man brengt geen gerechtigheid voor God voort.
Waarom is het zo belangrijk dat een gelovige zijn toorn moet beheersen?
Dit omdat de toorn van mensen geen gerechtigheid teweeg brengt.
De toorn van mensen brengt alleen maar wanorde, pijn, verdriet en gebroken harten met zich mee.
Ja, iemand die toornig wordt en dit laat gaan, die gaat in tegen het grote gebod van de naastenliefde. Een dergelijke handelswijze verstoort de gemeenschap tussen mensen en het leven binnen een huwelijk of gemeenschap, zoals God dat wil.
Efeze 4:
26 Geraakt gij in toorn, zondigt dan niet: de zon mag niet over een opwelling van uw toorn ondergaan;
27 en geeft de duivel geen voet.
Ja, zo zien we zelfs uit dit vers, als iemand toornig wordt en dit kan soms gebeuren, dan is het belangrijk en essentieel om daarin niet te zondigen.
Zo leren we zelfs dat toornig zijn wel mogelijk is, maar hoe gaan we ermee om?
Dat is de belangrijke vraag.
Legt dus af alle vuilheid en alle uitwas van boosheid en neemt met zachtmoedigheid het in u geplante woord aan, dat uw zielen kan behouden.
En zo zien we in dit vers twee belangrijke principes.
In het Christelijke leven gaat het om het afleggen van vuilheid en uitwassen van boosheid en het aannemen, met zachtmoedigheid, van het woord dat onze zielen kan behouden.
Het woord vertaald “leg dus af” komt van het Griekse woord “apotithemi” en dit woord betekent “wegleggen of wegbergen”.
Ja, in het ware Christelijke leven gaat het altijd om het wegleggen en het wegbergen van het vleselijke. Afleggen!
Koll. 3:
1 Indien gij dan met Christus opgewekt zijt, zoekt de dingen, die boven zijn, waar Christus is, gezeten aan de rechterhand Gods.
2 Bedenkt de dingen, die boven zijn, niet die op de aarde zijn.
3 Want gij zijt gestorven en uw leven is verborgen met Christus in God.
En het tweede belangrijke principe is aannemen.
Het woord vertaald “neemt aan” komt van het Griekse woord “dechomai” en dit woord betekent “met de hand opnemen” of “vastpakken”.
Ja, wat moet de gelovige opnemen en vastpakken? Het in u geplante woord! Het woord des levens! Het woord van het nieuwe verbond! De woorden van Christus! De woorden van het nieuwe Testament!
Ja, dat is onze taak broeders en zusters. Het geplante woord aannemen en dit met zachtmoedigheid. Waarom met zachtmoedigheid?
Het woord vertaald “zachtmoedigheid” komt van het Griekse woord “prautes” en dit woord betekent, “zacht van gemoed”. Waarom is dit zo belangrijk?
Iemand dit trots is en vol is van zichzelf zal altijd moeite hebben met het aanpakken van het woord van Christus en dit willen toepassen. Deze mensen vinden altijd een reden om dit niet te doen.
Degene die zacht van gemoed is, die ziet God als ultieme machthebber en liefdevolle God, deze persoon zal het aannemen, dit omdat zijn gemoed zacht is.
En zo gaat het in het geloof in een hele belangrijke mate om hoe onze geest eruit ziet. Hoe deze gebouwd is en wordt. Heb jij een zachte geest die de waarheid kan aannemen?
Of ben je trots en weet je het zelf wel?
Maar weet! Wat is de kracht van dit woord dat met zachtmoedigheid wordt aangenomen?
Het kan en zal onze ziel behouden!
Dat is de kracht van dit woord!
Kan jij een Jozua zijn?
Jozua 24:
15 Maar indien het kwaad is in uw ogen, de Here te dienen, kiest dan heden, wie gij dienen zult: of de goden die uw vaderen aan de overzijde der Rivier gediend hebben, of de goden der Amorieten, in wier land gij woont. Maar ik en mijn huis, wij zullen de Here dienen!
En weest daders des woords en niet alleen hoorders: dan zoudt gij uzelf misleiden.
En zo komt Jacobus tot zeer belangrijke en ESSENTIEELE woorden, wees een dader van het woord en niet alleen hoorders!
Broeders en zusters, vrienden, horen we deze woorden?
Het verschil tussen de hemel en de hel zal zijn, ben je een dader van het woord of ben je alleen maar een hoorder van het woord? Het woord kan onze ziel behouden!
Maar dan moeten we wel een dader van het woord zijn.
En als we alleen maar horen en geen daders zijn dan misleiden we onszelf en zijn we op weg naar de hel!
Broeders en zusters, vrienden, laat uzelf niet misleiden!
Het woord vertaald “misleiden” komt van het Griekse woord “paralogizomai” en dit woord betekent “verrekenen”.
Ja, hoe belangrijk is het voor ons om ons niet te verrekenen?
In het verkeer? In een opleiding? In de belastingaangifte?
En hoe voorzichtig zijn we daarin?
Ben jij voorzichtig met God? Ben jij voorzichtig met Zijn woord?
Bereken jij? En herreken jij?
Een goede timmerman staat erom bekend om alles meerdere keren na te meten!
Zijn wij zo met het Woord van God?
En zo, ben jij een dader van het zuivere woord van God?
Heb jij alles goed berekent?
Ben jij een dader van het Woord?
Het is het verschil tussen leven en dood!
---------------------------------------------------------------------------------------
Maar wie zich verdiept in de volmaakte wet, die der vrijheid, en daarbij blijft, niet als een vergeetachtige hoorder, doch als een werkelijk dader, die zal zalig zijn in zijn doen.
In de laatste verzen, vers 19 tot 21, heeft Jacobus een sterk betoog neergezet aangaande het gebruik van onze oren en ogen.
Gelovigen moeten vlug zijn met hun oren en langzaam met hun mond.
Broeders en zusters, vrienden, dit zijn belangrijke woorden.
Er is al zoveel gebroken, ook in de gemeente en in families, doordat gelovigen te snel zijn in het spreken en zeer langzaam in het luisteren. En bij God is het net andersom!
Ook spreekt Jacobus krachtige woorden aangaande toorn. Een gelovige behoort zeer voorzichtig om te gaan met toorn.
Toornig worden is niet perse verkeerd maar het moet wel een zuivere uitwerking hebben.
Een goddelijke uitwerking! (Efeze 4: 26, 27)
Want de toorn van mensen brengt geen gerechtigheid Gods voort.
En dan stelt Jacobus in vers 22 dat gelovigen snel moeten zijn om het verkeerde, het vleselijke, het menselijke, af te leggen en het geplante woord met zachtmoedigheid aan te nemen, een dader te zijn van het woord en niet alleen maar een hoorder.
En zo gaat Jacobus met veel kracht verder!
Ga je mee?
23 Want wie hoorder is van het woord en niet dader, die gelijkt op een man, die het gelaat, waarmede hij geboren is, in een spiegel beschouwt;
24 want hij heeft zich beschouwd, is heengegaan en heeft terstond vergeten, hoe hij er uitzag.
25 Maar wie zich verdiept in de volmaakte wet, die der vrijheid, en daarbij blijft, niet als een vergeetachtige hoorder, doch als een werkelijk dader, die zal zalig zijn in zijn doen.
26 Indien iemand meent godsdienstig te zijn en daarbij zijn tong niet in toom houdt, maar zijn hart misleidt, diens godsdienst is waardeloos.
27 Zuivere en onbevlekte godsdienst voor God, de Vader, is: omzien naar wezen en weduwen in hun druk en zichzelf onbesmet van de wereld bewaren.
Want wie hoorder is van het woord en niet dader, die gelijkt op een man, die het gelaat, waarmede hij geboren is, in een spiegel beschouwt. want hij heeft zich beschouwd, is heengegaan en heeft terstond vergeten, hoe hij er uitzag.
In dit vers gaat Jacobus de mens beschrijven die alleen een hoorder is van het woord.
Iemand die alleen het woord hoort en dit niet doet, gelijkt op een man, die het gelaat waarmee hij geboren is, in een spiegel aankijkt en dan heengaat.
Dus ja, hij kijkt wel, maar hij loopt weg. En zo vergeet hij compleet hoe hij eruit zag.
Dat is de mens die alleen een hoorder is.
We hebben in de vorige verzen gezien dat het van uiterst belang is dat een gelovige het Woord aanneemt en dit Woord uitvoert! Een dader wordt!
Dit is dan een man die ook in de spiegel kijk. Hij ziet ook hoe hij eruit ziet. Maar met deze mens gaat het dan helemaal anders.
Deze mens ziet hoe hij eruit ziet en ziet dan zijn onvolmaaktheden. Loopt deze mens ook weg? Nee, deze mens loopt niet weg!
Deze mens gaat met zijn onvolmaaktheden naar God en gaat samen met God aan het werk om deze onvolmaaktheden volmaakt te maken.
Fillipenzen 2:
12 Daarom, mijn geliefden, gelijk gij te allen tijde gehoorzaam zijt geweest, blijft, niet alleen zoals in mijn tegenwoordigheid, maar nu des te meer bij mijn afwezigheid, uw behoudenis bewerken met vreze en beven,
13 want God is het, die om zijn welbehagen zowel het willen als het werken in u werkt.
Ja, als gelovigen behoren wij onze zaligheid uit te werken met vreze en beven.
Maar we mogen ook weten dat Hij in ons wil en kan werken.
We staan nooit alleen!
Hij wil door Zijn kracht in ons werken. Om ons te volmaken in heiligheid!
Om zo een volk te scheppen, een gemeente, zonder vlek en zonder rimpel. (Efeze 5: 22- 33)
Ja, dat is Gods doel voor Zijn gemeente. Een gemeente zonder vlek of rimpel. Heilig!
Dit is Gods doel met Zijn gelovigen. Gelovigen zonder vlek of rimpel. Heilig!
Hebreeen 12:
14 Jaagt naar vrede met allen en naar de heiliging, zonder welke niemand de Here zal zien.
Belangrijke vraag. Werk jij mee of werk jij tegen?
Maar wie zich verdiept in de volmaakte wet, die der vrijheid, en daarbij blijft, niet als een vergeetachtige hoorder, doch als een werkelijk dader, die zal zalig zijn in zijn doen.
En zo stelt Jacobus dat degene die zich “verdiept” in de volmaakte wet en die daarbij blijft, zalig is in zijn doen.
Het woord vertaald verdiept komt van het Griekse woord “parakupto” en dit woord betekent “bukken, om goed naar iets te kijken”.
En ja, dit is nu de mens in tegenstelling tot de mens uit het vorige vers.
De mens uit het vorige vers die kijkt in de spiegel maar loopt weg.
De mens uit dit vers kijkt in de spiegel, ziet zijn onvolmaaktheid, maar bukt zich dan om goed te kijken naar de volmaakte wet en gaat dat toepassen. En hij bukt niet alleen, hij bekijkt deze wet niet alleen, HIJ BLIJFT DAARBIJ. En hij is zalig!
Wat is nu precies de volmaakte wet waar hier over gesproken wordt?
De volmaakte wet hier is de wet van Christus. Het nieuwe verbond. Het nieuwe Testament.
We lezen in Johannes 1:
Johannes 1:
16 Immers uit zijn volheid hebben wij allen ontvangen zelfs genade op genade;
17 want de wet is door Mozes gegeven, de genade en de waarheid zijn door Jezus Christus gekomen.
Ja, de waarheid kwam in Jezus!
Wat staat er over de wet van Mozes geschreven?
Hebreeen 8:
7 Want indien dat eerste onberispelijk ware geweest, zou er geen plaats gezocht zijn voor een tweede.
8 Want Hij berispt hen, als Hij zegt: Zie, er komen dagen, spreekt de Here, dat Ik voor het huis Israels en het huis Juda een nieuw verbond tot stand zal brengen,
9 niet zoals het verbond, dat Ik met hun vaderen maakte ten dage, dat Ik hen bij de hand nam om hen uit het land Egypte te leiden, want zij hebben zich niet gehouden aan mijn verbonden Ik heb Mij niet meer om hen bekommerd, spreekt de Here.
Ja, het eerste verbond was niet onberispelijk! Anders zou er geen plaats gezocht zijn voor een tweede! Hier wordt heel duidelijk gesproken over een eerste en een tweede verbond.
Het eerste verbond, dat niet onberispelijk was, zou verdwijnen en er zou een nieuw verbond komen. Het verbond van Christus. Dat is waarheid! Dat is het volmaakte verbond!
Waarom? In dit verbond is er vergeving en herstel. In dit verbond is er verzoening!
Het volmaakte is dus het tweede verbond, het verbond van Christus, ofwel het nieuwe Testament.
En de gelovige die zich daarnaar “bukt” en daarbij blijft, die is werkelijk zalig.
Ja, die zal zalig zijn in wat hij doet!
Broeders en zusters, vrienden. Dit zijn essentieele woorden.
Verdiep jij jezelf in het volmaakte Woord? Het nieuwe verbond.
Buk jij om dat werkelijk te begrijpen?
Buk jij om dat werkelijk toe te passen?
Buk jij om daar werkelijk bij te blijven?
Dan ben je zalig.
Wat zij Paulus aan de gemeente van Kolosse?
Kolossenzen 3:
16 Het woord van Christus wone rijkelijk in u, zodat gij in alle wijsheid elkander leert en terechtwijst en met psalmen, lofzangen en geestelijke liederen zingende, Gode dank brengt in uw harten.
17 En al wat gij doet met woord of werk, doet het alles in de naam des Heren Jezus, God, de Vader, dankende door Hem!
Ja, het Woord van Christus in ons!
Het woord van Christus rijkelijk in ons!
En alles wat iemand doet in woord of werk, doe het in de naam van koning Jezus.
Want Hij is koning! Door en sinds Zijn opstanding. (Matteus 28: 18- 20)
Indien iemand meent godsdienstig te zijn en daarbij zijn tong niet in toom houdt, maar zijn hart misleidt, diens godsdienst is waardeloos.
En zo komt Jacobus terug op het gebruik van de tong.
Iemand die zijn tong niet in toom houdt, en zo zijn hart misleidt, diens Godsdienst is waardeloos.
De simpele waarheid hier is dat iemand die zijn tong niet in toom kan houden, diens godsdienst is waardeloos. En die persoon is niet op weg naar God! Deze persoon is op weg naar de hel!
En ja, dit zijn krachtige woorden!
Hoe spreek jij?
Spreek jij met een tong zonder teugels?
Of spreek jij met een tong, getemd door God?
Het woord vertaald waardeloos komt van het Griekse woord “mataios” en dit woord betekent “ijdel, vergeefs en zinloos”.
Wat schrijft Spreuken over de tong?
Spreuken 12:
18 Er zijn er, wier gepraat werkt als dolksteken, maar de tong der wijzen brengt genezing aan.
Spreuken 15:
1 Een zacht antwoord keert de grimmigheid af, maar een krenkend woord wekt de toorn op.
2 De tong der wijzen brengt degelijke kennis voort, maar de mond der zotten stort dwaasheid uit.
3 De ogen des Heren zijn aan alle plaatsen, opmerkzaam acht gevend op kwaden en goeden.
4 Zachtheid van tong is een boom des levens, maar valsheid in haar is een verderf in de geest.
Broeders en zusters, vrienden, hoe gebruik jij je tong?
Een tong is, of een instrument wat breekt en verwoest, of het is een instrument dat bouwt en geneest.
Efeze 4:
29 Geen liederlijk woord kome uit uw mond, maar als gij een goed (woord) hebt, tot opbouw, waar dit nuttig is, opdat zij, die het horen, genade ontvangen.
Woorden behoren te genezen en te bouwen.
Hoe gebruik jij jou tong?
Ten leven of ten dode?
Zuivere en onbevlekte godsdienst voor God, de Vader, is: omzien naar wezen en weduwen in hun druk en zichzelf onbesmet van de wereld bewaren.
En zo komt Jacobus in het laatste vers van dit hoofdstuk tot een andere belangrijke waarheid! Wat is zuivere en onbevlekte godsdienst?
Omzien naar wezen en weduwen en jezelf onbesmet bewaren van de wereld.
Welke plek hebben wezen en weduwen in jou leven?
Hoeveel mensen ken jij die alleen en afhankelijk zijn? Want ja, dat is het punt in het benoemen van wezen en weduwen. Ze zijn alleen en ze zijn afhankelijk.
Zo staat er ook, “omzien naar wezen en weduwen in hun druk”.
Heb jij een oog voor hen die alleen en afhankelijk zijn? Die onder druk staan?
Als we naar het eerste verbond gaan kijken dan zien we dat God een heel speciaal oog had voor wezen en weduwen.
Psalm 68:
6 Hij is de vader der wezen en de rechter der weduwen, God in zijn heilige woning;
7 God, die eenzamen in een huisgezin doet wonen, die gevangenen uitleidt in voorspoed; doch weerspannigen wonen in een dor land.
(Zie verder: Deut. 14: 29; Deut 24: 17- : Jesaja 1: 17; Ezechiel 22: 7 en Zacharia 7: 10)
Ja, God heeft altijd een speciaal oog gehad voor wezen en weduwen.
Waar is jou oog?
En zo gaat Jacobus eindigen, ziet om naar wezen en weduwen “en bewaar jezelf onbesmet van de wereld”.
Ja, ware godsdienst is in de tweede plaats, jezelf onbesmet bewaren van de wereld.
Hier zit onze grote opdracht!
Twee belangrijke woorden, “onbesmet” van de “wereld”.
Het woord vertaald onbesmet komt van het Griekse woord “aspilos” en dit woord betekent “vlekkeloos en vrij van enig gebrek”.
Ja, dit is het ware doel van het ware geloof!
Vlekkeloos van de wereld.
Het woord vertaald wereld komt van het Griekse woord “kosmos” en dit woord is een beschrijving voor onze huidige wereld.
Wat doen mensen in de wereld? Is vlekkeloosheid voor God belangrijk? NEE.
Is vlekkeloosheid, zonder zonde, belangrijk voor God? JA. Uiterst belangrijk.
Kollosenzen 1:
21 Ook u, die eertijds vervreemd en vijandig gezind waart blijkens uw boze werken, heeft Hij thans weder verzoend,
22 in het lichaam zijns vlezes, door de dood, om u heilig en onbesmet en onberispelijk voor Zich te stellen,
23 indien gij slechts wel gegrond en standvastig blijft in het geloof en u niet laat afbrengen van de hoop van het evangelie, dat gij gehoord hebt en dat verkondigd is in de ganse schepping onder de hemel, en waarvan ik, Paulus, een dienaar geworden ben.
Maar de belangrijkste vraag is, is vlekkeloosheid belangrijk voor jou?
Dat is wel de wil van God!
Waar sta jij?
Copyright © 2017 Gert-Jan van Zanten · Webdesign by R081N
All Rights Reserved · webbijbel.nl
Hosted by VDX.nl