In het boek van Jacobus vinden we een heel specifiek woord aan “de rijke broeders”.
Hoofdstuk 1:
9 Laat de geringe broeder roemen in zijn hoogheid,
10 maar de rijke in zijn geringheid, want als een bloem in het gras zal hij vergaan.
11 Want de zon komt op met haar hitte en doet het gras verdorren, en zijn bloem valt af en de schoonheid van haar uiterlijk verdwijnt; zo zal ook de rijke met zijn ondernemingen verwelken.
In deze passage wordt de rijke sterk aangesproken om niet te roemen in zijn rijkdom.
Maar juist om te roemen in zijn geringheid.
De rijke broeder moet roemen in zijn geringheid.
Het woord vertaald “geringheid” komt van het Griekse woord “tapeinosis”en dit woord betekent “laag in orde”
Ja, de rijke broeder die in het leven een hogere positie heeft die mag zich beroemen, door het geloof, op zijn lagere orde.
Wat is het gevaar van het denken dat je rijk bent?
Dan kan iemand in veel gevaren vallen.
Wat schrijft Paulus aan Timoteus?
1 Timoteus 6:
6 Nu brengt inderdaad de godsvrucht grote winst, (indien zij gepaard gaat) met tevredenheid.
7 Want wij hebben niets op de wereld medegebracht; wij kunnen er ook niets uit medenemen.
8 Als wij echter onderhoud en onderdak hebben, dan moet ons dat genoeg zijn.
9 Maar wie rijk willen zijn, vallen in verzoeking, in een strik, en in vele dwaze en schadelijke begeerten, die de mensen doen wegzinken in verderf en ondergang.
10 Want de wortel van alle kwaad is de geldzucht. Door daarnaar te haken zijn sommigen van het geloof afgedwaald en hebben zich met vele smarten doorboord.
11 Gij daarentegen, o mens Gods, ontvlucht deze dingen, doch jaag naar gerechtigheid, godsvrucht, geloof, liefde, volharding en zachtzinnigheid.
12 Strijd de goede strijd des geloofs, grijp het eeuwige leven, waartoe gij geroepen zijt en de goede belijdenis afgelegd hebt voor vele getuigen.
En ja, dit alles is een boodschap aan de rijke broeder!
De rijke broeder kan zich beroemen op zijn aardse rijkdom of op de geringheid!
Het beroemen op een aardse rijkdom komt met een grote valkuil.
Daarom was het belangrijk om zich te beroemen op geringheid! Een lage orde.
Dat zou godsvrucht brengen.
En zo moest de rijke broeder ook nadenken over het einde van alle mensen.
Elk mens, ook de rijke broeder, zou op een dag sterven.
Psalm 103:
13 Gelijk zich een vader ontfermt over zijn kinderen, ontfermt Zich de Here over wie Hem vrezen.
14 Want Hij weet, wat maaksel wij zijn, gedachtig, dat wij stof zijn.
15 De sterveling; zijn dagen zijn als het gras, als een bloem des velds, zo bloeit hij;
16 Wanneer de wind daarover is gegaan, is zij niet meer, en haar plaats kent haar niet meer.
1 Petrus 1:
24 Want: Alle vlees is als gras en al zijn heerlijkheid als een bloem in het gras; het gras verdort en de bloem valt af,
25 maar het woord des Heren blijft in der eeuwigheid. Dit nu is het woord, dat u als evangelie verkondigd is.
Nee, rijkdom is geen garantie dat iemand niet kan sterven.
Ook de rijke zal sterven.
----------------------------------------------------------------------------------
Hoofdstuk 2:
1 Mijn broeders, houdt uw geloof in onze Here der heerlijkheid, Jezus Christus, vrij van aanzien des persoons.
2 Want stel, er kwam in uw vergadering een man binnen met een gouden ring aan zijn vinger en in prachtige kleding, en er kwam ook een arme binnen in schamele kleding,
3 en gij zoudt opzien tegen de man met de prachtige kleding en zeggen: neem gij hier deze goede plaats, maar tot de arme zoudt gij zeggen: ga gij daar staan, of ga beneden bij mijn voetbank zitten,
4 zoudt gij dan geen onderscheid maken onder elkander en optreden als rechters, die zich door verkeerde overwegingen laten leiden?
5 Hoort, mijn geliefde broeders! Heeft God niet de armen naar de wereld uitverkoren om rijk te zijn in het geloof en erfgenamen van het Koninkrijk, dat Hij beloofd heeft aan wie Hem liefhebben?
6 Doch gij hebt de arme smadelijk behandeld. Zijn het niet de rijken, die u geweld aandoen en die u voor de rechtbanken slepen?
7 Zijn zij het niet, die de goede naam, welke over u aangeroepen is, lasteren
8 Indien gij echter de koninklijke wet vervult naar het schriftwoord: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelf, dan doet gij wel.
9 Doch indien gij met aanzien des persoons handelt, doet gij zonde en wordt gij door de wet overtuigd van overtreding.
Ook hier in deze passage zien we dat Jacobus een woord spreekt over “de rijke broeders”.
Wat deden de rijke broeders?
-De rijke broeders behandelden de arme broeders smadelijk.
-De rijke broeders deden de arme broeders geweld aan.
-De rijke broeders sleepten de arme broeders voor de rechtbank.
-De rijke broeders lasterden de goede naam die over de arme broeders was
uitgeroepen.
Ja, in vers 6 en 7 gaan we de toepassing zien van de woorden uit vers één tot vijf.
De armen waren door de rijken smadelijk behandeld!
En om dat nog sterker neer te zetten laat de schrijver er op volgen dat het juist de rijken waren die hen geweld aandeden en die hen voor de rechtbanken sleepten. (Hoofdstuk 5: 1- 6)
Het thema in deze verzen, waar de arme broeders worden aangesproken, vers 1- 13, is “om niet te handelen met aanzien des persoons”.
En wat hadden de arme broeders gedaan? Ze hadden juist de rijken voorrang gegeven!
Zo maakten ze twee grote fouten.
Ze waren aan het handelen met aanzien des persoons, door de armen te verwaarlozen en degene die hun verkeerd behandelden, de rijken, die gaven ze juist meer aanzien!
En wat deden de rijke broeders nog meer? “Zijn zij het niet, die de goede naam, welke over u aangeroepen is, lasteren”.
En ja, nu komt er nog een volgende aantijging bij.
Waren het juist niet de rijken die de goede naam, welke over hen uitgeroepen was, lasterden! Hoe absurd kan het worden?
Wat was deze goede naam die over hen aangeroepen was?
Waarschijnlijk gaat het hier om de naam van Jezus. Waarom?
Het was Jezus die Zijn gemeente ging bouwen. (Matteus 16: 18)
Het was Jezus die alle macht heeft gekregen. (Matteus 28: 19- 20)
Het was de naam van Jezus in wie elke gelovige gedoopt wordt. (Handl. 2: 38; 10: 48)
In ieder geval gaat het hier om de hun vernieuwde positie als gelovigen in God.
Ja, en die positie werd gelasterd.
En die positie werd gelasterd door de rijken.
En diezelfde rijken die werden door de gelovigen voorgetrokken!
Hoe absurd kan het zijn!
--------------------------------------------------------------------------------------
Jacobus 5:
1 Welaan dan, gij rijken, weent en maakt misbaar over de rampen, die u zullen overkomen.
2 Uw rijkdom is verrot, uw klederen zijn door de mot aangevreten,
3 uw goud en zilver is verroest, en het roest ervan zal tegen u getuigen en uw vlees verteren als vuur. Gij zijt schatten gaan opleggen, terwijl het de laatste dagen zijn.
4 Zie, het loon, dat door u is ingehouden van de arbeiders, die uw landen hebben gemaaid, schreeuwt, en het geroep van hen, die uw oogst hebben binnengehaald, is doorgedrongen tot de oren van de Here Sebaot.
5 Gij hebt op aarde weelderig geleefd en u te goed gedaan, gij hebt uw hart vetgemest in de slachttijd.
6 Gij hebt de rechtvaardige veroordeeld, ja vermoord; er is geen verweer tegen u.
En nu, in het laatste hoofdstuk van Jacobus krijgen de rijke broeders sterke waarschuwingen.
Het was maar beter dat ze zouden gaan leren om te wenen.
De rampen zouden komen!
Ja, hun rijkdom was verrot, hun kleding was door de mot aangevreten, hun goud en zilver was verroest en het roest zou tegen hen getuigen.
En ja, dit alles, terwijl ze in de laatste dagen leefde.
Ja, God zou hen gaan oordelen.
Copyright © 2017 Gert-Jan van Zanten · Webdesign by R081N
All Rights Reserved · webbijbel.nl
Hosted by VDX.nl