In deze brief wil ik een aantal dingen met je delen.
Dingen die te maken hebben met God, onze Maker, en onze eeuwige bestemming.
Ik ben dingen gaan zien in het woord van God die ik nog nooit eerder had gezien.
Ik ben gewaar geworden van zaken die ik nog nooit eerder had ontdekt.
In het verdere van deze brief wil ik graag een aantal punten naar voren halen uit de evangelische en pinksterkringen die niet in overeenstemming zijn met het geopenbaarde woord van God.
Ik wil een aantal punten aanhalen en wat teksten daarbij geven. Het is niet de bedoeling om deze dingen in deze brief uitgebreid te bespreken, maar om in het kort een aantal teksten aan te reiken en wat woorden hierover te delen. Op deze manier wil ik graag drie dingen bereiken.
Het eerste wat ik graag wil is dat we samen dieper in het Woord van God gaan, ten tweede om meer éénheid te zoeken onder diegene die geloven in Hem en ten derde dat dit alles mag zijn tot glorie en eer van Zijn grote naam.
In eerste instantie willen ik graag wat woorden met je delen uit het boek van Spreuken.
Spreuken 30: 5, 6
5 Alle woord Gods is gelouterd; hun die bij Hem schuilen, is Hij ten schild.
6 Doe niets aan zijn woorden toe, opdat Hij u niet terechtwijze en gij een leugenaar bevonden wordt.
In deze verzen lezen we dat we niets mogen toevoegen aan het Woord van God dat gelouterd is, het is zuiver.
Een ieder die gaat toevoegen die zal als een leugenaar bestempeld worden.
Het is mijn gebed dat we samen deze dingen mogen overdenken om samen in een waar geloof tot éénheid te komen, de éénheid waar de Bijbel over spreekt.
Samen met God kunnen we deze éénheid vinden en zo krachtig zijn naar de wereld, een wereld die verloren gaat in zonde.
De mensen die zeggen gelovig te zijn, de mensen die zeggen Christenen te zijn, zijn zwaar verdeeld in allerlei kampen, dit is ten glorie van de duivel en niet ten glorie van God.
Ik pretendeer niet de waarheid te bezitten, ik pretendeer niet alles te weten maar ik wil wel mezelf laten verzinken in het gelouterde Woord van God. Ik pretendeer wel om de wil van God te willen bezitten.
Ik vraag je om dit samen met mij te doen om zo een éénheid te vinden die alleen te vinden is in Christus, een éénheid die glorie brengt aan God.
Als we kijken naar de evangelische en pinksterkringen dan zien we dat over het algemeen gesteld word dat men Jezus moet aannemen in het hart en dat we een zondaarsgebed zouden moeten bidden.
We willen een aantal dingen overdenken aangaande de wedergeboorte.
Hier een voorbeeld van een zondaarsgebed.
Ik citeer: (Uit een publicatie van een evangelische groep)
Bid u dit gebed a.u.b.
Here Jezus, ik kom tot u zoals ik ben. Ik vraag u Jezus om mij te vergeven voor al mijn zonden die ik begaan heb tegen U en tegen God, bewust zowel onbewust. Reinig mij met uw kostbare bloed die voor mij gevloeid is op Golgotha kruis. Neem mij aan als een kind van u en help mij Jezus ,om u te volgen en te dienen mijn hele leven lang. In Jezus naam. Amen.
Als we dat zouden gedaan hebben dan zouden mensen Christen zijn. Maar de vraag is of dit klopt.
Als we kijken naar de Bijbel dan zien we nergens dat zondaars die Christenen werden een gebed baden om behouden te worden. We kunnen nergens zo'n voorbeeld vinden.
De vraag is dan of dit een menselijk gegeven is of dat het van God komt.
De voorbeelden ontbreken, dus stellen we de vraag of dit zondaarsgebed van mensen of van God. Van de hemel of van mensen?
Als we dan gaan kijken naar de Bijbelse wedergeboorte dan zien we de woorden van Jezus.
3 Jezus antwoordde en zeide tot hem: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, tenzij iemand wederom geboren wordt, kan hij het Koninkrijk Gods niet zien.
4 Nikodemus zeide tot Hem: Hoe kan een mens geboren worden, als hij oud is? Kan hij dan voor de tweede maal in de moederschoot ingaan en geboren worden?
5 Jezus antwoordde: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, tenzij iemand geboren wordt uit water en Geest, kan hij het Koninkrijk Gods niet binnengaan.
6 Wat uit het vlees geboren is, is vlees, en wat uit de Geest geboren is, is geest.
We lezen ook:
Markus 16: 15- 16
15 En Hij zeide tot hen: Gaat heen in de gehele wereld, verkondigt het evangelie aan de ganse schepping.
16 Wie gelooft en zich laat dopen, zal behouden worden, maar wie niet gelooft, zal veroordeeld worden.
Dan lezen we:
Titus 3: 5- 7
5 heeft Hij, niet om werken der gerechtigheid, die wij zouden gedaan hebben, doch naar zijn ontferming ons gered door het bad der wedergeboorte en der vernieuwing door de Heilige Geest,
6 die Hij rijkelijk over ons heeft uitgestort door Jezus Christus, onze Heiland,
7 opdat wij, gerechtvaardigd door zijn genade, erfgenamen zouden worden overeenkomstig de hope des eeuwigen levens.
Als we deze teksten bekijken zien we dat water en doop gekoppeld worden aan het ontvangen van de behoudenis.
We lezen dan verder:
Handl. 2: 37, 38
37 Toen zij dit hoorden, werden zij diep in hun hart getroffen, en zij zeiden tot Petrus en de andere apostelen: Wat moeten wij doen, mannen broeders?
38 En Petrus antwoordde hun: Bekeert u en een ieder van u late zich dopen op de naam van Jezus Christus, tot vergeving van uw zonden, en gij zult de gave des Heiligen Geestes ontvangen.
39 Want voor u is de belofte en voor uw kinderen en voor allen, die verre zijn, zovelen als de Here, onze God, ertoe roepen zal.
In Markus lezen we dat de doop noodzakelijk is om behouden te worden en in de tweede tekst lezen we dat de doop tot vergeving van zonden is.
Dus door deze teksten leren we dat de doop noodzakelijk is om behouden te worden, om vergeving van zonden te ontvangen moeten we gedoopt worden op basis van geloof en bekering.
We lezen nergens in het goede boek dat iemand moest gaan bidden om vergeving van zonden te ontvangen.
In de evangelische en pinksterkringen word geleerd dat de doop niet noodzakelijk is om behouden te worden.
We horen in de evangelische en pinksterkringen spreken over het aannemen van Christus in het hart en over het zondaarsgebed.
Beide principes komen we in de Bijbel niet tegen en de leer over de doop is niet zoals het in de Bijbel word beschreven.
We leven in dagen dat in vele pinksterkringen in tongen word gesproken. In de ene groep ligt daar wat minder nadruk op dan in de andere groep. Ook word er in deze groepen geclaimd dat er kan worden geprofeteerd.
Als we kijken naar de Bijbel wat profeteren een gedeelte om de waarheid van God bekend te maken aan de mensen. Het spreken in tongen was een teken voor ongelovigen.
Een stukje geschiedenis:
Ten dage dat de Apostelen hun bediening hadden toen waren er alleen de Oud-Testamentische geschriften, dat was het enige waar de mensen op konden terugvallen.
Profeten waren dan ook gegeven om de waarheid van God bekend te maken.
We lezen:
Efeze 2: 19- 22
19 Zo zijt gij dan geen vreemdelingen en bijwoners meer, maar medeburgers der heiligen en huisgenoten Gods,
20 gebouwd op het fundament van de apostelen en profeten, terwijl Christus Jezus zelf de hoeksteen is.
21 In Hem wast elk bouwwerk, goed ineensluitend, op tot een tempel, heilig in de Here,
22 in wie ook gij mede gebouwd wordt tot een woonstede Gods in de Geest.
We lezen ook dat profeten er waren om bepaalde dingen bekend te maken.
We lezen dat bijvoorbeeld in Handelingen 21: 10, 11
Dus profeteren en het spreken in tongen waren gaven gegeven aan de vroege gemeente toen ze nog geen completer openbaring van God hadden. Het profeteren werd gebruikt om de mens verder toe te lichten in de wil van God en het spreken in tongen was een teken voor ongelovigen.
Als we dan kijken naar 1 Kor. 12- 14 lezen we de specifieke elementen en regels over het profeteren en het spreken in tongen.
Temidden in deze drie hoofdstukken lezen we de volgende woorden.
1 Kor. 13: 8- 10
8 De liefde vergaat nimmermeer; maar profetieen, zij zullen afgedaan hebben; tongen, zij zullen verstommen; kennis, zij zal afgedaan hebben.
9 Want onvolkomen is ons kennen en onvolkomen ons profeteren.
10 Doch, als het volmaakte komt, zal het onvolkomene afgedaan hebben.
Als we kijken naar de Bijbel dan zien we dat Paulus spreekt over een tijd dat tongen zouden verstommen, dat profetieen zouden ophouden en dat kennis te niet gedaan zou worden.
En de grote vraag is dan wat is het volmaakte waarover gesproken word in 1 Kor. 13.
Als we dan lezen wat er geschreven word over profeteren en tongen lezen we dat deze dingen de onvolkomene zaken waren. Het was een gedeelte van het geheel.
Dus de complete waarheid van het tweede verbond zou gegeven worden door de Apostelen en profeten, maar als het volmaakte gekomen was zouden deze dingen afgedaan hebben.
We weten dat de complete waarheid door God is gegeven. We weten dat de woorden die Jezus is begonnen te spreken is volmaakt door de Apostelen.
We lezen:
Johannes 16: 12- 14
12 Nog veel heb Ik u te zeggen, maar gij kunt het thans niet dragen;
13 doch wanneer Hij komt, de Geest der waarheid, zal Hij u de weg wijzen tot de volle waarheid; want Hij zal niet uit Zichzelf spreken, maar al wat Hij hoort, zal Hij spreken en de toekomst zal Hij u verkondigen.
14 Hij zal Mij verheerlijken, want Hij zal het uit het mijne nemen en het u verkondigen.
In deze bovenstaande tekst lezen we dat Jezus is begonnen met het prediken van de waarheid van het tweede verbond, maar dat deze waarheid, het volmaakte, zou worden volbracht door de Apostelen. Zo zien we dat toen de Apostelen en de profeten het werk hadden volbracht dat de waarheid, het volmaakte, was volbracht.
Zo was het werk van de Apostelen en profeten ten dele, maar toen alle delen bij elkaar kwamen mocht er gesproken worden van het volmaakte.
De volmaakte wil van God van het tweede verbond.
Jacobus 1: 25
25 Maar wie zich verdiept in de volmaakte wet, die der vrijheid, en daarbij blijft, niet als een vergeetachtige hoorder, doch als een werkelijk dader, die zal zalig zijn in zijn doen.
De tweede verbond dat God gemaakt heeft door Christus is de volmaakte wet, die der vrijheid is.
Het is de volmaakte waarheid in Christus die ons werkelijk vrij kan maken.
En God heeft deze perfecte volmaakte verbond aan ons gegeven door de complete waarheid van het nieuwe Testament.
De onvolmaakte en onvolkomene van profetie en het spreken in tongen is niet meer nodig.
Judas 3
3 Geliefden, daar ik mij in alle opzichten beijver u te schrijven over ons gemeenschappelijk heil, zie ik mij genoodzaakt het te doen met de vermaning tot het uiterste te strijden voor het geloof, dat eenmaal de heiligen overgeleverd is.
Zo is de compete waarheid, het volmaakte, door God overgeleverd en is er geen behoefte meer voor meer waarheid, want de waarheid is compleet.
Als evangelische en pinksterkringen dan spreken dat er nog in tongen gesproken kan worden en kan worden geprofeteerd word er tegen de waarheid van het tweede verbond ingegaan en spreken ze woorden die niet in overeenstemming zijn met de geopenbaarde woorden van God.
In vele evangelische en pinksterkringen word er geloofd in tekenen en wonderen.
Nu is het natuurlijk zo dat God nog steeds antwoord op het gebed van de rechtvaardige en dat God supernatuurlijke dingen kan doen door deze gebeden.
Als we kijken naar de Bijbel dan waren de tekenen, wonderen en krachten van de Apostelen en later van gelovigen niet alleen maar supernatuurlijke zaken, nee deze hadden een hele speciale betekenis.
In de Bijbel lezen we dat tekenen en wonderen elementen waren om de woorden van Christus en van de Apostelen te bevestigen.
Markus 16: 15- 20
15 En Hij zeide tot hen: Gaat heen in de gehele wereld, verkondigt het evangelie aan de ganse schepping.
16 Wie gelooft en zich laat dopen, zal behouden worden, maar wie niet gelooft, zal veroordeeld worden.
17 Als tekenen zullen deze dingen de gelovigen volgen: in mijn naam zullen zij boze geesten uitdrijven, in nieuwe tongen zullen zij spreken,
18 slangen zullen zij opnemen, en zelfs indien zij iets dodelijks drinken, zal het hun geen schade doen; op zieken zullen zij de handen leggen en zij zullen genezen worden.
19 De Here Jezus dan werd, nadat Hij tot hen gesproken had, opgenomen in de hemel en heeft Zich gezet aan de rechterhand Gods.
20 Doch zij gingen heen en predikten overal, terwijl de Here medewerkte en het woord bevestigde door de tekenen, die erop volgden.
Hebr. 2: 1- 4
1 Daarom moeten wij te meer aandacht schenken aan hetgeen wij gehoord hebben, opdat wij niet afdrijven.
2 Want indien het woord, door bemiddeling van engelen gesproken, van kracht is gebleken, en elke overtreding en ongehoorzaamheid rechtmatige vergelding heeft ontvangen,
3 hoe zullen wij dan ontkomen, indien wij geen ernst maken met zulk een heil, dat allereerst verkondigd is door de Here, en door hen, die het gehoord hebben, op betrouwbare wijze ons is overgeleverd,
4 terwijl ook God getuigenis daaraan geeft door tekenen en wonderen en velerlei krachten en door de Heilige Geest toe te delen naar zijn wil.
In deze tekst lezen we dat God het woord dat gesproken werd door de Apostelen bevestigde met wonderen en tekenen die daarop volgden.
In de tijd van de Apostelen was er alleen het oude Testament dus gaf God hun wonderen en tekenen om de woorden die zijn spraken te bevestigen met tekenen en wonderen.
De Apostelen en de gelovigen bezaten deze gaven omdat er veel mensen waren die claimden vanuit God te spreken, maar de Apostelen en de gelovigen konden hun woorden bevestigen doordat God meedegetuigde door wonderen, tekenen en krachten.
Omdat we nu het complete woord van God bezitten hoeft dit woord niet meer bevestigd te worden, een ieder kan het lezen, dus zijn de tekenen en wonderen niet meer nodig.
Zeggen we daarbij dat God geen bovennatuurlijke dingen meer kan doen.
Nee, we geloven zeker dat God nog steeds bovennatuurlijke zegeningen kan brengen in de levens van Christenen, door het gebed van de rechtvaardige kan God zieken beter maken en onze gebeden op manieren verhoren die boven het menselijke reiken.
Maar dit is natuurlijk een groot verschil met de tekenen en wonderen die de grote Christus en de Apostelen deden in de eerste eeuw.
Als we kijken naar evangelische en Pinksterkringen zien we dat veel vrouwen in deze groepen leidinggevende functies bezitten in de collectieve samenkomsten.
En we stellen dan de vraag of dit juist is en in overeenstemming is met het Woord van God.
We lezen:
1 Kor. 14: 33- 35
33 want God is geen God van wanorde, maar van vrede. Zoals in alle gemeenten der heiligen
34 moeten de vrouwen in de gemeenten zwijgen; want het is haar niet vergund te spreken, maar zij moeten ondergeschikt blijven, zoals ook de wet zegt.
35 En als zij iets willen te weten komen, moeten zij thuis haar mannen om opheldering vragen; want het staat lelijk voor een vrouw te spreken in de gemeente.
In deze tekst lezen we dat een vrouw niet mag spreken in de samenkomsten van de gemeente. Als de vrouwen wat willen vragen lezen we dat deze dat thuis mogen vragen aan haar man.
We lezen verder:
1 Tim. 2: 8- 12
8 Ik wil dan, dat de mannen op iedere plaats bidden met opheffing van heilige handen, zonder toorn en twist.
9 Evenzo, dat de vrouwen zich sieren met waardige klederdracht, zedig en ingetogen, niet met haarvlechten en goud of paarlen en kostbare kleding,
10 maar (zo immers betaamt het vrouwen, die voor haar godsvrucht uitkomen) door goede werken.
11 Een vrouw moet zich rustig, in alle onderdanigheid, laten onderrichten,
12 maar ik sta niet toe, dat een vrouw onderricht geeft of gezag over de man heeft; zij moet zich rustig houden.
We lezen in deze tekst twee dingen. In de eerste plaats dat mannen op elke plaats met opheffing van heilige handen moet bidden en in de tweede plaats dat een vrouw niet mag onderrichten.
Verder lezen we dat een ouderling de man moet zijn van één vrouw, dit laat ook zien dat de positie van een ouderling alleen mag worden vervuld door een man.
In de samenkomsten moet een vrouw zwijgen. Dit is een compleet zwijgen omdat de tekst schrijft: “als ze iets te willen te weten komen, moeten zij thuis haar mannen om opheldering vragen”.
Al deze woorden laten zien dat een vrouw niet de positie kan hebben van ouderling, deze woorden laten zien dat een vrouw in de gemeente moet zwijgen en dat een vrouw in alle omstandigheden zich laat onderrichten.
Betekent dit dat een vrouw nooit onderwijs zou kunnen geven, en het antwoord is nee.
Een vrouw kan onderricht geven aan andere vrouwen.
Titus 2: 3- 5
3 Oude vrouwen eveneens, priesterlijk in haar optreden, niet kwaadsprekend, niet verslaafd aan veel wijn, in het goede onderrichtende,
4 zodat zij de jonge vrouwen opwekken man en kinderen lief te hebben,
5 bezadigd, kuis, huishoudelijk, goed en aan haar man onderdanig te zijn, opdat het woord Gods niet gelasterd worde.
Dus voor de oudere vrouwen is er wel daadwerkelijk een taak naar de jongere vrouwen.
Verder lezen we:
Handl. 18: 24- 28
24 En een zekere Jood, genaamd Apollos, geboortig uit Alexandrie, een geleerd man, doorkneed in de Schriften, kwam te Efeze.
25 Deze was ingelicht omtrent de weg des Heren en, vurig van geest, sprak en leerde hij nauwkeurig hetgeen op Jezus betrekking had, ofschoon hij alleen wist van de doop van Johannes.
26 En deze begon vrijmoedig op te treden in de synagoge. En toen Priscilla en Aquila hem hoorden, namen zij hem tot zich en legden hem de weg Gods nauwkeuriger uit.
27 En toen hij naar Achaje wilde oversteken, moedigden de broeders hem daartoe aan en schreven aan de discipelen, dat zij hem vriendelijk moesten ontvangen. Deze, daar aangekomen, was door Gods genade van veel nut voor hen, die geloofden.
28 Want onvermoeid bestreed hij de Joden in het openbaar en bewees uit de Schriften, dat Jezus de Christus is.
Zo zien we een man en een vrouw samen die de weg van God beter uitleggen aan Apollos.
De vrouw zal daarin ook een nederige en stille geest laten zien.
In al deze dingen zien we dat een vrouw wel kan onderrichten, maar nooit in de gemeente.
In de gemeente moet de vrouw zwijgen. Zelfs buiten de gemeente laat ze een stille en nederige geest laten zien. De man zal degene zijn die onderricht geeft.
Als we kijken naar evangelische en Pinksterkringen zien we dat in de meeste van deze groepen het avondmaal één keer per maand word gehouden.
In andere groepen één keer per kwartaal en in ander één keer per jaar. En de vraag die we stellen is waarom dit zo word gedaan.
Als we naar de Bijbel kijkt dan zien we het volgende:
Handl. 2: 41- 43
41 Die dan zijn woord gaarne aannamen, werden gedoopt; en er werden op dien dag tot hen toegedaan omtrent drie duizend zielen.
42 En zij waren volhardende in de leer der apostelen, en in de gemeenschap, en in de breking des broods, en in de gebeden.
43 En een vreze kwam over alle ziel; en vele wonderen en tekenen geschiedden door de apostelen.
Handl. 20: 7
7 En toen wij op de eerste dag der week samengekomen waren om brood te breken, hield Paulus een toespraak tot hen en, daar hij van plan was de volgende dag te vertrekken, zette hij zijn rede voort tot middernacht.
1 Kor. 11: 23- 26
23 Want ik heb van den Heere ontvangen, hetgeen ik ook u overgegeven heb, dat de Heere Jezus in den nacht, in welken Hij verraden werd, het brood nam;
24 En als Hij gedankt had, brak Hij het, en zeide: Neemt, eet, dat is Mijn lichaam, dat voor u gebroken wordt; doet dat tot Mijn gedachtenis.
25 Desgelijks nam Hij ook den drinkbeker, na het eten des avondmaals, en zeide: Deze drinkbeker is het Nieuwe Testament in Mijn bloed. Doet dat, zo dikwijls als gij dien zult drinken, tot Mijn gedachtenis.
26 Want zo dikwijls als gij dit brood zult eten, en dezen drinkbeker zult drinken, zo verkondigt den dood des Heeren, totdat Hij komt.
Zo lezen we dat de gemeenten in de Bijbel samenkwamen op de eerste dag van de week om het brood te breken.
Mogen wij dit als mensen zomaar veranderen?
Zij kwamen samen en wij volgen hun voorbeeld. Wiens voorbeeld zullen we volgen?
Als we kijken naar de evangelische en Pinksterkringen dan zien we dat in de meesten van deze groepen word geleerd dat kinderen in conceptie een kind zijn dat de zonde-schuld van Adam met zich meedraagt.
Dus in conceptie is elk kind beladen met schuld.
En de vraag is of dit klopt.
We lezen:
Romeinen 5: 12
12 Daarom, gelijk door een mens de zonde de wereld is binnengekomen en door de zonde de dood, zo is ook de dood tot alle mensen doorgegaan, omdat allen gezondigd hebben;
Deze tekst verteld ons:
Wat we wel zien is dat de fysieke dood tot allen is doorgegaan vanwege Adam.
Dit is wel iets dat de Bijbel duidelijk stelt.
1 Kor. 15: 21- 22
21 Want, dewijl de dood er is door een mens, is ook de opstanding der doden door een mens.
22 Want evenals in Adam allen sterven, zo zullen ook in Christus allen levend gemaakt worden.
23 Maar ieder in zijn eigen rangorde: Christus als eersteling, vervolgens die van Christus zijn bij zijn komst.
In deze tekst zien we wel duidelijk dat we iets van Adam ge-erft hebben en dat is de fysieke dood. Maar zoals we in hem allemaal gestorven zijn, zullen we door Christus allemaal opstaan.
We zien hier dat er gesproken word over de “opstanding der doden”. Een referentie naar de fysieke opstanding.
Ook is het zo dat we allemaal in een wereld van vruchteloosheid geboren worden.
We worden allemaal in een in-perfecte wereld geboren met alle gevolgen van dien.
Maar dat is niet om te zeggen dat elk kind in conceptie een zonde-schuld met zich meedraagt, dat is niet wat de Bijbel leert.
In vele evangelische en Pinksterkringen word geleerd dat we tienden zouden moeten geven. Maar is dit zo, dit is de vraag die we stellen.
We lezen:
2 Kor. 9: 6- 8
6 Bedenkt dit: wie karig zaait, zal ook karig oogsten, en wie mildelijk zaait, zal ook mildelijk oogsten.
7 En ieder doe, naardat hij zich in zijn hart heeft voorgenomen, niet met tegenzin of gedwongen, want God heeft de blijmoedige gever lief.
8 En God is bij machte alle genade in u overvloedig te schenken, opdat gij, in alle opzichten te allen tijde van alles genoegzaam voorzien, in alle goed werk overvloedig moogt zijn.
Christenen leven onder het verbond van Christus, [Hebr. 1: 1- 3; 7: 12; 9: 15- 17]
Christenen leven niet onder de wet van Mozes, of onder het eerste verbond, nee Christenen leven onder het tweede verbond, het verbond dat gebracht is door Christus.
Tienden was een principe uit de wet van God gegeven door Mozes voor de kinderen van Israel.
Zo heeft God een nieuw verbond gebracht door Christus en in dit verbond is geen sprake van tienden. Nergens in dit verbond lezen we over tienden, nee wat we wel lezen is dat we moeten geven zoals we in ons hart hebben voorgenomen want God heeft de blijmoedige gever lief.
Dat is het principe van het verbond van Christus. Zo is het dan in evangelische en Pinksterkringen dat er leringen worden geleerd die uit het oude verbond zijn.
Als we kijken naar evangelische en Pinksterkringen dan zien we dat daar van allerlei zogenoemde Christelijke feestdagen gevierd worden.
En de vraag is, waar lezen we dat deze feesten in de bijbel voorkomen.
Als we werkelijk niets mogen toevoegen aan de Bijbel, zijn we dan niet in overtreding als we deze feesten gaan vieren.
En dat niet alleen, maar het feest der feesten het avondmaal, hebben we veranderd in elke maand, of elke drie maanden of elk jaar en we zijn zelf feesten gaan toevoegen.
Waar komt Kerstfeest vandaan?
Hoewel het misschien raar klinkt, moeten we eerst stellen dat kerst in de eerste periode van het christendom helemaal niet bestond. Er werd door de christenen die de eerste 200 jaar na Christus leefden geen kerst gevierd. Er was in die tijd niemand die zich bezig hield met ‘het kindje Jezus’ of de ‘geboortedag’ van Jezus. Het was niet eens de gewoonte om een verjaardag te vieren, alleen de Romeinen vierden verjaardagen. Voor christenen en Joden was het daardoor helemaal ondenkbaar om een dergelijk feest te vieren.
Naarmate de christenheid zich meer en meer uitbreidde onder heidense volkeren, kwamen ook steeds meer heidense gebruiken binnen de leefwereld van de christenen. Romeinen die gewend waren hun verjaardag te vieren stopten daar niet altijd mee nadat ze bekeerd waren tot het christendom.
In 221 na Christus opperde Julius Africanus (160 – 240) als eerste dat het goed zou zijn 25 dec. als gedenkdag in te stellen voor de geboorte van Jezus Christus.
Julius Africanus was een belangrijk Romeins legerofficier en (zoals we in hoofdstuk 3 uitgebreid zullen lezen,) een aanhanger geweest van de religie van Mitras.
Julius was een vriend van koningen en keizers en bekeerd tot het christelijk geloof.
Omdat de Romeinen op 25 december al een feest vierden ter ere van hun god Mitras vond Julius het een goede 'tegenhanger'. Mogelijk heeft Julius niets verkeerds in de zin gehad omdat we moeten beseffen dat het vieren van een verjaardag voor een Romein een eerbetoon was aan de jarige.
Niet zo zeer het idee om de geboorte van Jezus Christus te gedenken, maar vooral de dubieuze datum 25 december viel niet in goede aarde bij veel bisschoppen.
Toch begon het idee om de geboorte van Jezus te vieren steeds meer zijn ingang te vinden in de toenmalige christelijke wereld.
(Bron: http://members.ziggo.nl/peter7/kerst/kerst.html)
In al deze dingen zien we dat Kerst zelfs een totaal Heidense achtergrond en begin heeft. En dan rijst de vraag, waarom vieren we Kerst.
Eén ding weten we zeker, Kerst heeft geen Bijbelse grond. En zo zijn er andere zogenoemde “Christelijke feestdagen”. Al deze dagen worden niet genoemd in de Bijbel. Waar komen ze vandaan, van God of van de mensen?
We willen een aantal woorden delen over de gemeente zoals hij in de Bijbel is geschreven. Als we naar de Bijbel kijken dan zien we dat Christus één gemeente heeft gebouwd en het is Zijn gemeente.
Deze gemeente moet altijd bouwen op de principes die Christus en Zijn discipelen hebben uitgedragen.
Alleen de waarheid, de volmaakte waarheid, gebracht door Christus is de waarheid waarin wij moeten wandelen, alles wat meer of minder is is verkeerd.
We lezen:
Mattheus 16: 16- 18
17 En Jezus, antwoordende, zeide tot hem: Zalig zijt gij, Simon, Bar-jona! want vlees en bloed heeft u dat niet geopenbaard, maar Mijn Vader, Die in de hemelen is.
18 En Ik zeg u ook, dat gij zijt Petrus, en op deze petra zal Ik Mijn gemeente bouwen, en de poorten der hel zullen dezelve niet overweldigen.
19 En Ik zal u geven de sleutelen van het Koninkrijk der hemelen; en zo wat gij zult binden op de aarde, zal in de hemelen gebonden zijn; en zo wat gij ontbinden zult op de aarde, zal in de hemelen ontbonden zijn.
In deze passage lezen we dat Christus Zijn gemeente zou gaan bouwen.
Wij als mensen kunnen geen gemeente bouwen anders dan op het fundament van Christus.
En dat is ook wat de Apostelen deden, zij bouwden op het ware en zuivere fundament van Christus.
Er is een zuiver evangelie, dit evangelie moet overal hetzelfde zijn.
Jezus heeft ervoor gebeden:
Johannes 17: 20- 22
20 En Ik bid niet alleen voor dezen, maar ook voor hen, die door hun woord in Mij geloven,
21 opdat zij allen één zijn, gelijk Gij, Vader, in Mij en Ik in U, dat ook zij in Ons zijn; opdat de wereld gelove, dat Gij Mij gezonden hebt.
22 En de heerlijkheid, die Gij Mij gegeven hebt, heb Ik hun gegeven, opdat zij een zijn, gelijk Wij een zijn:
De éénheid waar Christus voor bad was een éénheid zoals de Vader en de Zoon één zijn.
En we vragen dan, is de verscheidenheid die we vinden in gemeenten de verscheidenheid waar Christus voor bad?
Als we kijken naar de leringen die Paulus bracht lezen we daarover dat dat overal hetzelfde was.
1 Kor. 4: 17
17 Juist hierom heb ik Timoteus tot u gezonden, die mij een geliefd en trouw kind is in de Here. Hij zal u mijn wegen in Christus Jezus indachtig maken, zoals ik die overal in elke gemeente leer.
1 Kor. 7: 17
17 Alleen, laat ieder zo leven, als de Here hem toebedeeld heeft, zo, als God hem geroepen heeft. Zo schrijf ik het in alle gemeenten voor.
Zo kon Paulus ook schrijven:
1 Kor. 1: 10
10 Doch ik vermaan u, broeders, bij de naam van onze Here Jezus Christus: weest allen eenstemmig en laten er geen scheuringen onder u zijn; weest vast aaneengesloten, een van zin en een van gevoelen.
Zo zien we dat Christus één gemeente aan het bouwen is met één leer.
Dat is de waarheid in Christus.
Efeze 4: 1- 6
1 Als gevangene in de Here, vermaan ik u dan te wandelen waardig der roeping, waarmede gij geroepen zijt,
2 met alle nederigheid en zachtmoedigheid, met lankmoedigheid, en elkander in liefde te verdragen,
3 en u te beijveren de eenheid des Geestes te bewaren door de band des vredes:
4 een lichaam en een Geest, gelijk gij ook geroepen zijt in de ene hoop uwer roeping,
5 een Here, een geloof, een doop,
6 een God en Vader van allen, die is boven allen en door allen en in allen.
In Christus hebben we waarlijk reden om één te zijn, in de wereld kan dit niet bereikt worden maar in Christus is dit allemaal mogelijk.
Ik zou zo graag willen dat we hier allemaal meer aan werken.
Laten we samen deze dingen onderzoeken met nederigheid, met zachtmoedigheid, met lankmoedigheid en elkaar in de liefde van Christus te verdragen.
Laten we de éénheid zoeken zonder welke we Hem niet welgevallig kunnen zijn.
Mensen het gaat over onze ziel en over onze eeuwige bestemming.