In onze serie over Israel hebben we gezien dat God al Zijn beloften die Hij aan Abraham deed gestand heeft doen komen en volledig heeft vervuld. (Jozua 21- 24)
Daarnaast hebben we gezien hoe God de Israelieten terugbracht in het land van Israel, nadat zij door Nebuchadnezzar waren weggevoerd.
Ze waren 70 jaar in een vreemd land geweest, maar God bracht hen hieruit terug naar het land van Israel.
Wat was de hoop voor Israel?
Temidden van alle profetieen over herstel vanuit de ballingschap voor Israel maakt Jeremia een hele belangrijke belofte. Een belofte van een nieuw verbond.
Jeremia 31:
31 Zie, de dagen komen, luidt het woord des Heren, dat Ik met het huis van Israel en het huis van Juda een nieuw verbond sluiten zal.
32 Niet zoals het verbond, dat Ik met hun vaderen gesloten heb ten dage dat Ik hen bij de hand nam, om hen uit het land Egypte te leiden: mijn verbond, dat zij verbroken hebben, hoewel Ik heer over hen ben, luidt het woord des Heren.
33 Maar dit is het verbond, dat Ik met het huis van Israel sluiten zal na deze dagen, luidt het woord des Heren: Ik zal mijn wet in hun binnenste leggen en die in hun hart schrijven, Ik zal hun tot een God zijn en zij zullen Mij tot een volk zijn.
34 Dan zullen zij niet meer een ieder zijn naaste en een ieder zijn broeder leren: Kent de Here: want zij allen zullen Mij kennen, van de kleinste tot de grootste onder hen, luidt het woord des Heren, want Ik zal hun ongerechtigheid vergeven en hun zonde niet meer gedenken.
(Deze profetie word ook aangehaald in het boek van Hebreeen, waar we zien hoe deze profetie zijn vervulling en gestalte heeft gekregen in Christus. Hebr. 8: 8- 13)
Zie, de dagen komen, luidt het woord des Heren, dat Ik met het huis van Israel en het huis van Juda een nieuw verbond sluiten zal.
Vanuit deze woorden zien we dat God, temidden van een volk van totaal van God afgedwaald was, temidden van profetieeen die hun herstel na de ballingschap beschreven, ook een zeer belangrijke belofte geeft aangaande een nieuw verbond.
Met wie zou dit “nieuwe verbond” gemaakt worden? Met het huis van Israel en met het huis van Juda.
Waarom het huis van Juda en het huis van Israel?
Dit omdat we spreken, ten tijde van deze profetie, over een verdeeld koninkrijk.
Dit verdeelde koninkrijk, het huis van Israel 10 stammen, het huis van Juda 2 stammen, kwam tot stand in de tijd dat de zonen van Salomo vochten over het koningschap.
(1 Kon. 12)
Niet zoals het verbond, dat Ik met hun vaderen gesloten heb ten dage dat Ik hen bij de hand nam, om hen uit het land Egypte te leiden: mijn verbond, dat zij verbroken hebben, hoewel Ik heer over hen ben, luidt het woord des Heren.
Hoe zou dit nieuwe verbond eruit zien?
Dit verbond zou NIET zijn zoals het verbond dat God met de vaderen sloot, toen Hij hen bij de hand nam en hen uit Egypte leidde. Dit is duidelijk een referentie naar de wetten van Mozes. Al deze wetten van Mozes had de tien geboden als kern. (Ex. 20 en Deut. 5)
En wat hebben de Israelieten met dit verbond gedaan? Dat hebben zij verbroken!
(Jesaja 5: 1- 7; Jeremia 11: 1- 8; Exodus 32: 1- 10)
Jeremia 3:
11 En de Here zeide tot mij: Afkerigheid, Israel, heeft zich gerechtvaardigd boven Trouweloze, Juda.
12 Ga heen en roep deze woorden uit naar het Noorden en zeg: Keer weder, Afkerigheid, Israel, luidt het woord des Heren, Ik zal u niet donker aanzien, want Ik ben genadig, luidt het woord des Heren, Ik zal niet altoos blijven toornen.
13 Alleen, erken uw ongerechtigheid, dat gij van de Here, uw God, zijt afgevallen en uw gangen gericht hebt naar de vreemden onder elke groene boom, en naar mijn stem niet hebt gehoord, luidt het woord des Heren.
14 Keert weder, afkerige kinderen, luidt het woord des Heren, want Ik ben heer over u; Ik zal u nemen, een uit een stad en twee uit een geslacht, en u brengen te Sion,
15 En Ik zal u herders naar mijn hart geven, die u zullen weiden met kennis en verstand.
Een andere belangrijk aspect van de wet van Mozes is dat het de ware defenitie van zonde gaf. Ja, de wet deed zonde kennen. (Romeinen 7: 7- 13)
Anderzijds was de wet ook een schaduw van de werkelijkheid.
Ja, de schaduw zou verdwijnen als de werkelijkheid kwam, en de werkelijkheid is Christus.
(Koll. 2: 16, 17)
Maar dit is het verbond, dat Ik met het huis van Israel sluiten zal na deze dagen, luidt het woord des Heren: Ik zal mijn wet in hun binnenste leggen en die in hun hart schrijven, Ik zal hun tot een God zijn en zij zullen Mij tot een volk zijn.
En zo zou God een ANDER verbond gaan maken met het huis van Israel en het huis van Juda.
Wanneer zou dat gaan gebeuren? Volgens Jeremia “na deze dagen”.
Dit zijn andere woorden voor “in de laatste dagen”.
God werkt met tijdsperioden of bedelingen.
In, Jesaja 2, Joel 2 en Micha 5, lezen we over deze “laatste dagen”.
Deze laatste dagen van Joel 2 worden zeer duidelijk in verband gebracht met Handelingen 2.
Handl. 2:
14 Maar Petrus stond met de elven op, en hij verhief zijn stem en sprak hen toe: Gij Joden en allen, die te Jeruzalem woonachtig zijt, dit zij u bekend en neemt mijn woorden ter ore.
15 Want deze mensen zijn niet dronken, zoals gij veronderstelt, want het is het derde uur van de dag;
16 maar dit is het, waarvan gesproken is door de profeet Joel:
17 En het zal zijn in de laatste dagen, zegt God, dat Ik zal uitstorten van mijn Geest op alle vlees; en uw zonen en uw dochters zullen profeteren, en uw jongelingen zullen gezichten zien, en uw ouderen zullen dromen dromen.
Ja, deze laatste dagen, geprofeteerd door Jesaja, Joel en Micha, vallen samen met de komst van het tweede verbond, het verbond van Christus.
Zo bracht het tweede verbond het verbond van en door Christus.
(Mattheus 28: 18- 20; 1 Kor. 9: 21; 2 Kor. 3: 1- 18; Galaten 6: 2)
In Hebreeen lezen we ook dat deze bedeling van Christus de laatste bedeling is.
Hebr. 9:
26 want dan had Hij dikwijls moeten lijden sinds de grondlegging der wereld; maar thans is Hij eenmaal, bij de voleinding der eeuwen, verschenen om door zijn offer de zonde weg te doen.
En wat zou God doen in deze laatste bedeling?
-Ik zal mijn wet in hun binnenste leggen en die in hun hart schrijven.
-Ik zal hun tot een God zijn en zij zullen Mij tot een volk zijn.
Het eerste verbond was een verbond met twee stenen tafelen. Het tweede verbond is een verbond waar de wetten van God in het binnenste gelegd zouden worden.
De Geest zou hierin een groot werk doen.
Ezechiel 36:
24 Ik zal u weghalen uit de volken en u bijeenvergaderen uit alle landen, en Ik zal u brengen naar uw eigen land;
25 Ik zal rein water over u sprengen, en gij zult rein worden; van al uw onreinheden en van al uw afgoden zal Ik u reinigen;
26 Een nieuw hart zal Ik u geven en een nieuwe geest in uw binnenste; het hart van steen zal Ik uit uw lichaam verwijderen en Ik zal u een hart van vlees geven.
27 Mijn Geest zal Ik in uw binnenste geven en maken, dat gij naar mijn inzettingen wandelt en naarstig mijn verordeningen onderhoudt.
28 Gij zult wonen in het land dat Ik uw vaderen gegeven heb; gij zult Mij tot een volk zijn en Ik zal u tot een God zijn.
Ja, het nieuwe verbond was zo anders dan het oude verbond.
Het oude verbond stond geschreven
op twee stenen tafelen, de wet van Christus zou in het hart geschreven worden door de Heilige Geest. (2 Kor. 3: 1- 18)
En dit alles zou geschieden onder de nieuwe herder.
Ezechiel 37:
24 En mijn knecht David zal koning over hen wezen; een herder zal er voor hen allen zijn. Zij zullen naar mijn verordeningen wandelen en naarstig mijn inzettingen onderhouden.
Ja, Jezus zou de herder worden van deze nieuwe kudde.
Later zouden de heidenen aan dezelfde kudde toegevoegd worden en er zou één kudde komen en één herder.
(Johannes 15: 1- 16; Efeze 2: 11- 22)
Dan zullen zij niet meer een ieder zijn naaste en een ieder zijn broeder leren: Kent de Here: want zij allen zullen Mij kennen, van de kleinste tot de grootste onder hen, luidt het woord des Heren, want Ik zal hun ongerechtigheid vergeven en hun zonde niet meer gedenken.
In het eerste verbond, waarin de Israelieten een verbond hadden gekregen op twee stenen tafelen, was het nodig dat de ene de andere leerde.
Het was een kwestie van overdracht van de ene naar de andere, van vader op zoon en van broeder op broeder.
In het nieuwe verbond zou de Heilige Geest werken en dat in het hart van mensen.
Zo zou niemand meer de andere hoeven te leren, want de Geest zou het leren.
En bovenal, in dit tweede verbond, dit nieuwe verbond, zou God de ongerechtigheid vergeven en de zonde niet meer gedenken.
En dit is natuurlijk de rijke belofte van het nieuwe verbond, het verbond van Christus.
In dit verbond worden zonden vergeven en word er aan de vergeven zonde niet meer gedacht.
Hebreeen 10:
19 Daar wij dan, broeders, volle vrijmoedigheid bezitten om in te gaan in het heiligdom door het bloed van Jezus,
20 langs de nieuwe en levende weg, die Hij ons ingewijd heeft, door het voorhangsel, dat is, zijn vlees,
21 en wij een grote priester over het huis Gods hebben,
22 laten wij toetreden met een waarachtig hart, in volle verzekerdheid des geloofs, met een hart, dat door besprenging gezuiverd is van besef van kwaad, en met een lichaam, dat gewassen is met zuiver water.
En zo heeft God een nieuw verbond beloofd aan het volk van Israel.
En dit kwam tot stand in het tweede verbond, het nieuwe Testament.
En zo stellen we een belangrijke vraag, heeft God Zijn volk verstoten? NEE!
God heeft hen een nieuw verbond gegeven, waarin zonden vergeven werden en God hen weer tot een Vader zou zijn.
In deze woorden zien we dat God een nog BETER verbond gaf aan Israel dan dat wat gegeven was op de Sinai. Het verbond dat gegeven werd op de Sinai is door Israel verlaten en gebroken.
Maar God heeft een nieuw verbond gemaakt met het huis van Israel en het huis van Juda.
Een verbond waarin zonden vergeven zouden worden! Een verbond van waarlijk herstel!
Heeft God Zijn volk verstoten? Nee!