Gods verbond Israël, belangrijke passages

Deel 19: Jesaja 42
De knecht, de uitverkorene

In onze studie hebben we al een aantal zeer rijke “lichtflitsen” gezien in het boek van Jesaja, onder onze titelreeks, Gods verbond Israel.

Het is ook belangrijk om te weten dat al deze profetieen in de eerste plaats gegeven zijn aan Juda. Al deze profetieen waren in de eerste plaats voor hen bedoeld, daarna aan de Israelieten en daarna de heidenen, zoals die vaak in deze profetieen ook specifiek genoemd worden.

In deze studie kijken we naar de rijke profetie in Jesaja 42.

Jesaja 42:
1 Zie, mijn knecht, die Ik ondersteun; mijn uitverkorene, in wie Ik een welbehagen heb. Ik heb mijn Geest op hem gelegd: hij zal de volken het recht openbaren.
2 Hij zal niet schreeuwen noch zijn stem verheffen, noch die op de straat doen horen. 
3 Het geknakte riet zal hij niet verbreken en de kwijnende vlaspit zal hij niet uitdoven; naar waarheid zal hij het recht openbaren. 
4 Hij zal niet kwijnen en niet geknakt worden, tot hij op aarde het recht zal hebben gebracht; en op zijn wetsonderricht zullen de kustlanden wachten. 
5 Zo zegt God, de Here, die de hemel schiep en hem uitspande; die de aarde uitbreidde met alles wat daaruit ontsproot; die aan de mensen die daarop wonen, de adem gaf en de geest aan hen die daarop wandelen: 
6 Ik, de Here, heb u geroepen in gerechtigheid, uw hand gevat, u behoed en u gesteld tot een verbond voor het volk, tot een licht der natien: 
7 Om blinde ogen te openen, om gevangenen uit de kerker te leiden, uit de gevangenis wie in duisternis gezeten zijn.

Zie, mijn knecht, die Ik ondersteun; mijn uitverkorene, in wie Ik een welbehagen heb. Ik heb mijn Geest op hem gelegd: hij zal de volken het recht openbaren.

Wat een prachtige en rijke belofte! God heeft een Knecht uitgekozen, UITVERKOREN!
We zien dan gelijk dat deze profetie vervuld is in Christus.

Mattheus 12:
15 Maar Jezus doorzag het en ging vandaar weg. En velen volgden Hem en Hij genas hen allen, 
16 en Hij verbood hun ten strengste Hem bekend te maken, 
17 opdat vervuld zou worden het woord, gesproken door de profeet Jesaja, toen hij zeide: 
18 Zie, mijn knecht, die Ik verkoren heb, mijn geliefde, in wie mijn ziel een welbehagen heeft; Ik zal mijn Geest op Hem leggen en Hij zal de heidenen het oordeel verkondigen. 
19 Hij zal niet twisten of schreeuwen, en niemand zal op de pleinen zijn stem horen. 
20 Het geknakte riet zal Hij niet verbreken en de walmende vlaspit zal Hij niet uitdoven, voordat Hij het oordeel tot overwinning heeft gebracht. 
21 En op zijn naam zullen de heidenen hopen.

Als we deze woorden uit Mattheus lezen, dan zien we ook dat Mattheus primair geschreven is aan het Joodse volk. Zo zien we deze profetie volledig volbracht is in de grote Christus.
De grote Christus en in het nieuwe verbond.

En wat een prachtige woorden die hier gegeven worden aangaande de grote Christus, 1) Hij zal niet twisten of schreeuwen, en niemand zal op de pleinen zijn stem horen, 2) Het geknakte riet zal Hij niet verbreken en de walmende vlaspit zal Hij niet uitdoven, voordat Hij het oordeel tot overwinning heeft gebracht, en 3) en op zijn naam zullen de heidenen hopen.

Ja, de knecht van God was de uitverkorene, Jezus was uitgekozen door God zelf waardoor God de wereld zou gaan redden.

Dat is ook waar Paulus over spreekt in Efeze als hij schrijft, “Gezegend zij de God en Vader van onze Here Jezus Christus, die ons met allerlei geestelijke zegen in de hemelse gewesten gezegend heeft in Christus. Hij heeft ons immers in Hem uitverkoren voor de grondlegging der wereld, opdat wij heilig en onberispelijk zouden zijn voor zijn aangezicht.”(Efeze 1: 3- 4)

Ja, alle behoudenen kunnen niet behouden worden dan alleen in Christus.
Zoals ook Petrus schrijft, “wetende, dat gij niet met vergankelijke dingen, zilver of goud, zijt vrijgekocht van uw ijdele wandel, die (u) van de vaderen overgeleverd is, maar met het kostbare bloed van Christus, als van een onberispelijk en vlekkeloos lam. Hij was van tevoren gekend, voor de grondlegging der wereld, doch is bij het einde der tijden geopenbaard ter wille van u.” (1 Petrus 1: 18- 20)

En zo zien we opnieuw dat deze profetie volledig Christus-centrisch is.
Christus is de rijkdom voor Jood en Heiden geworden en dit alles voorbereid van de grondlegging der wereld en bij het einde van de tijden geopenbaard.

Deze laatste zinsnede, “bij het einde der tijden” laat ook weer zien dat Jezus in het laatste der dagen is gekomen. In de laatste “aioon”, de laatste bedeling.
(Jesaja 2: 1- 5; Joel 2: 28- 32; Handl. 2: 16, 17; Hebr. 1: 1; Hebr. 9: 26)

Na de bedeling van Christus zijn er geen andere bedelingen meer.

Dit is een zeer belangrijk gegeven!
De bedeling van Jezus Christus, het tweede verbond, is de laatste bedeling die God heeft bepaald. Er zijn geen andere bedelingen meer!

Hij zal niet schreeuwen noch zijn stem verheffen, noch die op de straat doen horen. 
Deze knecht zou sensatianolisme, onstuimige toespraken, opruiende woorden  en luidruchtige demonstraties op straat afwijzen.
Hij was degene die met waardigheid sprak, met waardigheid handelde en de mensen met waardigheid zou benaderen. Geen luid geschreeuw, maar in liefde, in warmte en met genade sprekend.

Het geknakte riet zal hij niet verbreken en de kwijnende vlaspit zal hij niet uitdoven; naar waarheid zal hij het recht openbaren. 
Jezus kwam met grote waardigheid en zo kwam hij tot de mens, tot het geknakte riet, tot de gebroken mensen en deze zou hij niet breken maar opbouwen tot goddelijk gebruik.
De kwijnende vlaspit zou hij hernieuwde olie en kracht geven.

En dat zien we in de bediening van Jezus gebeuren.
(Mattheus 11: 28- 30; Johannes 4; 1- 45; Johannes 9: 1- 41 en vele anderen)

Hij zal niet kwijnen en niet geknakt worden, tot hij op aarde het recht zal hebben gebracht.
Ja, Jezus kwam om het volmaakte offer van God te zijn op aarde.
En dit heeft Hij volledig en totaal volbracht. (Hebreeen 10: 1- 18)

Christus heeft zichzelf nooit laten kwijnen of geknakt laten worden in Zijn bediening op aarde.
Altijd stond de wil van de Vader in Zijn hart geschreven. (Mattheus 26: 36- 46)

En zo bracht Jezus recht en rechtvaardigheid op aarde, om zo alle mensen te kunnen verlossen. (Rom. 3: 21- 27)

En op zijn wetsonderricht zullen de kustlanden wachten. 
In Jesaja 42 lezen we, “en op zijn wetsonderricht zullen de kustlanden wachten.” en in Mattheus 12, “en op zijn naam zullen de heidenen hopen”.

In deze woorden zien we dat God deze belofte ook  heeft gemaakt in relatie tot de Heidenen. (Efeze 2: 11- 22)

Ja, de rijke beloften van het evangelie van Jezus was niet alleen voor het huis van Juda, maar ook voor alle Israelieten en alle heidenen. 

Het evangelie is voor alle mensen. (Rom. 1: 16)

Vers 5- 7:
Zo zegt God, de Here, die de hemel schiep en hem uitspande; die de aarde uitbreidde met alles wat daaruit ontsproot; die aan de mensen die daarop wonen, de adem gaf en de geest aan hen die daarop wandelen: 
Ik, de Here, heb u geroepen in gerechtigheid, uw hand gevat, u behoed en u gesteld tot een verbond voor het volk, tot een licht der natien: 
Om blinde ogen te openen, om gevangenen uit de kerker te leiden, uit de gevangenis wie in duisternis gezeten zijn.

In deze verzen zien we een beeld van de geroepen knecht, 1) Ik, de Here, heb u geroepen in gerechtigheid, uw hand gevat, 2) u behoed en u gesteld tot een verbond voor het volk, 3) tot een licht der natien, 4) om blinde ogen te openen, 5) om gevangenen uit de kerker te leiden, en 6) uit de gevangenis wie in duisternis gezeten zijn.

In al deze woorden en gedachten zien we opnieuw de grote Christus en Lukas geeft dit ook aan. (De precieze profetie/belofte van deze woorden uit Lukas komen van Jesaja 61: 1-2, maar het beeld is hetzelfde)

Lukas 4:
16 En hij kwam te Nazaret, waar Hij opgevoed was, en Hij ging volgens zijn gewoonte op de sabbatdag naar de synagoge en stond op om voor te lezen. 
17 En Hem werd het boek van de profeet Jesaja ter hand gesteld en toen Hij het boek geopend had, vond Hij de plaats, waar geschreven is: 
18 De Geest des Heren is op Mij, daarom, dat Hij Mij gezalfd heeft, om aan armen het evangelie te brengen; en Hij heeft Mij gezonden 
19 om aan gevangenen loslating te verkondigen en aan blinden het gezicht, om verbrokenen heen te zenden in vrijheid, om te verkondigen het aangename jaar des Heren.

Als we dan opnieuw heel goed naar deze woorden kijken van Jesaja 42: 5 zien we dat er gesproken wordt dat Christus gesteld is tot een verbond, 1) voor het volk en 2) tot een licht der natien.

Dit laat ondubbelzinnig zien dat de bediening van Christus in de eerste plaats voor het volk van Israel is en daarna ook voor de natien.
En dit komt precies overeen met het feit dat Jeremia een nieuw verbond beloofd in Jeremia 31: 31- 34.
Dit komt precies overeen met de belofte van Ezechiel over één herder en één kudde. (Ezechiel 37: 15)

Dit komt precies overeen met de belofte van Jezus in Johannes 10: 16, “Nog andere schapen heb Ik, die niet van deze stal zijn; ook die moet Ik leiden en zij zullen naar mijn stem horen en het zal worden één kudde, één herder.”

Conclusie:

Dit is een hele mooie, rijke en krachtige profetie! Een profetie over een uitverkoren knecht, die door God ondersteund wordt en op wie de Geest in volmaakte vorm is gegeven. Een uitverkoren knecht die het recht aan de volken zou openbaren.
En in dit alles door God ondersteund om het werk te verrichten waar Hij toe geroepen was.

Als we naar de belofte van Jesaja 42 kijken zien we dat deze belofte de Christus aangaat!
Of met andere woorden, het gaat de belofte van het nieuwe verbond aan! (2 Kor. 3: 1- 18)

We zien in deze belofte van Jesaja 42  dat God een belofte deed aan Juda van een groot licht!  Ja, het was de belofte van een verlosser, Christus, en een eeuwig koninkrijk wat nooit meer verloren zou gaan. (Daniel 2: 44)

Als we dit koppelen aan ons grotere thema, Gods verbond Israel, dan zien we opnieuw dat deze belofte aan Juda Christus-centrisch is. De oud Testamentische beloften zijn allemaal Christus-centrisch. Niets meer en niets minder.
Naast deze belofte zijn er geen andere beloften!

De Israelieten hebben een nieuw verbond gekregen, Jer. 31: 31- 34; Hebr. 8: 8- 13, en daarin ligt de verlossing van alle Israelieten. En dit nieuwe verbond is Christus-centrisch.
Meer is niet nodig!

Nergens in het oude Testament is er “een tweede soort” van belofte aan Israel.
Er is één belofte en dat is de belofte van een volmaakte verlosser en een volmaakt verbond.

En deze belofte aan Juda bevestigd dit opnieuw.