De Bijbel en muziekinstrumenten

4. De tempel gebouwd en haar dienst geinstalleerd onder Salomo.

Als we na gaan denken over de tempel van het eerste verbond dan weten we dat David allerlei instructies aangaande de tempel, haar dienst en haar bouw, heeft gegeven aan zijn zoon Salomo. (1 Kronieken 28: 9- 21)
David was degene die God een tempel wilde bouwen maar hij mocht dit niet, deze taak werd toebedeeld aan Salomo.

De ark van het verbond had een plaats gevonden in Jeruzalem onder David, maar er was nog geen tempel. Deze werd gebouwd door Salomo.

In dit artikel willen we wat Schriftplaatsen overdenken die spreken over de tijd dat Salomo de tempel bouwde, het gebruik ervan en specifiek wat de plaats was van muziekinstrumenten in de tempeldienst.

2 Kronieken 5:
11 Toen de priesters uit het heiligdom naar buiten traden (want al de priesters, die zich daar bevonden, hadden zich geheiligd zonder zich aan de afdelingen te houden)
12 Stonden al de levitische zangers, Asaf, Heman, Jedutun, hun zonen en hun broeders, met fijn linnen bekleed, ten oosten van het altaar, met cimbalen, harpen en citers; bij hen waren honderd twintig priesters, die op de trompetten bliezen.
13 Toen zij tezamen trompetten en eenstemmig een lied lieten horen, om de Here te loven en te prijzen, en de stem verhieven bij trompetten, cimbalen en andere muziekinstrumenten, en de Here aldus prezen: Want Hij is goed, want zijn goedertierenheid is tot in eeuwigheid, toen werd het huis, het huis des Heren, vervuld met een wolk,
14 Zodat de priesters vanwege de wolk niet konden blijven staan om dienst te doen, want de heerlijkheid des Heren had het huis Gods vervuld.

2 Kronieken 8:
14 Hij stelde naar de verordening van zijn vader David de dienst voor de afdelingen der priesters vast en de ambtsplichten voor de Levieten: te loven en te dienen in het bijzijn van de priesters, zoals voor elke dag was vastgesteld; ook [de] [dienst] voor de poortwachters naar hun afdelingen voor elke poort, want zo was het gebod van David, de man Gods.
15 Zij weken niet af van het gebod des konings betreffende de priesters en de Levieten, in geen enkel opzicht, ook niet inzake de schatten.

Als we naar deze woorden kijken zien we een duidelijk beeld.
David had Salomo een opdracht gegeven en Salomo voerde deze opdracht geheel uit volgend de wil van David.

Maar interessant is opnieuw dat er hier sprake is van 1) Hij stelde naar de verordening van zijn vader David, (vers 14) 2) want zo was het gebod van David, (vers 14) en 3) Zij weken niet af van het gebod des konings. (vers 15)

Ja, de uitvoering van de opdracht om de tempel te bouwen en alles wat erbij kwam kijken, inclusief de instrumenten, was volgens de wil van zijn vader David, het gebod van David en het gebod de konings.

Dit alles komt volledig overeen met het principe, zoals we dat in een vorig artikel hebben gelezen, dat God David deze opdracht zelf had gegeven.

Nee, Salomo handelde niet naar eigen inzicht! Salomo handelde niet naar een eigen wil!
Salomo handelde naar de wil van God aangaande de bouw van de tempel en haar dienst, en dit was gegeven door David.

1 Kronieken 28:
11 Toen gaf David aan zijn zoon Salomo het ontwerp van de voorhal met de daarbij behorende gebouwen, schatkamers, bovenvertrekken en binnenzalen, en van het vertrek voor het verzoendeksel;
12 Ook het ontwerp van alles wat hij in zijn geest had bedacht: voor de voorhoven van het huis des Heren, voor alle vertrekken in het rond, voor de schatkamers van het huis Gods en voor die van de geheiligde voorwerpen,
13 Voor de afdelingen der priesters en der Levieten, voor alle dienstwerk in het huis des Heren, en voor alle gerei voor de dienst in het huis des Heren.

19 Alles staat in een geschrift, ontvangen uit de hand des Heren, waarin Hij mij onderrichtte aangaande de gehele uitvoering van het ontwerp.

Ja, het was David die het ontwerp aangaande de tempel aan Salomo gaf. En dit alles was ontvangen uit de hand des Heren.

2 Kronieken 29:
25 Hij stelde de Levieten bij het huis des Heren op, met cimbalen, harpen en citers overeenkomstig het gebod van David en van Gad, des konings ziener, en van de profeet Natan, want het gebod was gegeven door de Here, door bemiddeling van zijn profeten.
26 En de Levieten stonden opgesteld met de instrumenten van David, en de priesters met de trompetten.
27 Toen beval Hizkia het brandoffer op het altaar te offeren. En op het ogenblik, dat het brandoffer een aanvang nam, werd een lied des Heren aangeheven en klonk trompetgeschal, begeleid door de instrumenten van David de koning van Israel.

In deze passage lezen we de specifieke woorden aangaande de instrumenten.
Ja, de instrumenten die David introduceerde waren naar het gebod van de Here.

In dit voorbeeld zien we opnieuw hoe Salomo niet naar eigen inzichten handelde, maar naar het gebod van God, gegeven door zijn vader David.

Laatste gedachten:

Het is heel bijzonder om te lezen hoe God heeft gewerkt door David heen.
David als degene die de tempelbouw heeft voorbereid, (1 Kronieken 29: 1- 21).
David was de koning van het oude Israel en door David heen heeft God geopenbaard hoe de tempel gebouwd moest worden en hoe de tempeldienst behoorde te verlopen.

Daarin was David een leidende figuur. Zoals Mozes leidend was aangaande de wetten van God, zoals de apostelen leidend waren in het nieuwe verbond, zo was David ook leidend in de tempel, haar bouw en haar dienst.

En zo wordt het muziekinstrument de tempel ingebracht naar het gebod van God, door Salomo, en dit alles volgens het gebod van God.