De Bijbel en muziekinstrumenten

8. Het zwijgen van de Schrift

In onze serie over de Bijbel en muziekinstrumenten willen we in dit onderdeel nadenken over “het spreken en het zwijgen van de Schrift”.

Wat bedoelen we daarmee?
We bedoelen hiermee dat er in de Bijbel verschillende waarschuwingen zijn om niets aan het geopenbaarde woord van God toe te voegen en er niets van af te nemen.
We vinden deze waarschuwingen door de gehele Schrift heen, van het oude verbond naar het nieuwe verbond en van de oude Spreuken tot aan het laatste boek Openbaring.

Een woord uit Deuteronomium.

Deut. 4:
1 Nu dan, o Israel, hoor de inzettingen en de verordeningen, die ik u leer na te komen, opdat gij leeft en opdat gij het land binnengaat en in bezit neemt, dat de Here, de God uwer vaderen, u geven zal.
2 Gij zult aan wat ik u gebied, niet toedoen en daarvan niet afdoen, opdat gij de geboden van de Here, uw God, onderhoudt, die ik u opleg.

Nadat Mozes de wet van God heeft ontvangen, die bestaat uit inzettingen en veronderingen, krijgt Mozes twee belangrijke waarschuwingen mee, 1) die ik u leer na te komen, 2) gij zult aan wat ik u gebied, niet toedoen en daarvan niet afdoen.

In de eerste plaats zien we dan hoe Israel de wet van Mozes heeft gekregen om deze uit te leven en na te komen en dit met een belangrijke belofte, te weten, 1) opdat gij leeft, 2) opdat gij het lang binnengaat en in bezit neemt, het land dat de Here, de God uwer vaderen geven zal.

In de tweede plaats zien we dat er een duidelijke waarschuwing wordt gegeven aangaande de geopenbaarde woorden van God, te weten, gij zult aan wat ik u gebied, niet toedoen en daarvan niet afdoen.

Dit is een zeer duidelijke en specifieke waarschuwing!
Aan de geopenbaarde woorden God mocht niets worden toegedaan of afgedaan.
Niets afdoen of niets toevoegen! Dat was de boodschap aan het oude verbonds Israel.

In deze context is dit natuurlijk een waarschuwing aan het oude verbonds Israel, maar er zit ook voor ons een belangrijke waarschuwing in. (Romeinen 15: 4)
Als we verder gaan zien we dat er in het nieuwe Testament soortgelijke waarschuwingen worden gegeven.

Een woord uit de Psalmen.

Psalm 12:
7 De woorden des Heren zijn zuivere woorden, gedegen zilver, in een smeltoven in de aarde zevenvoudig gelouterd.

In dit vers lezen we hoe Gods woorden “zuivere woorden” zijn, als gedegen zilver, als in een smeltoven in de aarde zevenvoudig gelouterd.

Het woord “zuivere” komt van het Hebreeuwse woord “tahowr of tahor” en dit woord betekent, 1) rein, zuiver, schoon, en 2) rein, schoon, zuiver (moreel, ethisch)

En zo, het Woord van God is zuiver, volledig rein, schoon en volmaakt. Bij die defenitie heeft het geen enkele toevoeging nodig!
Het is zuiver!

Daar mag een mens niets aan toevoegen of niets van afhalen.
Gebeurd dit wel dan zou de mens als het ware zeggen tegen God, “God het woord is niet volmaakt”.

Laten we het Woord van God lezen, in ons opnemen en het Zijn werk laten doen.
Alleen dan komt het Woord tot haar volledige recht!

Een woord uit Spreuken.

Spreuken 30:
5 Alle woord Gods is gelouterd; hun die bij Hem schuilen, is Hij ten schild.
6 Doe niets aan zijn woorden toe, opdat Hij u niet terechtwijze en gij een leugenaar bevonden wordt.

Vanuit Spreuken, een boek voor een groot deel geschreven als een boek van wijsheid en geestelijk inzicht, komt ook een belangrijke waarschuwing in vers 6 van het 30ste hoofdstuk om niets aan Zijn woorden toe te voegen.
Dit nadat er in in vers 5 geschreven was dat “alle woord Gods is gelouterd”.

Ja, zoals er in Psalm 12 hebben gelezen, “De woorden des Heren zijn zuivere woorden, gedegen zilver, in een smeltoven in de aarde zevenvoudig gelouterd”.

De boodschap is dat Gods woord volmaakt is! Het is hemels! Het is van de bron van alle wijsheid en kennis! Gods woord is zo volmaakt dat het geen enkele toevoeging nodig heeft.

Zo stelt vers 6 dat aan dit volmaakte Woord niets mag worden toegevoegd.
En wie dit wel doet, zal in de eerste plaats terecht gewezen worden, dit omdat hij een leugenaar bevonden wordt!
Dit is een zeer cruciale waarschuwing!

Voeg niets aan Zijn Woord toe, anders is iemand een leugenaar.
Dit laat opnieuw zien, als iemand iets toevoegt aan het Woord van God, dat iemand als het ware stelt, “God, het woord is niet volmaakt”.

Maar het is de mens die niet volmaakt is!
De mens mag niets toevoegen aan het Woord.

Een woord uit Kollosenzen.

Koll. 3:
16 Het woord van Christus wone rijkelijk in u, zodat gij in alle wijsheid elkander leert en terechtwijst en met psalmen, lofzangen en geestelijke liederen zingende, Gode dank brengt in uw harten.
17 En al wat gij doet met woord of werk, doet het alles in de naam des Heren Jezus, God, de Vader, dankende door Hem!

In deze passage zien we hoe de nieuw Testamentische gelovige het Woord van Christus rijkelijk in zich moet laten wonen, gelijk daaraan gekoppeld staan dan de woorden “En al wat gij doet met woord en werk, doe het alles in de naam des Heren Jezus”.

Dit laat drie belangrijke zaken zien.
1. Het is van uiterst belang dat de gelovige in het nieuwe Testament alleen het woord van Christus rijkelijk in zich laat wonen.
We hebben eerder al gezien dat er voor de gelovige van het nieuwe Testament een duidelijk gegeven is, niet meer onder de oude wet, niet meer onder de wet van Mozes, maar de gelovige in het nieuwe verbond is onder het verbond van Christus. En het verbond van Christus alleen. De wet van Mozes heeft volledig afgedaan. (2 Kor. 3: 1- 18)

Trouwens, Heidenen zijn uberhaupt nooit onder deze wet geweest.
(Psalm 147: 19, 20; Romeinen 2: 12- 16)

2. Als dan het Woord van Christus, de woorden van het nieuwe verbond, rijkelijk in ons woont, dan leren de gelovigen elkaar en wijzen gelovigen elkaar terecht met Psalmen, lofgezangen en geestelijke liederen.

3. Als dan het Woord van Christus, de woorden van het nieuwe verbond, rijkelijk in de gelovigen woont dan kan elke gelovige in alles wat hij of zij doet, in woord en in werk, doen op basis van dit geopenbaarde Woord, het Woord van Christus.

Met andere woorden, als alle woorden van Christus, van het nieuwe verbond, rijkelijk in de gelovige woont, dan kan de gelovige precies handelen naar deze woorden, in woord en in werk.

Dan handelt de gelovige naar deze geopenbaarde woorden alleen, door er niets aan toe te voegen of er iets van af te halen. Dan leeft het Woord rijkelijk in de gelovige!

En dit alles vanuit liefde voor onze Schepper en Heer.

Een woord uit Timoteus.

2 Tim. 3:
16 Elk van God ingegeven schriftwoord is ook nuttig om te onderrichten, te weerleggen, te verbeteren en op te voeden in de gerechtigheid,
17 opdat de mens Gods volkomen zij, tot alle goed werk volkomen toegerust.

In dit vers lezen we niet zozeer over toevoegen of afhalen, maar wat dit schriftwoord wel stelt is dat “Elk van God ingegeven schriftwoord” nuttig is om te onderrichten, te weerleggen, te verbeteren en op te voeden in de gerechtigheid. En dit “opdat de mens Gods volkomen zij”, tot alle goed werk “volkomen” toegerust.

Zo zien we een direct verband tussen 1) Het van God ingegeven Schriftwoord, 2) het nut van onderricht, weerlegging, verbetering en opvoeding, 3) gerechtigheid, en 4) volkomendheid tot elk goed werk toegerust.

Gods geopenbaarde woorden hebben deze volmaaktheid, om de mens Gods volkomen toe te rusten. Geen toevoegingen nodig en geen afhaal van dit woord nodig.

Een woord uit Openbaring.

Openbaring 22:
18 Ik betuig aan een ieder, die de woorden der profetie van dit boek hoort: Indien iemand hieraan toevoegt, God zal hem toevoegen de plagen, die in dit boek beschreven zijn;
19 en indien iemand afneemt van de woorden van het boek dezer profetie, God zal zijn deel afnemen van het geboomte des levens en van de heilige stad, welke in dit boek beschreven zijn.

Als we goed naar deze woorden kijken, “indien iemand hieraan toevoegt, God zal hem toevoegen de plagen, die in dit boek beschreven zijn; en indien iemand afneemt van de woorden van het boek dezer profetie, God zal zijn deel afnemen van het geboomte des levens en van de heilige stad” dan zien we dat dit specifiek gaat over “de woorden der profetie van dit boek” en “van het boek dezer profetie” en “welke in dit boek beschreven zijn”, voor zover wij dat begrijpen gaat het hier specifiek over het boek van Openbaring.

Ja, ook het boek van Openbaring is een boek met volmaakte woorden!
Ook hier mag niets aan toegevoegd worden en er mag niets van afgenomen worden.

Gebeurd dit wel, dan komt dit met een sterke waarschuwing, te weten, God zal zijn deel afnemen van het geboomte des levens en van de heilige stad.

Dit moet voor elke gelovige belangrijke woorden zijn.
Voeg niets toe en neem niets weg!

Een tekst uit Mattheus.

Mattheus 7:
21 Niet een ieder, die tot Mij zegt: Here, Here, zal het Koninkrijk der hemelen binnengaan, maar wie doet de wil mijns Vaders, die in de hemelen is
22 Velen zullen te dien dage tot Mij zeggen: Here, Here, hebben wij niet in uw naam geprofeteerd en in uw naam boze geesten uitgedreven en in uw naam vele krachten gedaan?
23 En dan zal Ik hun openlijk zeggen: Ik heb u nooit gekend; gaat weg van Mij, gij werkers der wetteloosheid.
24 Een ieder nu, die deze mijn woorden hoort en ze doet, zal gelijken op een verstandig man, die zijn huis bouwde op de rots.
25 En de regen viel neer en de stromen kwamen en de winden waaiden en stortten zich op dat huis, en het viel niet in, want het was op de rots gegrondvest.
26 En een ieder, die deze mijn woorden hoort en ze niet doet, zal gelijken op een dwaas man, die zijn huis bouwde op het zand.
27 En de regen viel neer en de stromen kwamen en de winden waaiden en sloegen tegen dat huis, en het viel in, en zijn val was groot.

In deze woorden van Jezus, uit de bergrede, leren we een eenvoudige maar zo krachtige boodschap!
Waar gaat hem werkelijk om? Het gaat erom dat “de woorden van God gehoord worden” en “de woorden van God gedaan worden”.

Voor de ware gelovigen zijn dit belangrijke woorden!
Ja, de ware gelovige zal het Woord onderzoeken, de ware gelovige zal het Woord leren kennen in al haar volmaaktheid.
En als hij dan het Woord kent, zal hij erover mediteren, het zijn eigen maken en ernaar leven.

Wie zijn degene die de Here niet zal kennen? Zij zijn degene die “En dan zal Ik hun openlijk zeggen: Ik heb u nooit gekend; gaat weg van Mij, gij werkers der wetteloosheid”.

Het woord vertaald “wetteloosheid” komt van het Griekse woord “anomia” en dit woord betekent, 1) de toestand van zonder wet te zijn, en 2) minachting of schending van de wet, wetteloosheid, onwettige daad.

Ja, in deze context zien we dit woord vertaald als het doen van onwettige daden. Degene waar we hier over lezen zijn hen die daden doen waar zij geen recht toe hebben.
Zij zijn degene die zonder goddelijke rechtmatigheid handelen.

Laatste gedachten.

Als we zo naar al deze passages gaan kijken dan zien we dat er zowel onder het eerste verbond en onder het tweede verbond een zeer belangrijke waarschuwing is om niets aan de woorden van God toe te voegen en er niets van af te nemen.
En dit alles met sterke waarschuwingen.

We zien dat het Woord van God gelouterd is. Het is volmaakt!
Het heeft geen enkele toevoeging nodig en er mag niets van afgehaald worden.
Het is zuiver, gelouterd en volmaakt.

We zien dat “het Woord van Christus” rijkelijk in de gelovige behoort te wonen en alles wat de gelovige doet moet gebeuren vanuit dit geopenbaarde woord en dit geopenbaarde woord alleen.

Wie zijn hen die het koninkrijk der hemelen zullen binnengaan?
Degene die de wil van de Vader horen en deze uitvoeren!

Copyright © 2025 Gert-Jan van Zanten · Webdesign by Robin
Our YouTube Channel - Links - Contact
All Rights Reserved · webbijbel.nl
Hosted by VDX

 

Naar boven