De Bijbel en muziekinstrumenten

13. Het boek Openbaring en instrumenten

Als we naar de Schrift kijken zien we in het boek van Kollosenzen dat de gelovigen opgeroepen worden om alles wat zij doen in woord of in werk, zij alles behoren te doen, in de naam van de Here Jezus Christus. (Koll. 3: 16, 17)
Dit laat zien dat ware gelovigen, in alles wat zij doen in woord en in werk, handelen bij het gezag van Jezus. Of met andere woorden, ware gelovigen doen en werken naar gelang het nieuwe Testament spreekt. Handelen met toestemming van Jezus!

Als we dan naar het nieuwe Testament kijken zien we dat er een aantal plaatsen zijn waar er gesproken word over zang, Handl. 16: 25; Romeinen 15: 9; 1 Kor. 14: 15; Efeze 5: 19; Koll. 3: 16; Jacobus 5: 13, in al deze plaatsen wordt er gesproken over zang. In geen enkele van deze plaatsen is er sprake van het instrument als begeleiding voor deze zang.

Ware gelovigen weten ook dat zij niets aan het woord van de Schrift mogen toevoegen of aflaten. (Deut. 4: 2; Spreuken 30: 5, 6; 1 Kor. 4: 6; Openbaring 22: 18, 19)

Daarom kan de ware gelovige geen instrument gebruiken. Simpelweg omdat het nieuwe Testament hier niet over spreekt.

Dit brengt ons bij het boek van Openbaring.
In dit boek worden een aantal malen muziekinstumenten genoemd.

Openbaring 5:
8 En toen het de boekrol nam, wierpen de vier dieren en de vierentwintig oudsten zich voor het Lam neder, hebbende elk een citer en gouden schalen, vol reukwerk; dit zijn de gebeden der heiligen.
9 En zij zongen een nieuw gezang, zeggende: Gij zijt waardig de boekrol te nemen en haar zegels te openen; want Gij zijt geslacht en Gij hebt (hen) voor God gekocht met uw bloed, uit elke stam en taal en volk en natie;
10 en Gij hebt hen voor onze God gemaakt tot een koninkrijk en tot priesters, en zij zullen als koningen heersen op de aarde.

Citer:
2788 kithara
1) een cither of een harp

Een aantal belangrijke zaken aangaande deze tekst.

1. Als we naar deze tekst gaan kijken zien we dat dit een vervolg is op het vierde hoofdstuk waarin Johannes een beeld krijgt van hemelse sferen.
Vanaf hoofdstuk 4 presenteert Johannes ons een hemels tafereel, waarin hij de troonzaal van God mocht zien. In die zin beschouwen we dat de afgebeelde gebeurtenissen zich niet op aarde afspelen maar in de hemel.

2. Als we goed naar deze tekst kijken zien we dat het de 4 dieren en de 24 ouderlingen waren
die de citer bespeelden.

3. De tekst stelt, “en gouden schalen, vol reukwerk; dit zijn de gebeden der heiligen”.

Aan deze woorden zien we hoe het boek van Openbaring vaak spreekt in beeldende taal, de gouden schalen vol reukwerk waren de gebeden der heiligen.

Met andere woorden, als we nadenken over de woorden van Openbaring en haar betekenis zien we vaak dat er beeldend gesproken wordt.
In deze zin kunnen we stellen dat deze tekst tekort komt aan het beschrijven van de aanbidding van de nieuw Testamentische gemeente.
Openbaring 14:
1 En ik zag en zie, het Lam stond op de berg Sion en met Hem honderdvierenveertigduizend, op wier voorhoofden zijn naam en de naam zijns Vaders geschreven stonden.
2 En ik hoorde een stem uit de hemel als de stem van vele wateren en als de stem van zware donder. En de stem, die ik hoorde, was als van citerspelers, spelende op hun citers;
3 en zij zongen een nieuw gezang voor de troon en voor de vier dieren en de oudsten; en niemand kon het gezang leren dan de honderdvierenveertigduizend de losgekochten van de aarde.

Citerspelers:
2790 kitharodos
1) een harpist, iemand die op de harp speelt

Citers:
2788 kithara
1) een cither of een harp

Opnieuw maakt de tekst duidelijk dat dit taferelen en beschrijvingen zijn van het hemelse rijk, en niet de aanbidding van de nieuw Testamentische gemeente van de Heer.
De uitdaging van een letterlijke toepassing van de tekst op de aanbidding in het Nieuwe Testament wordt snel duidelijk.

Vers 3 spreekt over een nieuw lied dat gezongen wordt “…voor de troon, voor de vier levende wezens en de oudsten…”.

En, dit nummer was exclusief; alleen de 144.000 konden het leren.
In het hemelse rijk, niet in de vergadering van Gods volk op aarde, spelen deze harpisten op hun harpen en zingen een lied dat exclusief is voor degenen die in de hemel aanwezig zijn.

In dit alles zien we dat deze woorden tekortkomen om de gemeente op aarde toe te rusten met instrumenten.

Openbaring 15:
1 En ik zag een ander teken in de hemel, groot en wonderbaar: zeven engelen, die de zeven laatste plagen hadden, want daarmede is de gramschap Gods voleindigd.
2 En ik zag (iets) als een zee van glas met vuur vermengd, en de overwinnaars van het beest en van zijn beeld en van het getal van zijn naam, staande aan de glazen zee, met de citers Gods.
3 En zij zingen het lied van Mozes, de knecht Gods, en het lied van het Lam, zeggende: Groot en wonderbaar zijn uw werken, Here God, Almachtige; rechtvaardig en waarachtig zijn uw wegen, Gij, Koning der volkeren!

Citers:
2788 kithara
1) een cither of een harp

Opnieuw zien we een beeld van “…een ander teken in de hemel...” (vers 1) dat aan Johannes werd geopenbaard.
Deze harpisten die aan het zingen waren, stonden op “…iets als een zee van glas vermengd met vuur...”.
En onthou, dit is een beeld dat Johannes in de hemel zag, niet op aarde. En de harpisten zijn degenen die “…de overwinning behalen over het beest, over zijn beeld en over het getal van zijn naam...” (vers 2).

We zien in dit alles “een ander teken in de hemel”.

Komen muziekinstrumenten voor in het boek Openbaring? Absoluut. Verschijnen deze instrumenten in de context van aanbidding? Inderdaad.
Is dit een rechtvaardiging of autoriteit voor het gebruik van muziekinstrumenten bij de aanbidding vandaag de dag in de gemeente van Gods volk? Nee.

Elke voorbeeld identificeert de hemel als achtergrond en neemt figuren uit het visioen van Johannes op. Omdat de wierookvaten (5: 8), het exclusieve lied (14: 3) en de glazen zee (15: 2) symbolische beelden zijn, is het even aannemelijk dat de harpisten en hun harpen figuren zijn en niet letterlijk.

Een laatste gedachte.

Als we al deze passages in Openbaring overdenken zien we dat deze allemaal in relatie staan tot beelden die zich in de hemel van God afspelen.
Daarnaast is Openbaring een boek met een “beeldende” getuigenis.

In al deze woorden zien we dat deze beelden niet de aanbidding beschrijven van de gemeente van Christus op aarde.